Kunnen we van andere levensovertuigingen iets leren?

Van Joseef die alleen jarenlang in Egypte verbleef, leren we hoe voortdurend Joods gedrag te behouden. Maar bovenal hoe om te gaan met de krachten van het galoet en het zelfs tot onderkoning te brengen.

De kracht van Chanoeka wordt gedefinieerd door onze verbondenheid met de Joodse identiteit. Gedurende de gehele Joodse geschiedenis hebben wij datgene dat goed is van de niet-Joodse wereld tot het onze genomen en een onderdeel gemaakt van ons voortbestaan. Het probleem met het Hellenisme was niet dat het geen interessante, uitdagende elementen kende om over te nemen. Wellicht zouden we van bepaalde aspecten iets hebben kunnen leren. Echter, het Hellenisme wilde ons Jodendom uitwissen. Daarmee zou het onze basis vernietigen. Dit konden de Chasjmona’iem in de tijd van het Chanoeka-verhaal niet accepteren. Want ten grondslag aan alles staat onze identiteit als Joden. Van een overtuiging die daarentegen in de plaats van het Jodendom wil komen, is het moeilijk iets over te nemen.

De les van Chanoeka, en de les tegen assimilatie, is dan ook: dat hoewel wij elementen kunnen overnemen, kunnen wij niet ons Jodendom geheel opgeven. De anderen in hun feestdagen na te willen doen, beïnvloedt ons, terwijl wij ons verplicht voelen, ons Jodendom sterk te uiten. Dit doen wij bijvoorbeeld op Chanoeka door de Chanoekia aan te steken en bij het raam of de deur te plaatsen. Binnen aanstekend, naar buiten uitstralend.

Reacties zijn gesloten.