Een Sjabbat in zonnig Utrecht

Qua zonnig Utrecht had ik geen betere sjabbat uit kunnen kiezen. Het eerste weekend met zonnestralen bevonden we ons in het hart van Nederland. Op sjabbat 24 maart, een goede twee weken voor Pesach, was ik met mijn vrouw in Utrecht. We doen een weekendje weg maar wel naar sjoel, als de kinderen naar het jaarlijkse Bne Akiwa weekend zijn, en dit keer viel de keuze op: Utrecht. Zo hebben onze kinderen plezier, hebben wij vakantie en combineer ik als secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap dat met een kijkje gedurende een willekeurige sjabbat in een van onze Joodse Gemeenten, in dit geval dus de Kehilla Utrecht.

Studentenverzet

Zo sloegen wij vrijdagmiddag onze tenten op, in een hotel bij de Maliebaan. In het vrijdagmiddagzonnetje wandelden we richting de binnenstad. Eerst passeerden we het aartsbisschoppelijk paleis. De rolluiken waren dicht. Maar daarachter, daarbinnen, in het paleis van de aartsbisschop van Utrecht, bevindt zich nog steeds de kluis van de kardinaal. In die kluis werd in de oorlog de cartotheek bewaard met de namen van door het Utrechtse studentenverzet ondergebrachte joodse kinderen. Zodat wanneer ooit de oorlog op was gehouden de joodse kinderen terug konden worden gevonden. Vaak waren ze zelf zo klein dat ze geen idee zouden hebben wat hun werkelijke identiteit was.
In de Nobelstraat passeerden we de plaquette van de jurist Molengraaff, gemaakt door de Utrechts-Joodse beeldhouwer Amiran Djanashvili. We liepen langs de Nieuwegracht en passeerden op nummer 52 de woning waar ooit opperrabbijn Justus Tal had gewoond.

Unicum

De volgende ochtend konden we uitslapen. Sjoel begint in Utrecht pas om kwart voor tien. Toen ik om iets over half tien de trekbel van Springweg 164 liet schellen, werd ik dan ook als tweede sjoelganger verwelkomd.

Het was Sjabbat, het was Rosj Chodesj en het was Sjabbat Hachodesj, dus werd er uit drie Sifree Tora gelezen. Het Minhagiemboek van de Nieuwegrachtbewoner werd er bij gehaald. Wat zegt raw Tal over drie Sifree Tora? En toen begon de dienst. We waren met een man of vijftien. Waarvan de helft onder de dertig jaar oud – een mooie prestatie. En er werd goed meegedawwend ook.

Rabbijn Heintz oorde Sjachariet en ik herkende een oude Hollandse melodie van Adon Olam. Joel van de Rhoer laajende en dat deed hij feilloos. Mooi voor Utrecht dat men deze kwaliteit in huis heeft. Nog meer bijzonders in de sjoeldienst? Jazeker. Er was een jongen onder bar mitswa-leeftijd die Aniem Zemierot zong. Daaraan voorafgaand wordt in Utrecht nog Sjier Hajichoed gezegd. Op een of twee sjoels in Amsterdam na, een unicum in Nederland. De gast mocht haftara zeggen en zelfs Moesaf oren. Na afloop toonde de sjoelbezoekers er zich tevreden over, zodat het plezier van mijn verblijf in Utrecht niet was aangetast. Een van de opgeroepen mannen sjnoderde met het noemen van het bedrag in Euro’s. Ik dacht toen ik aan de beurt was dat het in Utrecht dus gebruikelijk was, dus volgde ik enthousiast zijn voorbeeld en noemde het bedrag dat ik in verband met de Mie Sjeberach die gemaakt was uit mijn naam, aan de Joodse Gemeente dacht te geven. Maar gabbai Fred Roeterdink die de Mie sjeberach-s keurig verwoordde, zei me achteraf dat ‘we dat in Utrecht eigenlijk niet doen’. Ook opmerkelijk: Utrecht sluit de Sjabbat-ochtenddienst af met het zingen van Jigdal. Alleen in Den Haag gebeurt dat ook. Het zijn details, maar daarom niet minder opmerkelijk.

Toulouse

Het was de sjabbat na de aanslag op de joodse school in Toulouse waar bij vier doden en een zwaargewonde vielen. Het Nederlands College voor Rabbinale Zaken had een speciaal herdenkingsgebed rondgestuurd, dat ook Utrecht had bereikt en keurig klaar lag. Rabbijn Heintz hield een korte inleiding waarin hij vertelde juist nog vlak voor sjabbat op internet een brief te hebben gelezen van de vrouw die in de aanslag haar man en twee van haar kinderen had verloren. Hij citeerde uit de brief de oproep die de vrouw had gedaan om nu na dit afschuwelijke drama meer goede dingen te doen waaronder sjabbat kaarsen aansteken en gasten uitnodigen voor de viering van de Seder. Na afloop van de sjoeldienst spraken we er nog over na, met de aanwezige mannen en vrouwen, bij de kiddoesj boven in de mooi nieuw ingerichte feestzaal van de Joodse Gemeente.

Wie tegen tienen begint met de sjoeldienst, is op een sjabbat als deze niet vroeg klaar. Maar ach, dat gaf niet. We waren immers op vakantie. De rest van de sjabbat als rustdag doorbrengen in het zonovergoten Utrecht was bepaald geen opgaaf.

 

Ruben Vis

Reacties zijn gesloten.