Einde van de wereld? Een joodse visie

Afgelopen vrijdag 20 december 2012 (21122012), zou de wereld vergaan; volgens berekeningen van de oude Midden-Amerikaanse Maya kalender. De verwachting is niet uitgekomen. Media voedden onze angst voor het einde der tijden. Maar is dat zo angstwekkend? En wat zegt het Jodendom over het einde der tijden?

Rabbijn mr. drs. R. Evers

 

Gevaarlijke trekjes

Doemdenken over het Einde der tijden is niet nieuw in 2012. Ook aan het einde van de twintigste eeuw staken allerlei doemscenario’s de kop op: vervuiling en verstikking, explosieve groei van de wereldbevolking et cetera.

Wie onheil verkondigt, wil meestal gelijk krijgen. Als de werkelijkheid weigert de voorspelling in te lossen, voert de gekrenkte profeet de dosis op. Zo iemand is publicist W.L. Brugsma, zo iemand is ook Alexander King, medeoprichter van de Club van Rome. Blijkbaar bevredigen dergelijke fantasieën over de onafwendbare ondergang een diepe psychische behoefte. En niet alleen van de boodschappers zelf, maar ook het publiek luistert gaarne naar doemdenkerige voorspellingen. Vaak worden de toekomstvoorspellingen gepresenteerd als definitieve wereldbeschouwelijke conclusies op basis van enig onderzoek. Mijns inziens krijgen deze profetieën dan riskante, ja, gevaarlijke trekjes.

Waarom riskant? Omdat alle voorgaande ingrediënten nu in dezelfde pan worden gegooid, waaruit alleen nog een soort metafysische damp opstijgt die het vermogen helder te denken over de onderscheiden problemen kan bedwelmen.

Waarom gevaarlijk? Omdat de nieuwe scenario’s het irrationalisme, toch al het fatale kenmerk van het denken in deze eeuw, nieuw leven inblazen. Want in hun analyse van de huidige situatie in de wereld ligt de catastrofefantasie dichter dan ooit bij de wens van de wonderbaarlijke redding.

Hiernumaals en Hiernamaals: de zesduizend jaar van deze wereld

Laten wij nu ons oor eens te luisteren leggen bij wat onze Wijzen uit de Talmoed ons over de nieuwe wereld, de tijd van de Messias, te vertellen hebben.

Volgens de Talmoedische traditie zal deze wereld zoals wij die in de huidige gedaante kennen, zesduizend jaar voortduren. In de Joodse jaartelling vanaf de Schepping bevinden wij ons op dit moment in het jaar 5773, vanaf het begin van de wereld. Volgens de Talmoed zijn de eerste tweeduizend jaar van de wereld zonder Tora geweest. In het jaar 1948 na de Schepping stond Abraham, onze Aartsvader op en begon met het verspreiden van Tora-kennis. De Tora werd gegeven in het jaar 2448 na de Schepping, en de tweede periode van tweeduizend jaar was de periode waarin de Tora uitgewerkt werd, en uiteindelijk ook de Mondelinge Leer (de Talmoed en essentie van het Jodendom) werd opgeschreven.

De laatste tweeduizend jaar van de zesduizend jaar die wij te gaan hebben in deze G’dsverduistering, wordt het tijdperk van de Masjie’ach genoemd. Het Messiaanse tijdperk is nog steeds niet aangebroken. Niettemin geloven wij steevast in de komst van de Messias.

In zijn twaalfde geloofsartikel bespreekt Maimonides de komst van de Messias: “Ook wanneer hij lang op zich laat wachten, hoop ik niettemin iedere dag op zijn komst”. Met dit geloofsartikel op de lippen trokken honderdduizenden gelovigen de gaskamers binnen. Geloof geeft ons kracht tot hoop en hoop wekt op tot liefde.

Big Bang en Big Crunch

Het Jodendom gaat ervan uit dat de wereld vanuit één materieel punt werd geschapen. Dit materiële punt was de funderingssteen op de Tempelberg, waar altijd de Heilige Ark met daarin de Stenen Tafelen en de Tora-rol van Mozes gelegen heeft. Vanuit dit materiële punt dijde het heelal uit, totdat G’d de ongeremde groei van de materie een halt toeriep.

Na de komst van de Masjiach – rond het jaar 6000 na de Schepping – breken er één of twee millennia van ongebreideld zielengenot aan. Gehuisvest in een aards omhulsel van vlees en bloed zullen de zielen ten volle kunnen genieten van G’ds uitstraling, zoals die reeds nu potentieel in de wereld aanwezig is. Maimonides zegt aan het einde van zijn reusachtige codex, dat het enige verschil tussen nu en de tijd van de Messias zal zijn dat wat nu potentieel aanwezig is, dan realiteit zal zijn geworden.

De intense alom tegenwoordigde aanwezigheid van het Opperwezen

De mensheid zal kunnen genieten van de intense alom tegenwoordigde aanwezigheid van het Opperwezen. Geen groter genot bestaat er, geen grotere beloning kunnen wij ons voorstellen. Aan het einde van het zevende of achtste millennium zal de wereld weer ineenschrompelen en verdwijnen in het Opperwezen. Zo ziet de Apocalyps vanuit het Jodendom eruit. Ik denk dat er geen positiever eindbeeld mogelijk is dan de gedachte dat de hele wereld, het totale universum, weer volslagen op zal gaan en een éénheid zal gaan vormen met G’d.

Reacties zijn gesloten.