Op Tisja be’av staan we stil bij de verwoesting van de eerste en de tweede Tempel (Beth Hamikdasj). Allebei werden op dezelfde dag verwoest, namelijk op de negende van de maand av, in het jaar 586 voor de jaartelling en opnieuw in het jaar 70. Het is een treurdag die het begin van de ballingschap markeert. In sjoel zit men op lage stoelen en leest bij weinig licht klaagzangen. Er wordt van de avond tot de avond, gevast en er wordt geen leren schoeisel gedragen. Ook de voorafgaande drie weken, vanaf de vastendag van 17 tammoez waarop de inneming van Jeruzalem die uiteindelijk leidde tot de val van de Tempel, viel, vormen een rouwperiode waarin onder meer niet wordt getrouwd en er geen feestelijkheden plaatsvinden. In de negen eerste dagen van de maand av wordt daarnaast geen wijn gedronken en geen vlees gegeten (uitgezonderd op sjabbat). Opvallend is dat ook het decreet om alle Joden uit Spanje te bannen in 1492, op deze joodse datum viel.
Tisja be’aw – wat is er nou leuk aan deze treurigste dag van het jaar?
De verwoesting van Jeruzalem – uit de Talmoed