Breda viert sjoel jubileum

Een overvolle sjoel in Breda, afgelopen zondag. Ter herdenking van het feit dat dit bedehuis 20 jaar geleden tijdens een indrukwekkende dienst weer in ere werd hersteld na de gloedvolle restauratie. 

Het Bestuur van de Joodse Gemeente Breda had er zelfs extra klapstoelen voor laten aanrukken, en niet ten onrechte. De sjoel was tjokvol op de mooie zomerse zondag terwijl men onder meer luisterde naar toespraken van voorzitter Philip Soesan en opperrabbijn Jacobs. De voorzitter sprak zijn gemeenteleden toe van hen graag te verwachten dat zij ook bij de reguliere sjabbat-diensten aanwezig zullen zijn en natuurlijk bij de aankomende Hoge Feestdagen – Jamiem Nora’iem.

Opperrabbijn Jacobs begon zijn predikatie met de vraag of de renovatie van 1992 nu wel de moeite waard is geweest.

Was het achteraf bezien de moeite waard? Heeft het nut gehad? Was het rendabel? Als ik heel eerlijk ben beantwoord ik deze vraag met een volmondig ja … maar ook met een even duidelijk nee.

Nee, omdat het aantal betrokkenen klein was en klein bleef. Nee, omdat rationeel bezien de gemeenschap in deze contreien van Nederland te klein is om nog zo een prachtige sjoel te bezitten. Nee, omdat ook de toekomst er niet echt rooskleurig uitziet. Hoe realistisch is het om groei te verwachten?

Maar ook een luid ‘ja’! Een eerbetoon aan hen die werden afgevoerd om nimmer terug te keren. De stemmen van hun gebeden zijn in deze muren opgenomen. Als hier op sjabbat of op de Hoge Feestdagen de gebeden worden uitgesproken door een kleine groep sjoelgangers, worden de gebeden als het ware begeleid door de gebeden in de muren. Niemand dawwent, bidt, hier ooit alleen, ook de enkeling niet. Er is hier altijd minjan, het vereiste quorum, ook als er niemand is.

Maar er is hier meer. Het gebouw is niet alleen slechts een monument, een herinnering aan wat eens was en dat nimmer meer zal terugkeren.

Waarop de opperrabbijn hulde brengt aan de actievelingen die met hem regelmatig bijeen komen om Joods te leren in de sjoel in Breda.

Weet u, geachte aanwezigen, ik meen te mogen stellen dat ik met grote regelmaat in Breda aanwezig ben. Maar niet alleen ik, ook de heer Ollech die al tientallen jaren hier zijn sjioerim geeft. En ook rabbijn Stiefel behoort tot de vaste gezichten. Lernen is hier een genot, ik geef hier nooit een one way sjioer! We lernen samen, de Geleerden van Breda en ik. Er heerst hier diepgang, inlevingsvermogen. Het lernen hier is ook voor de docent een genot. Warmte, saamhorigheid, voor elkaar klaarstaan.

Het woord kehilla betekent letterlijk verzameling. Mozes moest de Joden bijeen brengen. Ze moesten samen een eenheid vormen. Het is goed voorstelbaar dat een grote menigte zich op dezelfde plaats bevindt, maar geen verzameling vormt, geen gemeenschap is, geen kehilla.

En ook is het heel wel denkbaar dat een veel kleinere groep mensen dusdanig bijeen komt, dat ze, ondanks hun kleinschaligheid, wel een echte kehilla vormen door de gemeenschapszin die hen bindt. Breda is een echte kehilla, een voorbeeld voor vele andere Gemeenten.

En daarom ben ik zo graag in de Joodse Gemeente Breda aanwezig.

En daarom is het goed dat midden in Breda, in de binnenstad de sjoel staat, die gedragen wordt door de leden van deze  Joodse Gemeente. Toen de Tempel in Jeruzalem verwoest werd, werden de brokstukken als het ware over de gehele wereld verspreid en van ieder brokstukje werd een klein Heiligdom gebouwd.
Een van die brokstukjes is hier in Breda terechtgekomen en daaruit is deze prachtige sjoel ontstaan. Symbool van G’ds aanwezigheid op aarde, teken dat spiritualiteit niet mag leiden tot terugtrekking uit de samenleving, maar ook dat in het materialisme spiritualiteit moet zijn. De Joodse Gemeente Breda levert door haar sjoel en door haar activiteiten in die sjoel een permanente bijdrage aan dat deel van G’ds aarde dat aan haar is toebedeeld.

 

Reacties zijn gesloten.