Open Jodendom

Kol ditsriech jetee vejifsach: Iedereen die het nodig heeft, laat hij komen en Pesach mee vieren.

Er is bijna geen Joods huis waar geen gasten zijn. Over het uitnodigen van gasten zeggen onze Chagamiem, Wijzen: “Groot is gastvrijheid met eten en drinken, want het brengt verafstaanden dichterbij hoewel het ook dichtbijstaanden verwijdert”.

Wat bedoelden onze Wijzen? “De verafstaanden worden dichterbij gebracht’’ leren we van Jitro en Mosje. Mosje was een vluchteling uit Egypte. Jitro was de opperpriester in Midjan. Toen Jitro’s dochters eerder van de weide terugkwamen, vroeg hij: “Waarom zijn jullie vandaag zo vroeg?”. Zij antwoordden hem: “Er was een Egyptische man, die ons gered heeft uit de hand van de herders. Hij heeft voor ons het kleinvee te drinken gegeven”. Toen zei Jitro: “Waar is hij dan? Waarom hebben jullie de man alleen gelaten? Roep hem, zodat hij een beetje brood met ons mee kan eten” (Sjemot/Ex. 2:20). Het vervolg is bekend.

Uit dit `beetje brood’ volgde de sjiddoech (het huwelijk) tussen Mosje en Tsipora. Twee kinderen werden uit dit huwelijk geboren; Gersjom en Eli’ezer.
Jitro werd later een geer (Joods) en ging mee met het Joodse volk. Dit was allemaal het gevolg van gastvrijheid.

Hoezo zorgt gastvrij onthaal voor verwijdering van familieleden? Dit slaat op onze neven Ammon en Moav. Beide waren kinderen van Lot, die de neef was van Avraham avinoe. Maar uiteindelijk werd in de Tora (Devariem) besloten: “Er mag geen Ammoniet en geen Moabiet in de gemeente van G’d komen…omdat zij jullie niet waren tegemoet gekomen met brood en water, toen jullie uittrokken uit Egypte”. Zij hebben jullie niets aangeboden en jullie niet willen ontvangen, toen jullie op weg waren naar Israël vanuit Egypte.

Opperrabbijn Lau vertelde eens over het belang van gastvrijheid. In Tel Aviv woonde eens een man die opgegroeid was in Litouwen. Hij studeerde aan een jesjiva aan de overkant van een rivier. In hetzelfde plaatsje woonde een familie, die veel belang hechtte aan hachnasat orchiem (gastvrijheid). Met name op Sjabbat wilde de vrouw des huizes niet aan tafel gaan zonder gasten.

Ze wilde niet dat de kinderen zouden worden opgevoed in een sfeer van egoïsme.

Op een vrijdagavond regende het vreselijk. Buiten was het bitter koud. In het hele stadje was er geen gast te bekennen. Niemand begeleidde de man op zijn weg terug van sjoel na het avondgebed naar huis. De vrouw liet haar man geen kiddoesj maken en stuurde hem door de regen, de rivier over, om één van de jesjiva-studenten te halen voor de Sjabbat maaltijd.

Toen hij aankwam in de jesjiva, waren de jongens al klaar met eten. Tranen biggelden over zijn wangen omdat niemand met hem mee wilde gaan, in dat vreselijke weer. Eén jesjiva-student had medelijden met de man en ging toch met hem mee. Uiteindelijk werd hij de schoonzoon van zijn gastheer.

De gevolgen van hachnasat orchiem (gastvrijheid) kunnen groot zijn.
Geniet van uw Pesach, maakt een mooie seider, goed jom tov en bouwt goed.

Rabbijn mr. drs. R. Evers,
Rabbijn van het NIK

Reacties zijn gesloten.