Wat is het belang van de relatie tussen de eerste twee aartsvaders, die beiden zo centraal staan op de Jamiem Nora’iem ?

De relatie tussen Awraham en Jitschak, de eerste en de middelste van de drie aartsvaders, speelt een belangrijke rol gedurende de Jamiem Nora’iem. Over het leven van Awraham en Jitschak gezamenlijk, met name de offering van Jitschak door zijn vader Awraham, wordt gelajend. Diverse selichot worden ook aan dit thema gewijd.
Ma’asee awot siman lebaniem – de daden van de aartsvaders – zijn een teken voor hun nakomelingen. Deze bekende rabbinale uitspraak maakt duidelijk hoezeer het van belang is door de Tora te bestuderen te weten hoe onze aartsvaders hebben geleefd.

Identificatie met zijn vader
Uit de Tora blijkt dat de persoon van Jitschak in de vertellingen de minst ontwikkelde is. Zijn levensverhaal beslaat slechts enkele parsjiot. En dan deelt hij het podium nog eens met dat van zijn vader Awraham of zijn zonen Ja’akov en Esav. Duidelijk is dat Jitschak indruk maakt wanneer zijn latere vrouw Riwka hem ontmoet, meegaand is met zijn vader wanneer deze de opdracht krijgt zijn zoon te offeren. Maar in de episode omtrent het eerstgeboorterecht wordt hij het onderwerp van manipulatie tussen Esav, Ja’akow en Riwka. Desondanks is zijn reputatie zodanig dat juist hij wordt geassocieerd met onze hoogste feestdagen.
Jitschak identificeert zich sterk met zijn vader Awraham, hetgeen ook blijkt uit de pasoek: ‘Ele toledot Jitschak ben Awraham, Awraham holied et Jitschak’ – Deze zijn de generaties van Jitschak de zoon van Awraham …, waarna eerst volgt dat Jitschak werd geboren als zoon van Awraham, in plaats van voort te gaan vanaf Jitschak en dan zijn verdere geschiedenis te vertellen.

De berg Moria
Ondanks dat hij zijn vader alleen aan het einde van diens leven meemaakte, Awraham was al zeer oud toen Jitschak werd geboren, zijn de indrukken van die periode voor Jitschak van grote betekenis geweest en vormden de grondslag voor zijn eigen gedrag en zijn karakterontwikkeling. Typerend is de gang die zij samen maakten om op de berg Moria de offering van Jitschak te verrichten, en de Tora dit beschrijft met de woorden ‘wajelechoe sjeneehem jachdav’- en de twee reisden als één. De zin wordt zelfs twee keer opgenomen in de Tora (Bereesjiet 22:6, 22:8). Hieruit leiden onze geleerden af dat de opdracht van G-d aan Awraham ook door Jitschak als voor hem bestemd werd beschouwd.

Reacties zijn gesloten.