Subh Divali en de gelaagde identiteit

Een mens heeft meerdere aspecten aan zijn identiteit, dat was de boodschap van de eerste Divali lezing. Ter gelegenheid van het Hindoe feest dat licht over duisternis viert, werd voor het eerst een lezing georganiseerd die plaatsvond in de Hindoe basisschool in Den Haag met reacties vanuit andere religies, waaronder het Jodendom.

Ruben Vis

Een volle aula luisterde naar het betoog van een oud-minister van justitie, getooid met een traditionele bloemenkrans. Ernst Hirsch Ballin is inmiddels teruggekeerd naar het hoogleraarschap en hij is de nieuwe Raad van Toezicht-voorzitter van ontwikkelingsorganisatie Cordaid. Daarom niet onbegrijpelijk dat hij zich kritisch uitliet over de korting op het budget voor ontwikkelingshulp in het VVD-PvdA regeerakkoord van Rutte II. Temeer daar veel van zijn toehoorders banden onderhouden met geloofsgenoten in landen als Suriname of India.

Gelaagde identiteit
Hirsch Ballin sprak van een gelaagde identiteit, en nam zijn eigen identiteit als voorbeeld. Hij schetste die gelaagde identiteit. “Ik ben rechtswetenschapper, Tilburger, maar ook Amsterdammer, katholiek, met een uit Duitsland gevluchte joodse vader, …” . Hij liet dan ook niet na begrip te tonen voor wie een meervoudige nationaliteit heeft. Uitsluiting omdat iemand niet tot de juiste identiteit behoort, leidt tot geweld, betoogde Hirsch Ballin aan de hand van een Indiase econoom en filosoof, afkomstig uit het grootste Hindoe-land, India, het Aziatische subcontinent, maar zelf overtuigd agnost. Daarna haalde hij een uitspraak aan die de Britse opperrabbijn Lord Jonathan Sacks had gedaan bij een lezing die hij hield in Amsterdam.

Vanuit protestantisme, katholicisme, islam en jodendom volgden achtereenvolgens de reacties.
Voor mij was de uitnodiging om bij de lezing aanwezig te zijn en te reflecteren een dankbare gelegenheid om te benadrukken hoe ruimhartig de Hindoe organisatoren omgaan met de invulling van hun festiviteit, n.l. om een katholieke oud-minister het woord te laten voeren, gevolgd door vertegenwoordigers van vier religieuze stromingen.

Binnenhalen van de oogst
Divali hangt samen met dankbaarheid voor het binnen kunnen halen van een goede oogst. Ook het Jodendom kent dergelijke momenten, waaronder Soekot. Een landbouwfeest en een herinnering aan de bescherming in de woestijn na de uittocht uit Egypte. Vandaar dat wij nog immer gedurende een week in onze Soeka, onze loofhut zitten. Als ik dan ter gelegenheid van de Divali lezing hier bij u in uw prachtige onderkomen, deze schitterende school kom, dan roept dat een aantal reflecties op.

Wederzijds respect
Ik schenk uit een oprecht gemoed, de drempel mijnen vredegroet. Zo dichtte de 19e eeuwse romanticus Staring respectvol over de Joodse loofhut.
Zo ervaar ik het ook. Wederzijds respect tussen de religies, en daarmee betreed ik uw prachtige hut, uw fraaie basisschool. Een school die kan bestaan vanwege de vrijheid van onderwijs. Een vrijheid die binnen de door de overheid bepaalde kaders u en ons, de ruimte biedt om onze kinderen volgens eigen tradities, waarden en normen op te voeden en te vormen zodat zij klaar worden gemaakt om hun maatschappelijke, materiële en immateriële bijdragen aan de samenleving te kunnen gaan geven.

Hoogmoedig
Prof. Hirsch Ballin haalde een uitspraak aan van opperrabbijn Sacks, een van de meest vooraanstaande joodse denkers in hedendaags Europa, die hij had horen spreken bij een conferentie in Amsterdam. De dag voor die conferentie sprak Lord Sacks bij mij in de synagoge. Opperrabbijn Sacks ging in de synagoge juist in op de dankbaarheid voor het succesvol binnenhalen van de oogst. De eerste opbrengst daarvan wordt naar de priester in de Tempel gebracht. Daarbij spreekt de brenger er van een bijzonder formulier uit, een bepaalde vastomlijnde tekst. Deze is zodanig vormgegeven dat de brenger er zijn getuigenis er mee aflegt over hoe deze opbrengst met de hulp van de Allerhoogste tot stand is gekomen, maar de tekst is ook zodanig dat de priester er in hoort zich niet hoogmoedig ten opzichte van de brenger – een boer – op te stellen.

In de getuigenis komt het woord ‘Lehaggied’ voor, dat ook vertaald kan worden met: berispen. Waarom zou de boer een berisping uit moeten spreken tegenover de priester, de koheen. Waarom zit er een berispend element in de getuigenis van de boer op het moment dat hij zijn eerste vruchten naar de tempel in Jeruzalem brengt en overdraagt aan de koheen?

Die koheen leefde zijn Tempel-leven, de boer daarentegen werkte op het land. De koheen zou hoogmoedig kunnen denken: ik leef mijn leven in een reine omgeving, in de plek die het meest heilig is, de Tempel en ik houd mij voortdurend bezig met de dienst aan H’.
De boer wil tot uitdrukking brengen: ik mag dan wel dag in dag uit op het veld werken, en jij koheen bent in de tempel, maar op het moment dat ik mijn offer breng, draag ook ik heiligheid. Kijk dus niet op mij neer!

Met uw mand vol tradities
Ik trek de lijn van opperrabbijn Sacks over de boer met zijn mand vol landbouwopbrengst,  door naar waar wij hiertoe vanavond bijeen zijn. Respecteer de ander. Wederzijds respect. U met uw mand. Uw mand vol tradities, vol verhalen, voorschriften en opvattingen. Door deze mee te dragen en door met uw mand bij te dragen aan een verdere ontwikkeling van onze samenleving. U vanuit uw religie, ik vanuit de joodse religie. Om op basis daarvan, om een actuele uitdrukking te gebruiken, te bouwen aan een beter Nederland.

Joden beslissen alles
Na afloop van de gastvrije ontmoeting liep ik door de Haagse avondlucht, passeerde tal van winkels en horeca-gelegenheden. Bijna zonder uitzondering gericht op of gedreven door mensen van niet-Nederlandse afkomst: Turkse koffiehuizen, Surinaamse kapsalons, Marokkaanse buurtwinkels. Ze waren nog open in de late Haagse avonduren.

Ik kwam in gesprek met een jonge Marokkaan en dan krijgt deze avond een heel onverwachte apotheose. Het gesprek gaat over het regeerakkoord, want dat staat dezer dagen zo vreselijk in ieders belangstelling. Hij had op de PvdA gestemd, maar voelde zich bij de neus genomen. Ook vanwege de steun van de PvdA Tweede Kamerfractie voor een verbod op halal-slachten? Nee, dat heeft er niets mee te maken. Het halal-slachten is toch niet verboden.
En waarom is dat dan niet gebeurd, vraag ik de jonge Marokkaan.
Door de joden!, antwoordt hij vol vuur. “Zij beslissen alles”, zegt hij zeer beslist. “Ik weet het zeker. Zij beheersen de politiek. Hier, in Marokko, in Amerika.” Hij is er van overtuigd dat het Amerikaanse Congres voornamelijk uit Joden bestaat, waaronder ook Marokkaanse joden. “Daar kan de hele PvdA niets aan doen.”

Mijn avond interreligie sluit af met een toevallige ontmoeting met een Marokkaan in Den Haag, ook hij met zijn ongetwijfeld gelaagde identiteit. Zijn wetenschap ontleent hij aan televisiebeelden. Vooral van Al Jazeera, naar eigen zeggen.

Reacties zijn gesloten.