{"id":9394,"date":"2011-09-27T14:24:31","date_gmt":"2011-09-27T12:24:31","guid":{"rendered":"http:\/\/www.nik.nl\/?p=9394"},"modified":"2011-09-27T15:40:02","modified_gmt":"2011-09-27T13:40:02","slug":"rabbijn-evers-over-de-autonomie-van-de-patient","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.nik.nl\/2011\/09\/rabbijn-evers-over-de-autonomie-van-de-patient\/","title":{"rendered":"Rabbijn Evers over de autonomie van de pati\u00ebnt"},"content":{"rendered":"
Goede zorg is niet alleen een kwestie van high tech ontwikkelingen, maar ook van nadenken over de ontwikkeling van waardeori\u00ebntaties in onze samenleving, over hoe we met elkaar omgaan rond ziektes \u00e9n over de veranderingen in de relatie tussen hulpverleners en pati\u00ebnten.<\/p>\n
Autonomie van de pati\u00ebnt<\/strong><\/p>\n Het past mij niet inbreuk te maken in de priv\u00e9 geloofssfeer van mensen die er een andere bijbelse interpretatie op na houden. Niettemin mag ik niet zwijgen nu de Joodse traditie van meer dan 3300 jaar zich duidelijk uitspreekt v\u00f3\u00f3r een vaccinatieplicht \u2013 die wordt afgeleid van de verplichting om te genezen – zeker in het geval van een polio-epidemie die mensen levenslang slachtoffer zou kunnen maken.<\/p>\n Het levensimperatief<\/strong><\/p>\n In Deuteronomium 30:19 komt een opmerkelijke passage voor: \u201cIk neem heden hemel en aarde tegen u tot getuige, het leven en de dood leg Ik u voor, de zegen en de vloek; kies het leven.\u201d Hoewel ons de vrije keuze wordt gelaten, draagt de Tora ons in niet mis te verstane woorden op om het leven te kiezen. Deze passage, in onderling verband bezien met andere verzen, impliceert dat het geboden is ook gedeeltelijke aantasting van het lichaam te voorkomen. In de passage over de voorschriften inzake het leven van een naaste (Exodus 21:18 e.v.) komt het veroorzaken van lichamelijk letsel ter sprake; daar wordt duidelijk geregeld dat de agressor \u2018voor genezing moet zorgen\u2019. Zou men hier tegenin willen brengen, dat het met een door G\u2019d gezonden ziekte anders staat, dan leg ik u Leviticus 18:5 voor:\u201cGij zult mijn inzettingen en verordeningen in acht nemen; de mens die ze doet zal daardoor leven,\u201d waaruit de Talmoed, de schriftelijke bron voor de Joodse traditie, afleidt, dat \u201cmen – door het naleven van de Tora – niet mag sterven\u201d. Maimonides (1135-1204), zelf arts, voegt hier aan toe, dat de Torabepalingen nooit bedoeld waren om `vernietiging te brengen op de wereld\u2019. Integendeel, \u201cde Torawetten zijn een uitdrukking van barmhartigheid, liefde en vrede\u201d. Een andere interpretatie noemt Maimonides ketterij en wreedheid. Het \u201cgij zult uw naaste niet naar het leven staan\u201d (ibid. 19:16) werd door het Nederlands Bijbelgenootschap verkeerd vertaald. Traditioneel betekent het: \u201cGij zult niet werkeloos toezien hoe een ander – dus ook de eigen kinderen – zijn ondergang tegemoet gaat\u201d, een uitvloeisel van \u201cHebt uw naaste lief gelijk uzelf\u201d (ibid. 19:18). Toegepast op het heden betekent dit: preventief ingrijpen in de medische sfeer.<\/p>\n De mens moet alles in het werk stellen om eigen en andermans leven te behoeden. Zelfs de voorschriften van sjabbat en Jom Kippoer, de heiligste dag op de Joodse kalender, wijken voor dat ene doel. Daarom heeft iedereen de religieuze plicht een arts op te zoeken wanneer daartoe op die dagen de noodzaak voor is. De Tora stelt duidelijk: \u201cPast terdege op uw zielen\u201d (Deuteronomium 4: 15). Zich daaraan onttrekken wordt in het Jodendom subtiel gelijkgesteld met zelfmoord, hetgeen ten strengste wordt verboden (vgl. Genesis 9: 5).<\/p>\n Verheven spiritueel niveau<\/strong><\/p>\n Weigering van behandeling vindt weinig genade in de ogen van vrijwel alle rabbijnen. Enige rechtvaardiging is te vinden bij de 13de<\/sup> eeuwse exegeet, arts, filosoof en mysticus Nachmanides. In zijn commentaar op de Tora (Leviticus 26: 11) schrijft hij dat men bij goed gedrag op G\u2019d kan rekenen en geen beroep hoeft te doen op artsen. Aan deze passage refereert de bekende hedendaagse halachische autoriteit Rav Wosner, die onder omstandigheden afwijzing van medische hulp uit geloof goedkeurt, echter onder de strikte voorwaarde dat er geen levensgevaar dreigt. Elders beveelt Nachmanides (Torat Ha\u2019adam, Sja\u2019ar Hasakana) de interventie van artsen echter aan. Hieruit concluderen commentatoren dat afwijzing van artsen alleen voorbehouden is aam zeer religieuze mensen, die op een hoog verheven spiritueel niveau leven.<\/p>\n Verkapte zelfmoord<\/strong><\/p>\n Wie om religieuze redenen behandeling weigert wordt een `dwaze vrome\u2019 genoemd. Maimonides schrijft hierover: \u201cEen dwaze vrome die de hulp van de arts verwerpt en enkel vertrouwt op G\u2019d gelijkt op de hongerige, die brood weigert en hoopt dat G\u2019d hem zal genezen van de ziekte `honger\u2019 \u201d. Rabbi Azulai (17e<\/sup> eeuw) meent hetzelfde: \u201cMen mag zich tegenwoordig niet verlaten op een wonder. Een zieke moet een arts roepen om zich te laten behandelen. Niemand kan beweren, dat hij beter isdan de vele vrome mensen, die al vele eeuwen lang door artsen werden behandeld\u201d (Birkee Joseef, Joree De\u2019a 336). Onder omstandigheden moet men een weigerachtige pati\u00ebnt zelfs met dwang behandelen, antwoordt de Jeruzalemse Rabbi Eli\u00ebzer Waldenberg (Responsa Tsiets Eliezer 17: 2), op een vraag van de familie van een recalcitrante pati\u00ebnt, die geen operatie aan zijn enig overgebleven oog wilde.<\/p>\n Deze houding wordt al in de Talmoed vermeld in het geval van een pati\u00ebnt die \u2013 ondanks dringend medisch advies – op Jom Kippoer iet wilde eten. Onze Talmoedgeleerden eisten dat het advies van de arts moest worden opgevolgd (B. T. Joma 83a). Radbaz (Responsa 4: 1: 139) vermaant een dergelijke pati\u00ebnt: \u201cDit is geen vroomheid maar zelfmoord\u201d (vgl. verder Sjoelchan Aroech Orach Cha\u00efm 326: 10, Mageen Awraham 6).<\/p>\n Ouderlijke macht<\/strong><\/p>\n In de discussie rond de ouderlijke macht spraken velen zich destijds terecht uit voor dwang wanneer ouders over de hoofden van kinderen heen in hun nadeel beslissen. Volgens de Tora bestaat er geen ouderlijke macht wanneer de (lichamelijke) integriteit van de kinderen wordt bedreigd. Het gebod \u201cEert uw vader en uw moeder\u201d draagt de kinderen een zorgplicht voor hun ouders op, maar is in de Joodse traditie nooit opgevat als een recht van de ouders om in te grijpen in de priv\u00e9-sfeer van hun kinderen. Ouders kunnen bijvoorbeeld niet bepalen met wie hun kinderen trouwen en moeten de belangen van hun kinderen altijd voorop stellen. In het Talmoedische echtscheidingsrecht wordt bij toewijzing van de kinderen alleen gelet op hun welbevinden en reeds tweeduizend jaar geleden werden de kinderen bij echtscheiding gehoord over de vraag bij welke ouder zij zich het meest prettig voelden.<\/p>\n De Talmoed ontkent dat de mens het recht zou hebben de eigen lichamelijke integriteit aan te tasten; een Noachidisch verbod gebaseerd op Genesis 9:5: \u201cEn waarlijk, Ik zal uw eigen bloed eisen.\u201d Dan is het toch zeker ongeoorloofd de gezondheid van de kinderen in de waagschaal te stellen.<\/p>\n Leeftijdsgrenzen<\/strong><\/p>\n In de ouder-kind relatie geldt halachisch dat ouders moeten letten op de gezondheid van hun kinderen. Zo meent Rabbi Eli\u00ebzer Waldenberg (Responsa Tsiets Eli\u00ebzer 15: 40), dat ouders er op moeten toezien, dat hun kinderen meedoen aan een oogonderzoek op school. Ook voor artsen is hier een belangrijke taak weggelegd om onwillige ouders en kinderen er toe te brengen zich te laten behandelen. Rav Waldenberg gaat verder in op leeftijdsgrenzen: ouders kunnen hun zoon tot de leeftijd van dertien jaar, en een dochter tot twaalfjarige leeftijd tot behandeling verplichten. Daarna zijn kinderen voor de Joodse wet meerderjarig en kunnen zij behandeling weigeren. Tot het 24ste<\/sup> levensjaar bestaat een `overredingsplicht\u2019 om kinderen er toe te brengen adequate medische zorg te aanvaarden (Responsa Tsiets Eli\u00ebzer 20: 47: 1). Zwakzinnigen worden geacht in levensgevaar te verkeren, zodat behandeling \u2013 indien noodzakelijk \u2013 verplicht is. De achttiende-eeuwse Chatam Sofeer benadrukt in zijn werk (Responsa Chatam Sofeer Joree De\u2019a 52) het belang van actief optreden in geval van levensgevaar op grond van het vers \u201cG\u2019d moge u in al uw handelen zegenen\u201d (Deut. 14: 29). Passiviteit is uit den boze.<\/p>\n Rabbi Mosje Feinstein (20e<\/sup> eeuw, New York) wijst wel op de mogelijk traumatische gevolgen van een geforceerde behandeling. Als de zorgverlener hier al toe overgaat, zijn tact, overredingskracht en invoelend vermogen onmisbaar. Rigide toepassing van voorschriften is niet altijd mogelijk.<\/p>\n De wijngaard<\/strong><\/p>\n Aan het begin van de burgerlijke jaartelling wandelden rabbi Jisjma\u00ebel en rabbi Akiva doorde straten van Jeruzalem waar zij werden aangehouden door een zieke man, die hen vroeg hoe hij genezen kon worden. De rabbijnen gaven hem raad. Een begeleider vroeg de rabbijnen wie deze man ziek had gemaakt: \u201cG\u2019d natuurlijk,\u201d was het antwoord. \u201cHoe kunnen jullie je dan mengen in Hemelse zaken?\u201d vroeg de begeleider toen. \u201cWat doe jij voor je brood?\u201d luidde de wedervraag. \u201cIk ben landbouwer van beroep,\u201d antwoordde de begeleider. \u201cZo,\u201d zeiden beide geleerden, \u201cG\u2019d heeft jouw wijngaard geschapen en jij neemt je de vrijheid zijn vruchten te plukken en het onkruid te wieden?\u201d Pati\u00ebnt beslist zelf<\/strong><\/p>\n Toch is de halachische praktijk in de meeste gevallen niet zo zwart-wit. Een van de belangrijke veranderingen op medisch gebied sinds de tweede helft van de twintigste eeuw, is dat de arts niet meer alleen beslist over de vraag wat er met een pati\u00ebnt moet gebeuren. De wensen van de pati\u00ebnt \u2013 en niet zozeer zijn medische behoeften \u2013 zijn van doorslaggevend belang geworden. Soms is het zelfs de belangrijkste factor wat er werkelijk met de pati\u00ebnt gebeurt. Op het gebied van de seculiere bio-ethiek ontstond er in onze tijd consensus over vier principes: autonomie, weldoen, niet-schaden en recht(-vaardigheid). Alle vier principes zijn even belangrijk. Maar in de praktijk en zeker in de Westerse rechtspraktijk, prevaleert autonomie. Het is het eindpunt van een proces, dat tijdens de Franse revolutie en de Verlichting in werking werd gezet.<\/p>\n Opmars van autonomie<\/strong><\/p>\n De opmars van de autonomie ademt de geest van het liberale individualisme van Amerika. Heel plat vertaald luidt deze levensvisie: \u201cniemand vertelt me wat ik ga doen\u201d. De secularisatie in de bio-ethiek weerspiegelt de angst en vlucht voor autoriteit \u2013 welke autoriteit dan ook, politiek, religieus of medisch. Men wil tegenwoordig zelf beslissen. Autonomie kan leiden tot extremen. Wanneer we autonomie tot het uiterste oprekken, kan hiermee zelfmoord gerechtvaardigd worden als meest extreme uiting van \u2018doen waar je zelf zin in hebt\u2019. Daarom heet zelfmoord in vele Westerse landen geen misdaad meer. Westerse rechtssystemen zijn het vrijwel unaniem eens over de eis van \u2018ge\u00efnformeerde toestemming\u2019 voordat een handelingsbekwame pati\u00ebnt behandeld mag worden. Op schending van deze eis staan wettelijke sancties. Verdedigers van het begrip \u2018autonomie\u2019, hebben categorisch gesteld dat zij geen geval kennen waarin het welzijn van de pati\u00ebnt zo belangrijk is, dat het de autonomie terzijde zou kunnen schuiven. Geen wilsbekwame pati\u00ebnt in de Verenigde Staten kan ooit worden gedwongen om voor zijn eigen bestwil een medische behandeling te ondergaan. Hoe tragisch het soms ook is, autonomie moet altijd prevaleren boven paternalistische vormen van goedbedoeld weldoen, aldus moderne opvattingen.<\/p>\n De seculiere visie is dus duidelijk anders dan de Joodse.Tijdens de Conventie Mensenrechten en Bio-geneeskunde werd het volgende op schrift gezet: \u201cEen wilsbekwaam persoon, die toestemming kan geven tot een ingreep heeft het recht deze toestemming weer in te trekken, ook al druist dit tegen de belangen van de persoon in.\u201d<\/p>\n Informed consent <\/strong><\/p>\n De moderne, bijna absolute eis van \u2018ge\u00efnformeerde instemming\u2019 lijkt te botsen met de halacha. De Tora en de heersende seculiere filosofie verschillen aanzienlijk. Alleen al de contrasterende filosofie\u00ebn van rechten en plichten vormen een duidelijke cultuurschok. Het woord \u2018recht\u2019 wordt in het Hebreeuws vertaald als \u2018zechoet\u2019 en een modern begrip als \u2018burgerrechten\u2019 is in het Hebreeuws \u2018zechoet ha\u2019ezrach\u2019. De term \u2018zechoet\u2019 als \u2018recht\u2019 ontstaat pas vrij laat. Het woord \u2018zechoet\u2019 betekende in Talmoedische tijden niet \u2018rechten\u2019 maar – zoals in \u2018zechoet Awot\u2019 of \u2018zedonot na\u2019asot lo kizechoejot\u2019- \u2018spirituele verdiensten\u2019.<\/p>\n Het begrip \u2018recht\u2019 is het product van het Westerse denken sinds de Verlichting. Toch is het begrip \u2018burgerrechten\u2019 via de Joodse traditie de maatschappij binnengeslopen. In het Jodendom heeft het kind geen recht op onderwijs maar hebben de ouders of de gemeenschap de plicht om onderwijs te geven en dit geldt ook voor vele andere burgerrechten.<\/p>\n Wil een recht serieus inhoud krijgen dan moet parallel daaraan een verplichting voor iemand anders bestaan.<\/p>\n Maakt het uit of we hetzelfde begrip als \u2018recht\u2019 of als \u2018plicht\u2019 defini\u00ebren? Dit maakt een groot verschil in houding en gerichtheid. Als burgers \u2019s ochtends vroeg opstaan en zich bewust worden van al hun rechten zal aan het eind van de dag blijken dat niemand zijn rechten volledig heeft uitgeoefend. Dat leidt tot frustratie. Iemand die \u2019s ochtends met al zijn plichten voor ogen opstaat, zal tegen het einde van de dag beseffen tekort geschoten te zijn. Welk verschil is er tussen individuen die gefrustreerd zijn door wat ze niet gekregen hebben tegenover mensen die in de problemen komen doordat ze niet al hun plichten hebben uitgevoerd!John F.Kennedy zei in zijn inaugurale rede: \u201cVraag niet wat uw land voor u kan doen, maar wat u voor uw land kunt doen\u201d.<\/p>\n Geen zorgplicht <\/strong><\/p>\n In de medische wetenschap bestaat geen plicht om voor je eigen gezondheid te zorgen of om medische hulp te entameren. Gevolg hiervan is dat niemand een verplichting heeft een ander tegen zijn wil een bepaalde behandeling op te dringen, tenzij de persoon een bedreiging is voor het algemene welzijn. Consequenties van het ontbreken van een plicht tot zelfzorg zien we dagelijks op straat in de grotere steden waar mensen rondzwerven. Het bijna absolute recht om te doen waar je zelf zin in hebt, kan leiden tot degradatie van de mens, of zelfs de dood ten gevolge hebben. Hierbij aansluitend zijn wij onwillig geworden om deze mensen te behandelen. In een aantal landen bestaat er voor een dokter geen verplichting om medische zorg te geven, zelfs niet in een noodgeval.<\/p>\n Plicht te helpen <\/strong><\/p>\n Volgens de halacha (Joodse wet) is men verplicht om te helpen, gebaseerd op verschillende pesoekiem (verzen), zoals \u201cGij zult hem zijn lichamelijke gezondheid teruggeven\u201d (Exodus 23:4) of \u201cGij zult niet werkeloos toezien hoe een ander zijn ongeluk tegemoet gaat\u201d (Leviticus 19:16).<\/p>\n Unaniem stellen de Chagamiem (Wijzen) dat er ook een absolute verplichting bestaat om voor de eigen gezondheid te zorgen. Deze teksten lijken aan te geven dat toestemming tot behandeling van de zijde van de pati\u00ebnt niet noodzakelijk is. Als men verplicht is om hulp te zoeken, zou dit in feite \u2018ge\u00efnformeerde toestemming\u2019 overbodig maken. Toch zijn er wat meer genuanceerde visies mogelijk (zie verder).<\/p>\n Eigendom lichaam<\/strong><\/p>\n Een tweede filosofisch verschil tussen de Joodse en seculiere wereldvisie heeft te maken met het concept `eigendom van het lichaam\u2019. Volgens een aantal seculiere opvattingen heeft de mens volledige zeggenschap over zijn of haar lichaam. Niemand hoeft verantwoording af te leggen over hoe hij of zij met zijn of haar lichaam omgaat.<\/p>\n Vanuit Joods perspectief heeft een mens geen absoluut recht op zijn lichaam. Het lichaam is, net zoals al het andere in de wereld, eigendom van G\u2019d. Wij zijn slechts bewaarders en zaakwaarnemers van andermans eigendom (Maimonides drukt dit treffend uit: “een nafsjo sjel adam kinjano ella kinjan HaKadosj Baroech Hoe\u201d \u2013 \u201chet lichaam is geen eigendom van de mens maar van G\u2019d\u201d). Betekent dit dat men dan geen enkele zeggenschap heeft over het lichaam? Neen. Maar G\u2019d legt wel beperkingen op aan de gebruiker. Het is vergelijkbaar met de belangrijkste bepaling uit het huurrecht: het mag wel ge<\/strong>bruikt maar niet mis<\/strong>bruikt worden, conform het contract of de afspraken. Maimonides stelt in zijn wetboek Misjne Tora:\u201cDe rabbijnen hebben vele dingen verboden vanwege levensgevaar. Iedereen die deze voorschriften overtreedt en zegt: \u201cWat kan het anderen schelen als ik mezelf in gevaar breng\u201d of \u201cWat maakt dit of dat mij uit\u201d, krijgt makkat mardoet (slaag vanwege wangedrag). Gevaarlijk gedrag wordt niet alleen verboden maar ook bestraft. Dit druist totaal in tegen het moderne idee van autonomie<\/p>\n Tegen de wil behandelen<\/strong><\/p>\n Hoe staat het met het opdringen van behandeling aan een niet-meewerkende pati\u00ebnt? Rabbi Ja\u2019akov Emden, een Duitse geleerde uit de 18de eeuw, schreef er over dat iemand die op sjabbat geen behandeling wilde ondergaan, hiertoe gedwongen kon worden:<\/p>\n \u201cIngeval van ziekte of verwonding, waarvan de arts duidelijk weet hoe hij er mee moet omgaan, moeten wij de pati\u00ebnt zeker deze behandeling laten ondergaan, ook al weigert hij die, omdat de dokter toestemming heeft van G\u2019d om te genezen. Dit betekent dat hij abcessen mag openen, mag opereren en zelfs ledematen mag amputeren om de pati\u00ebnt te redden.<\/p>\n In al deze gevallen opereren we zelfs tegen dewil van depati\u00ebnt, omdat het zijn leven zal redden. Zijn wil is niet relevant ook als hij niet wil lijden enliever wilsterven dan leven. Desondanks mogen wij zelfs een volledig lidmaat amputeren als dit noodzakelijk is. We doen alles wat nodig is om zijn leven te redden, zelfs tegen dewil van depati\u00ebnt. Deze verplichting rust op iedereen vanwege het verbod: \u2018Kijk niet werkeloos toe wanneer iemand anders zijn ongeluk tegemoet gaat\u2019. De beslissing is niet afhankelijk van de mening van de pati\u00ebnt; hij heeft niet het recht om zelfmoord te plegen\u201d. Toch is dit allemaal niet zo eenvoudig als het lijkt.<\/p>\n Gerechtelijk bevel<\/strong><\/p>\n Andere halachische autoriteiten komen tot de conclusie dat men toch niet zomaar een behandeling kan opdringen aan een onwillige pati\u00ebnt. Het gaat hierbij om drie overwegingen, die alle pleiten tegen ongenuanceerde toepassing van de mening van rabbi Ja\u2019akov Emden. Nachmanides (13e eeuw) c.s. stelt dat het voor oprecht vrome mensen toegestaan is te vertrouwen op G\u2019d. Er zijn voorbeelden van grote rabbijnen die medische behandeling weigerden en vertrouwd hebben op het gebed. Hoewel dit een opinie van een minderheid is, kan die niet zomaar worden genegeerd.<\/p>\n Verder is niet iedereen het erover eens dat men geen eigendomsrechten kan laten gelden op het eigen lichaam. Daarnaast zijn er meningen, die een gerechtelijk bevel van een Bet Dien (gerechtshof van drie dajaniem (rechters)) eisen alvorens de mitswa (het gebod) van genezing te kunnen opdringen. Rabbi Mosje Feinstein en rabbi Sjlomo Zalman Auerbach (halachische autoriteiten uit de 20e<\/sup> eeuw) hebben zich in specifieke gevallen gekeerd tegen het opdringen van bepaalde behandelingen of operaties.<\/p>\n Beperkingen<\/strong><\/p>\n Rabbi Ja\u2019akov Emden zelf heeft ook een aantal beperkingen aangegeven. Hij stelt: \u201cWij dwingen de pati\u00ebnt alleen een behandeling te ondergaan, wanneer hij door een expert behandeld wordt en hij weigert, omdat hij de regels voor de sjabbat niet wil overtreden. Als hij echter weigert omdat hij de behandeling niet als effectief ervaart – zowel om persoonlijke redenen als wanneer dit door een andere arts wordt ondersteund – kunnen wij geen dwingende behandeling voorschrijven. Zeker als hij bang is dat de behandeling hem zou kunnen schaden, mogen wij geen behandeling opleggen (en zeker niet op sjabbat).\u201d<\/p>\n Rabbi Emden maakt in zijn responsum onderscheid tussen externe en interne ziekten. \u201cBij inwendige ziektes, waarvan zelfs de arts niet precies de ziekteoorzaken en de gevolgen van behandeling kent, is het zeker beter om behandeling na te laten en kan men zich beter overgeven in de handen van Degene, die geneest zonder betaling\u201d, aldus R. Emden.<\/p>\n Reeds de bekende verklaarder Awraham Ibn Ezra (12e eeuw) maakt verschil tussen externe en interne ziekten. Alleen voor externe ziekten achtte hij medische behandeling verplicht. Vertalen wij dit in moderne termen dan betekent dit dat er verschil moet worden gemaakt tussen bewezen therapie\u00ebn en niet-medisch aangetoonde therapie\u00ebn. Behandelingsmethoden mogen alleen worden voorgeschreven, wanneer de diagnose en de behandeling relatief duidelijk zijn. Met het moderne wachtwoord van \u2018evidence-based medicine\u2019 in het achterhoofd moet de kwaliteit van zowel diagnostiek als therapie hoog zijn. Als er serieuze vragen zijn over de validiteit van diagnose en behandeling, wordt de mening van de pati\u00ebnt uitermate belangrijk.<\/p>\n Zekerheid en alternatieven<\/strong><\/p>\n In een bekend responsum behandelt rav Chaim David Halevy (opperrabbijn van Tel Aviv, 20e eeuw) het geval van een tiener die een tumor had en chemotherapie weigerde. Hij wilde alleen geholpen worden met homeopathische medicijnen. Rav Halevy citeert de mening van rav Emden over interne ziekten en sloot daarom dwang uit. Alternatieve geneeskunde wilde rav Halevy niet verbieden.<\/p>\n We letten dus terdege op de mate van zekerheid van het effect van de voorgestelde therapie (en houden daarbij ook rekening met de mening van de pati\u00ebnt) en het gevaar dat elke behandeling met zich meebrengt. Daarenboven heeft iedere pati\u00ebnt het recht andere therapievormen te zoeken.<\/p>\n Er is in de halachische literatuur een stevige discussie gaande over het ondergaan van gevaarlijke operaties, die aanzienlijke risico\u2019s met zich meebrengen maar waarschijnlijk op de langere termijn het leven kunnen redden.<\/p>\n In halachische termen moet chajee sja\u2019a worden afgewogen tegenover chajee olam (tijdelijk leven tegenover langdurig leven). De consensus tussen de Poskiem (halachische beslissers) is dat men het risico mag nemen tijdelijk leven op te offeren (overlijden op de operatietafel) om een langer leven te kunnen halen.<\/p>\n Casu\u00efstiek<\/strong><\/p>\n Rav S. Z. Auerbach werd eens een keer geconfronteerd met het geval van een blinde diabeticus met \u00e9\u00e9n been, waarbij zich in dat ene been kanker ontwikkelde waardoor het geamputeerd moest worden. De pati\u00ebnt weigerde omdat hij bang was voor de pijn van de operatie. Bovendien vreesde hij dubbel geamputeerd achter te blijven.<\/p>\n Rav Auerbach besloot dat deze pati\u00ebnt niet gedwongen of zelfs maar overgehaald moest worden om de operatie te ondergaan. Rav Mosje Feinstein heeft beslist dat men geen riskante behandelingen mag opdringen aan een pati\u00ebnt die weigert deze behandelingen te ondergaan. Rav Feinstein, die gevaarlijke chirurgische ingrepen, zelfs met geringe kans op succes, zou toestaan, wilde een onwillige pati\u00ebnt zelfs niet dwingen tot een operatie met een klein risico. Ook bij geringe risico\u2019s is volgens de halacha de instemming van de pati\u00ebnt essentieel. In een aantal gevallen telt dus de toestemming van de pati\u00ebnt zeker mee en mag deze niet worden genegeerd.<\/p>\n Rav Mosje Feinstein bespreekt nog een andere belangrijke overweging. Het opdringen van medicatie of behandeling is tegenwoordig alleen maar toegestaan als er onder de medici volledige consensus bestaat dat deze behandeling inderdaad zeer belangrijk is. Toch moet meegewogen worden dat de pati\u00ebnt bang kan zijn voor fysieke dwang. De angst voor, en stress van, dwang zelf zijn voor de pati\u00ebnt weer een bron van risico. Rav Feinstein voegt toe dat als een volwassene behandeling weigert, de dokter het risico van dwang moet afwegen tegenover het nut van de behandeling, voordat hij tot een bepaalde vorm van dwang overgaat. Het is niet ondenkbaar dat pati\u00ebnten geen baat hebben bij opgelegde behandelingen.<\/p>\n Resum\u00e9<\/strong><\/p>\n Resumerend moet de mening van de pati\u00ebnt worden gerespecteerd als het effect van de behandeling niet vaststaat (Responsum Mor Oeketsia 328) of de behandeling een risico inhoudt, ook al is de ziekte gevaarlijkerdan de therapie(vgl. Igrot Mosje, Chosjen Misjpat 2: 73: 5). Volgens rabbi Mosje Feinstein mogen artsen een riskante behandeling alleen voorstellen als de kans op spontaan herstel lager ligt dan vijftig procent. Als het lijden als ondraaglijk wordt ervaren, mag men toch geen therapie weigeren als er hoop op genezing bestaat. In de laatste momenten van het leven mag het lijden niet nodeloos worden gerekt als de pati\u00ebnt verdere behandeling weigert en de situatie hopeloos is (vgl. Igrot Mosje, Chosjen Misjpat 2: 75: 1). Maar pijnbestrijding, basale geneesmiddelen, zuurstof en voedsel blijven voorgeschreven (vgl. verder Nisjmat Avraham, Joree De\u2019a 155: 2).<\/p>\n Voeding<\/strong><\/p>\n Rav Feinstein bespreekt ook voeding onder dwang. De halacha staat tegenover voedsel anders dan tegenover medische behandeling. Onder sommige omstandigheden hoeft er niet behandeld te worden. Weigering van voedsel wordt echter gezien als vorm van passieve `doodslag\u2019 en is nooit toegestaan. Toen hem eens naar zijn mening gevraagd werd over gedwongen voeding zei rav Feinstein: \u2018Om een pati\u00ebnt onder dwang te voeden, is geen goede zaak, als dit een handelingsbekwame volwassene betreft, die niet wil eten, zeker als de pati\u00ebnt denkt dat het voedsel niet goed voor hem is, zelfs als de dokter denkt dat hij wel gevoed moet worden. Als de pati\u00ebnt meent dat het eten niet goed voor hem is, kan dit gevaarlijk zijn en moet men naar hem luisteren. De arts moet hem uiteraard proberen over te halen om medische instructies op te volgen maar als hij daarin niet in slaagt, kan er verder niets worden gedaan.\u2019<\/p>\n Het subjectieve gevoel van de pati\u00ebnt wordt meegenomen in de overweging. Niet zozeer vanwege de autonomie van de pati\u00ebnt maar meer vanwege zijn welzijn. Tegen de expliciete wil van de pati\u00ebnt ingaan berokkent schade. De halacha behandelt medische vragen vanuit de optiek van het welzijn van de pati\u00ebnt en niet vanuit de autonomie van de pati\u00ebnt.<\/p>\n <\/p>\n <\/p>\n <\/p>\n <\/p>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":" Goede zorg is niet alleen een kwestie van high tech ontwikkelingen, maar ook van nadenken over de ontwikkeling van waardeori\u00ebntaties in onze samenleving, over hoe we met elkaar omgaan rond ziektes \u00e9n over de veranderingen in de relatie tussen hulpverleners … Lees verder <\/a>Autonomie is \u2013 met name in de medische sfeer \u2013 op dit moment een \u2018hot item\u2019. Wie beslist over ons medisch welzijn? Ongeveer twintig jaar geleden speelde de vraag of weigerachtige ouders gedwongen moesten worden tot poliovaccinatie voor hun kinderen. Bezwaren van principi\u00eble aard waren voornamelijk afkomstig uit streng-religieuze kring.<\/p>\n
\n\u201cAls ik mijn wijngaard niet zou onderhouden, zou die niets meer produceren!\u201d
\n\u201cBeste man,\u201d antwoordden zij toen, \u201cbegrijp jij dan niet dat, net zoals de wijngaardniet kan groeien zonder de zorg van mensenhanden, ook de mens zich niet kan ontplooien zonder medische zorg? De mens heeft bij tijd en wijle medicijnen nodig en de boer uit onze parabel is de medicus, die zorg draagt voor de gezondheid van zijn wijngaard.\u201d Medisch ingrijpen is geboden, zelfs nolens-volens.<\/p>\nVoordracht uitgesproken door rabbijn mr drs R. Evers, rabbijn van het Nederlands-Isra\u00eblitisch Kerkgenootschap, op het symposium\u00a0Zelfhulp, zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van pati\u00ebnten, op\u00a019 september 2011, in het\u00a0Jeroen Bosch Ziekenhuis te ‘s Hertogenbosch.<\/em><\/h5>\n