Jom Kippoer, onze spreek-batterij opladen

Rabbijn Shimon Evers, Amersfoort

Onlangs was ik aanwezig bij een barmitswa-diner en heb ik mij geërgerd. Wat gebeurde er? Een van de rabbijnen kreeg het woord om de barmitswa-jongen toe te spreken. Nog voordat de collega goed en wel een woord had gesproken, had bijna de helft van de zaal zijn smartphone al uit zijn zak getrokken en zat men te swipen (met je vinger over het aanraakscherm bewegen). Onderweg naar huis vertelde ik dat aan mijn echtgenote en die vertelde mij dat het onder de vrouwen niet anders was geweest.

Niet veel later hoorde ik over wat vriendinnen die gezellig wat aan het drinken waren en rondom een grote tafel zaten, allen met hun iPhone in de aanslag.
“Wat zijn jullie aan het doen?”, vroeg een nieuwsgierige buurvrouw.
“O, we zijn gezellig met elkaar aan het chatten!”

Een tijdje geleden heb ik geprobeerd om te bemiddelen in een conflict. De hoofdreden dat het conflict uit de hand was gelopen, was dat men zich bij de communicatie vrijwel alleen tot e-mail had beperkt.
Dan ontbreekt de nuance van het gesproken woord en kan een enkel woord veel harder overkomen dan het in het echt bedoeld is.

Natuurlijk moeten we blij zijn met alle nieuwe mogelijkheden van communiceren. Het doet me denken aan het begin van het bestaan van het mobieltje. In Nederland was het nog niet zo standaard. maar in Israël had toen bijna iedereen al een mobiel. Ik was in Israël voor een simcha en natuurlijk moest ik t.b.v. de terugweg langs een supermarkt om allerlei lekkernijen mee te kunnen nemen.
Tot mij verbazing hoorde ik een man spreken ‘in het niets’. Nieuwsgierig kwam ik wat dichterbij en toen ontdekte ik dat hij door zijn vrouw door de paden van de supermarkt werd geleid en telkens wisselende opdrachten kreeg om bepaalde waren in zijn karretje te leggen. Nu kijken we daar niet meer van op, maar toen was het nog een bijzonder fenomeen.
Het deed me denken aan de Misjna die vertelt dat er van ‘Boven’ een ziend oog en een horend oor is. Als wij als mensen al in staat zijn, om overal en te allen tijde met elkaar in contact te treden, zoveel temeer dan geldt dit ten opzichte van Hashem.

En dan is Jom Kippoer een heerlijke dag. We kunnen niet eens gebruik maken van onze iPhone of iPad! We zullen het mondeling moeten doen. En juist dat is onze kracht. Bij de schepping van de eerste mens zegt de Tora: “En de mens werd tot een levend wezen”. In de beroemde vertaling van Onkelos (in het Aramees), verklaart deze als volgt:

“en de mens werd tot een sprekend wezen”. Niet een e-mailend wezen, een swipend of SMSend wezen, maar een pratend wezen.

Jom Kippoer doen we de hele dag niets anders dan met Hashem communiceren op de manier, zoals Hij ons als mens geschapen heeft. Jom Kippoer is ook een dag om te denken aan de juiste communicatie met de medemens en vandaar mijn pleidooi om er toch vooral aan te denken dat de mens een sprekend wezen is.

Laten we met elkaar en met onszelf afspreken, om op deze dag onze spreek-batterij op te laden.

Gemar chatima towa.

 

Ook gepubliceerd in: De Mitswe, sept. 2012

 

Reacties zijn gesloten.