Parsja Tsav 5773

(Vajikra/Leviticus 6:1-8:36)

Tsav (gebied)

  • Aharon krijgt nadere instructies voor de offers: wat, waar en hoe van de offers gegeten mag worden.
  • Het vuur op het altaar moest altijd blijven branden.
  • Bloed en bepaalde vetdelen mogen niet gegeten worden.
  • Het offervlees en ook degene die ervan eet moet rein zijn.
  • De gehele gemeente werd bijeengeroepen om Aharon, zijn zoons en de Tempelvoorwerpen in te wijden.
  • Mosje kleedde Aharon en zijn zoons in de priesterkledij en zalfde het heiligdom en Aharon.
  • Aharon en zijn zonen moesten zeven dagen en nachten bij de ingang van de Tent der Samenkomst blijven in verband met de ambtsaanvaarding.

Tsav is de 25e parsja, bestaat uit 8 afdelingen, waarvan 7 open en 1 gesloten zijn, telt 97 verzen, 1353 woorden, 5906 letters en is de 38 na langste parsja. Bevat 9 ge- en 9 verboden.

VERDIEPING I: Is leunen een essentieel onderdeel van de Seiderviering?

Het is maandagavond Seideravond. Daarom volgen hieronder wat achtergronden.

In de Talmoed Jeroesjalmi (Pesachiem 10:1) staat: “Waar staan de vier bekers wijn aangeduid  in de Tora? Rabbi Jehoeda in naam van Rabbi Benaja zegt dat de vier bekers zijn ingesteld tegenover de vier uitdrukkingen van bevrijding, die in Parsja Vajera staan toen de Joden de bevrijding uit Egypte aangezegd kregen: “Zeg daarom aan de Bnee Jisraeel:

1. Wehotseeti- Ik zal jullie uitvoeren,

2. Wehitsalti – Ik zal jullie redden,

3. Wega’alti- Ik zal jullie bevrijden,

4. Welakachti- Ik zal jullie nemen (Sjemot/Exodus 6:6-7)”.

Verder worden er nog andere redenen gegeven voor de vier bekers:

2. Rabbi Jehosjoea ben Levi zegt: de vier bekers staan tegenover de vier bekers van Farao in de droomuitleg van Joseef tegenover de wijnschenker. Hierna werd Joseef onderkoning. Toen kwamen de Bnee Jisraeel naar Egypte en zo ontstond de slavernij, wat weer de inleiding op de

3. Rabbi Levi zegt: tegenover de vier vreemde mogendheden die Israel zullen verdrukken. De Egyptische `experience’ was slechts een voorbode voor vele andere volkeren, die ons zouden onderwerpen. Zo loopt de historische lijn vanaf de Exodus tot de uiteindelijke verlossing in de Messiaanse tijden.

4. De Chachamiem zeggen: tegenover de vier bekers van straf die G-d in de toekomst verschillende volkeren te drinken zal geven waar tegenover G-d in de toekomst vier bekers van troost aan het Joodse volk zal geven.

Het verschil tussen de eerste en de laatste redenen is dat er volgens de laatste redenen geen duidelijk verband bestaat tussen de bevrijding van de Bnee Israel uit Egypte en de vier uitdrukkingen van bevrijding. Volgens de eerste reden drinken wij vier bekers tegenover de vier stadia en niveau’s van bevrijding bij de Uittocht.

In zijn Sjoelchan Aroech (Orach Chaim 472:14) schrijft de Alter Rebbe bij de voorschriften van het leunen: “Wanneer moet men leunen?

  1. Tijdens het eten van de olijfgrootte Matza,
  2. tijdens het eten van de sandwich van Hillel,
  3. tijdens het eten van de Afikoman,
  4. en het drinken van de vier bekers”.

Omdat al deze vier onderdelen van de Seider een herinnering zijn aan de vrijheid. Daarom moeten deze zaken op een manier van vrijheid, dus leunend gevierd worden. Maar als je de rest van de maaltijd wilt eten en drinken zonder te leunen mag dat. Desondanks is het leunen tijdens de hele maaltijd een goede zaak. Je doet de Mitsva van het gedenken en herbeleven van de bevrijding dan op een bijzonder fraaie manier.

Wat is de reikwijdte van de leunplicht, de Dien van haseba? Is het een zelfstandige verplichting of is het een onderdeel van bijvoorbeeld het eten van matza?

Dit kan op verschillende manieren worden uitgelegd:

  1. Het leunen is geen aparte verplichting, maar een onderdeel van de verschillende mitzvot van Seideravond, zoals het eten van de Matza en het drinken van de vier bekers. Net zoals er verschillende voorwaarden zijn voor de beker of de Matza, zo zijn er voorschriften hoe we de vier bekers moeten drinken of de Matza moeten eten. Leunen is dus onderdeel van andere Mitzvot.
  2. Het leunen is een zelfstandige Mitsva. Je moet op Seideravond laten zien dat je je vrij man voelt. Dit laat men onder andere zien door te leunen. Ietwat anders geformuleerd: eten en drinken zijn details van de Mitsva van het leunen.

Praktisch verschil zou zijn het geval dat men de Matza zonder leunen heeft gegeten. Men kan zich afvragen of men de Mitsva van het eten van de Matza ook zonder leunen vervult:

  1. Als we zeggen dat het leunen een onderdeel is van de Mitsva van het eten van de Matza, dan geldt dat als men niet geleund heeft, men de Mitsva van eten van Matza niet vervuld heeft omdat het leunen een integraal en onmisbaar onderdeel is van het eten van Matza.
  2. Maar als het eten van de Matza een detail is in de alles overkoepelende leunplicht dan geldt het volgende: als men niet geleund heeft, heeft men de Mitsva van het leunen niet (goed) vervuld maar er is geen gebrek in het vervullen van de Mitsva van het eten van Matza.

Dat betekent dat volgens

  • de eerste uitleg wanneer men de Matza gegeten heeft zonder te leunen men opnieuw leunend Matza moet eten.
  • Volgens de tweede uitleg hoeft dat niet (Bron: Chidoesjiem oeBioeriem beSjas).

VERDIEPING II: Gewapend trokken de Israëlieten uit Egypte

Toen de Joden uit Egypte trokken, namen ze wapens mee, zoals er geschreven staat (Sjemot/Ex. 13:18): “Gewapend trokken de Bné Jisraëel uit het land Egypte”. Waarom heeft G’d de Bné Jisraëel niet geboden te vechten met de Egyptenaren aan de oever van de Jam Soef? Wanneer G’d ze zou helpen, zouden ze op natuurlijke wijze de overwinning hebben kunnen behalen. Waarom wilde G’d liever een groot wonder verrichten waarbij de natuur buiten werking zou worden gesteld, de zee gespleten zou worden en Farao met zijn hele leger in de Jam Soef zou verdrinken?

Chatam Sofeer (18de eeuw) legt uit, dat de Egyptenaren de Bné Jisraëel in eerste instantie toch veel gastvrijheid hadden geboden, hoewel dat later omsloeg in slavernij en onderdrukking. Onze Wijzen leren ons (B.T. Bawa Kamma 92b) dat men niet moet spugen in de put waaruit men gedronken heeft. Daarom heeft G’d ons ook opgedragen (Dewariem 23:8) dat wij de Egyptenaren niet mogen verafschuwen “omdat u een vreemdeling was in zijn land”. Daarom zou het onjuist zijn geweest wanneer de Joden zelf wraak hadden genomen op de Egyptenaren, die hen in de eerste instantie gastvrij hadden onthaald. Het moest G’d Zelf zijn, die het Egyptische volk zou straffen vanwege hun slechte daden. Dankbaarheid is een belangrijke eigenschap. Aharon moest daarom de Nijl slaan met bloed en kikvorsen. Mosje mocht dat niet doen omdat Mosje in de Nijl beschutting had gevonden toen zijn moeder hem verborg voor de Egyptische soldaten.

VERDIEPING III: Het getal vier

In de Seider staat het getal vier centraal. Er zijn vier vragen, vier zonen en vier bekers. Verschillende verklaarders zien in het getal vier een verwijzing naar de vier Aartsmoeders Sara, Riwka, Racheel en Lea, die een voorbeeld vormden voor de ‘nasjiem tsidkaniot’ ‑ de vrome vrouwen uit Egypte, die de moed niet opgaven. Ook herinnert het getal vier aan de vier eigenschappen, waarin de Joden zich onderscheidden in Egypte. Ze veranderden hun kleding, taal en namen niet en gaven elkaar niet aan bij de Egyptische overheid.

Op een dieper niveau geschouwd staat het getal vier in de Kabbalistische leer van de ‘sefierot’ voor het begrip chessed ‑ liefde, de vierde sefiera (sfeer). Op Seideravond benadrukken wij de enorme chessed van Hasjeem. Toen de Joden bij de Schelfzee stonden, zeiden de Engelen tegen Hasjeem: “wat zijn de Joden beter dan de Egyptenaren? Beiden hebben afgoden gediend?”

Toch redde Hasjeem de Joden uit liefde voor de Aartsvaderen.

HAFTARA: van Sjabbat hagadol: Maleachi hoofdstuk 3

Het openingsvers van de Haftara van deze week luidt:

“Dan zal het meeloffer van Jehoeda en Jeruzalem aangenaam zijn voor G’d ” (Maleachi 3:4).

De profeet kijkt uit naar de Masjieach en de Tempelherbouw. G’d kijkt met speciaal verlangen uit naar het meeloffer, het goedkoopste offer.

De Mesjech Chogma verwondert zich hierover. Hij komt met de volgende oplossing. De Talmoed (B.T. Menachot 104 b) stelt dat alle offers of door een individu of door een aantal individuen of door het hele volk tezamen gebracht kunnen worden. Het meeloffer is hierop een uitzondering omdat het alleen maar door een individu of door het hele volk gebracht kan worden. Wanneer de Tora spreekt over de personen die een meeloffer kunnen brengen, wordt het woord “Nefesj” (een ziel) gebruikt, een woord dat of een enkel individu betekent of het hele volk als in de vers (Bereesjiet 46:26). “Alle zielen van het huis van Ja’akov die naar Egypte afdaalden”.

Wanneer het gaat over het huis van Ja’akov spreekt de Tora over één Nefesj, in het enkelvoud hoewel we het in het meervoud vertalen omdat Ja’akovs familie een eenheid vormde. Het was anders bij de familie van Esau (Bereesjiet 36:6) waar geproken wordt van Nefasjot ‑ zielen omdat zij géén eenheid vormden.

G’d kijkt uit naar het meeloffer omdat het alleen gebracht kan worden door een volk dat als één man gericht is op de G’dsdienst. Het gaat G’d uiteraard niet om het meeloffer maar om het geestelijk klimaat waarbinnen het gebracht werd. Eenheid vervult ook G’d met vreugde, als het ware.

Geestelijke verarming
Het meeloffer als symbool van eenheid van het Joodse volk in dienst van G’d vinden we terug in een commentaar op het vers “En Israël werd erg arm” (Richteren 6:6). Hierop becommentariëren onze Wijzen: “Zij waren niet in staat om een meeloffer te brengen waar over geschreven staat “én als hij arm is” (Wajikra 14:21). Volgens de Mesjech Chogma betekent dit niet dat de Joden zo arm waren dat ze zich geen meeloffer konden veroorloven. De Joden hadden hun geloof verlaten voor de Ba’al en Asjera. Daarom kon Israël geen meeloffer brengen. Ze waren geen eenheid. G’d stuurde bij de uittocht uit Egypte Mosjé en Aharon. Bij de uittocht waren de diensten van zowel Mosjé als Aharon noodzakelijk. Aharon die altijd vrede stichtte, zorgde voor de fysieke eenheid binnen het volk. Het was Mosjé, die deze basale eenheid verhief tot een niveau van spirituele harmonie waardoor Israël uiteindelijk bevrijd kon worden.

 

Reacties zijn gesloten.