Rabbijn Evers’ reflecties over het Joodse vraagstuk van Jean-Paul Sartre

Deze week verscheen de Nederlandse vertaling van een beroemd Frans werk van de filosoof Jean-Paul Sartre: “Reflecties op het Joodse vraagstuk”. Sartres manifest tegen het antisemitisme spant een boog tussen 1946 en onze tijd, waarin zijn visie op rassenhaat en xenofobie nog steeds actueel is. Sartre maakte in het naoorlogse Frankrijk een heftig debat los toen hij een jaar na het einde van de Holocaust Reflecties op het Joodse vraagstuk publiceerde. Bij de uitreiking van het eerste exemplaar van de Nederlandse vertaling was rabbijn mr drs. R. Evers de key note speaker.

Dank aan de Salomon stichting.  Dank aan uitgeverij Boom, maar bovenal dank, lof en bewondering voor mijn goede vriend Moshe Aharon Staszewski, die de Nederlandse vertaling van Sartre’s meesterwerk heeft aangedurfd.

Moshe Aharon, je zei mij vorige week: “Je hoeft niet veel te zeggen. Onze generatie is nog steeds aan het huilen … . Woorden schieten hier tekort …”. En hiermee vertolkte je het gevoel van veel van onze ouders en generatiegenoten, maar ook van een aantal van onze kinderen.

Bij een privé verlies zijn rouwrituelen effectief en begeleiden de rouwende van isolatie en verdriet tot een nieuwe plaats in de maatschappij maar na de Holocaust was hiervoor nauwelijks gelegenheid. De overlevenden waren te druk bezig met het opbouwen van een nieuw bestaan. Liefst wilde men alles zo snel mogelijk vergeten.Men hoopte op een betere maatschappij. Velen mochten niet spreken, omdat anderen nog verschrikkelijker ervaringen hadden ondergaan. Vaak werd men zelfs geheel niet geloofd… In geval van universele rouw verliezen de rouwrituelen hun functie. Maar een presentatie als deze is ook weer een manier van rouw verwerken, proberen om te gaan met het ongrijpbare, het onbegrijpelijke, … .

Reflecties op het Joodse vraagstuk. Bij de titel bekroop mij een gevoel van afkeer. Voor alle duidelijkheid: ik vind Sartre een uitnemend filosoof en nog meer: een uiterst begaafde psycholoog. Maar: Sinds wanneer zijn wij een vraagstuk geworden? Bestaat er zoiets als een Hollands of Duits vraagstuk?  Nee, want die zijn vanzelfsprekend. De Joden zijn de grote vraag. Sartres titel raakt de essentie van het verhaal.

Wat is een vraagstuk: ik vond meerdere synoniemen, waaronder: kwestie, puzzel, vraag, moeilijkheid, opgave, thema, probleem, raadsel. Joden zijn een puzzelachtig raadsel. En zo voel ik het ook.

Onze generatie is groot geworden onder de huiveringwekkende schaduw van de meest extreme vorm van antisemitisme en Jodenhaat. Wij zijn inderdaad – en dat observeert Sartre juist – getekend en gevormd door het aggressiefste antisemitisme uit de hele menselijke geschiedenis. En dat heeft zijn sporen nagelaten, ten kwade maar ook ten goede.

Sartre schrijft over het funeste effect van het antisemitisme op de psychologie en het gedrag van de Joden, maar … hij doet ook een oproep  aan de Joden tot authenticiteit. Kort samengevat: er bestaat een verwijderende en een toenaderende werking van het antisemitisme. De Holocaust heeft een Jodendomsvervreemdende werking gehad maar heeft ook – en dat blijft mij telkens weer verbazen – veel nieuwe en positieve Jodendomsimpulsen gegeven. Maar eigenlijk is dat niets nieuws. Schaam-Joden bestonden al lang voor de tijd van Hitler en zelfhaat is zo oud als de weg naar Jeruzalem en in mijn visie bijna onuitroeibaar.
Ik kan alleen mijn eigen verhaal vertellen. Ik ben totaal kapot  geweest van zeer jongs af aan van alles wat de Joden is overkomen. Ik was een verbrijzelde persoonlijkheid van alle agressie, die ik ook na de oorlog nog voelde. Maar op die puinhopen van je gemartelde ziel, zo mooi gesymboliseerd door het gebroken glas van het Auschwitzmonument, raak je gelouterd en bouw je een positieve nesjomme op, een trots `ik’, dat zich niet schaamt voor zijn Jodendom in al zijn uitingsvormen en niet zijn eigen ik verloochent en haat en zich niet schaamt voor zijn eigen wezen, dat hele eigene, meest prive’e ego-ik, dat duidelijk niet aansluit bij zijn omgeving en dat ook in diepste wezen niet kan.

Voor mij persoonlijk was de Holocaust – niet duidelijk voor de buitenwereld maar des te duidelijker voor mijzelf – de ultieme breuk met alles wat Jodendomsvijandig is. Uiteindelijk zijn wij – zoals zo vaak gebleken is in de Joodse geschiedenis – de survivors, zijn wij, de fakkeldragers van het Jodendom als overwinnaars uit die Holocaust teruggekomen. Wij zijn – blijkt telkens weer uiteindelijk – niet de slachtoffers maar de helden van de twintigste eeuw met onze eeuwige vraagtekens bij alles wat  normaal en gewoon gevonden wordt door Jan en alleman.

Want wij hebben een boodschap gegeven aan de mensheid, in lang vervlogen verledens maar ook nog vandaag de dag. En zo zullen wij nog heel veel kunnen leren aan de mensheid, ook in een toekomst, omdat wij altijd de menselijke en G’ddelijke vraagtekens durven te zetten bij alles wat er gebeurt. Wij zijn de vraag aan de wereld.

Ik schaar mij aan Sartre’s zijde waar hij ons Joden oproept om terug te keren naar onze authenticiteit in de volste zin van het woord. Dat betekent verantwoordelijkheid en durf, want je bent altijd anders dan Jan modaal. In je levenswijze bevraag je alles. Ja, uiteindelijk mogen we ons daarmee gelukkig prijzen … .

 

Reacties zijn gesloten.