Parsja Chol Hamoeed 5773

Omdat het deze Sjabbat, Sjabbat Chol Hamoeed is zullen er deze week andere verklaringen gegeven worden in plaats van de gebruikelijke Parsja verklaringen.

De splijting van de Jam Soef op de zevende dag Pesach vormde het begin van de volledige bevrijding. Niet voor niets zongen de Joden de sjierat hajam – het lied van de zee. Het was de profeet Jechezkeel die de geboorteweeën van het Joodse volk in Egypte zo treffend schilderde: “Ik trok over u heen en zag u wentelen in uw bloed en ik zei tegen u: In uw bloed zal u leven, bedamajich chaji”.

Het uitverkoren volk was voorbestemd voor een totaal andere levensdimensie dan de rest van de mensheid.

Bij de doortocht door de Schelfzee schrijft de Tora dat de Joden “wejàminoe baSjeem oeweMosjé awdo” – geloofden in G’d en in Mosje, zijn dienaar. Ook de Joodse slaven in Egypte hielden zich staande door hun geloof. Maar het geloof na de bovennatuurlijke bevrijding had een heel ander karakter.

Enige echte realiteit

Wat is geloof? Sommigen geloven dat G’d de wereld heeft geschapen. Anderen gaan ervan uit dat G’d nog steeds ingrijpt in het wereldgebeuren. De hoogste vorm van geloof is dat G’d de enige echte realiteit is. De geschiedenis heeft de realiteit van G’ds Tora als het transportabele vaderland van het Joodse volk bewezen.

Wat is de stand van het geloof aan het begin van de 21e eeuw? We hebben in de zestiger jaren veel te snel gebroken met de `knellende geloofsbanden’, die eeuwenlang een belangrijke inspiratiebron zijn geweest.

De verhitte debatten over religie in de openbare ruimte zijn een gevolg van een collectief verwerkingsproces waarin de band met de religie opnieuw gedefinieerd moet worden.

Religiestress is mede een gevolg van een aantal ondoorbreekbare orden:

  1. de orde van de materie (ons dagelijks brood)
  2. de orde van de kennis  (wetenschap en ons verstandelijk bezig zijn) en
  3. de orde van de emotie, liefde en ontzag.

Liefde is voor G’d geschapen

Het is belangrijk, dat onze gevoelens van ontzag en liefde hun hoogste Object kunnen vinden. Onze liefde richtte zich te vaak op onze begeerten, onze bezigheden, afleidingen en hartstochten, waar onze liefde kan blijven steken in aardse trivialiteiten.

Wij kunnen niet meer `davvenen’ (bidden). Het gebed wil onze liefde en ons gevoel voor ontzag hoger later reiken. Hoger laten reiken naar het Object waarvoor deze liefde en dit ontzag geschapen zijn.

We maken een denkfout: het is niet zo dat wij de liefde voor G’d kunnen leren uit de aangeboren liefde voor onze ouders, kinderen, familie of vrienden. Het Jodendom stelt eigenlijk het omgekeerde. De liefde van en voor onze ouders, kinderen, familie of vrienden is slechts een voorbeeld waardoor wij de ware liefde van G’d voor Zijn wereld kunnen kennen.

Daardoor kunnen we met liefde en ontzag onze gebeden op het Opperwezen richten.

G’d is kenbaar

G’d is niet alleen kenbaar vanuit de Bijbel, de Tora. Maar hoe dan nog meer? Wat is dan wel de weg naar iets individueels, spiritueels, dat ons nader tot G’d kan brengen, waarbij het positieve in de mens kan overheersen en zijn plaats kan vinden?

Zijn we niet

  • teveel consument geworden in plaats van gevend en
  • te kritisch naar anderen in plaats van de hand eens in eigen boezem te steken?

Een religieuze houding betekent:Te beseffen, dat wij slechts een gedachte van G’d zijn en dat niet wij G’d bedacht hebben (afhankelijkheid, aanhankelijkheid en loyaliteit);

Gevoel voor transcendentie, het eeuwige, boventijdelijke en bovenaardse;

Gevoel voor de verborgenheid van G’d achter dat vernisje van de materiele wereld; gevoel voor de nesjomme van onze medemensen achter de lichamelijkheid van ons bestaan;

Plaatsmaken voor het G’ddelijke in de wereld, door zich hiervoor open te stellen;

het religieuze als iets bijzonders, heiligs en unieks te ervaren en het niet te laten verhuiselijken, profaniseren en banaliseren zodat het in de gewoonheid ervan verloren gaat;

vanuit de geborgenheid van G’d reiken naar de Ander en de ander;

bescheidenheid, kleinheid, liefde voor stilte en overgave;

een bepaalde mate van zelfbeschouwing en zelfkritiek; maar ook

een bepaalde mate van ontevredenheid met het ik-tijdperk, de vergoddelijking van de eigen ervaringswereld, de vergoddelijking van de mens zelf (omdat hij geschapen is naar G’ds evenbeeld) en de vette tevredenheid met het eigen ik omdat dat G’ds gelijkenis zou zijn;

onszelf steeds durven afvragen wie we zijn, waarom we geschapen werden en wat we hier op moeder aarde doen, constante verbazing in G’ds wereld en ontzetting over de vraag waar we naar toe gaan;

activiteit om iets moois neer te zetten, iets te presteren in de religie zonder doorlopend vermaakt te willen worden en accuut geemotioneerd te willen raken of direct en constant geamuseerd te willen blijven.

De alternatieve weg

Het gaat mij om religie en spiritualiteit. Davvenen (bidden) is in eerste instantie verkeren met het Opperwezen.

Nu zijn spiritualiteit en mystiek veel besproken containerbegrippen, die zo ongeveer alles kunnen betekenen maar vooral wijzen op:

  1. De mate waarin het individu met zichzelf bezig is (een typische uiting van het ik-tijdperk) en
  2. Hoe goed hij in zijn spirituele vel steekt en in zijn eigen geestelijke ogen scoort.

Ik vind religie een normaal component van de mens. Religiositeit is: ontvankelijk zijn en openstaan voor het Andere en andere. De religie is een gesystematiseerde, gestructureerde vorm van religiositeit. Maar er zijn andere wegen tot G’d.

Vormen van spiritualiteit

Spiritualiteit kent verscheidene vormen. Wat is dit: spiritualiteit?

Spiritualiteit:

  1. ontwijkt materialiteit,
  2. gaat voorbij aan de zintuigelijke waarneming en duidelijke causaliteit,
  3. kan (zelfs) ongestructureerd zijn, en
  4. kan grote invloed uitoefenen.

Behoefte aan een verticale dimensie

Veel mensen voelen een drang en een hang de materiële wereld te ontstijgen. Hoe vaak komt dit voor in de normale bevolking? Zeer regelmatig: niet in geìnstitutionaliseerde vorm maar meer als behoefte aan een verticale dimensie.

PERSOONLIJK JOODS GELOOF

Geloof is heel persoonlijk. Wat maakt ons Jodendom Joods?

Jodendom is nogal:

  1. Universeel. Jodendom kent veel universele ideeën met visies op de mens.
  2. Duidelijk. Natuurlijk is het Jodendom gekleurd door een bepaalde levensopvatting en heeft het voorkeur voor een bepaalde lifestyle en levensritme.
  3. Holistisch: de vele geboden vormen een geheel en zijn de kern en essentie van de mens.
  4. Dialectisch: Maar Jodendom blijft dialectisch met alle mogelijke visies. Jodendom is `altijd in discussie zijn’, een religie van het Woord `G’d zei en het was er`. G’d laat zich als het ware door de mens overtuigen, zoals de Tora letterlijk stelt.
  5. Breed: het omvat goed en kwaad als eenheid. Er gebeuren in G’ds wereld vreselijke dingen, iedereen heeft daar moeite mee; ook G’d lijdt mee in de tragiek van de mensheid. De loop van de natuur kan tragisch zijn.

G’d is verborgen

G’d is onzichtbaar oftewel verborgen. De (religieuse) mens is doorlopend op zoek naar G’d, het G’ddelijke in de wereld. Er bestaat geen geloofszékerheid.

G’dsgeloof is hechting aan het Opperwezen dat boven onszelf uitstijgt, die krachten bezit, die wij niet kennen en niet kunnen beïnvloeden. Geloof is een intuïtieve zaak.

Samen met de gemeenschap

Het Joodse volk heeft grote creativiteit opgebracht. Wij zijn snel in onze ontwikkeling. Het Jodendom geeft groepsverbondenheid en onderlinge solidariteit. De Joodse herrijzenis is een G’dswonder.

Het middel om tot G’d te komen: de mind

Het lijkt erop dat de begrippen `ziel’ en `geest’ tegenwoordig worden verwisseld met `de hersenen’. Maar dit is onvoldoende bewezen en erg on-Joods.

Wat is definitie van ziel of nesjomme? De ziel is een metafoor voor een conglomeraat van psychische functies, die leiden naar begrip van en contact met de wereld, G’d en de medemens.

Niemand heeft deze ziel ooit gezien of ontleed. Toch vormt het onze essentie. Het blijft verborgen achter ons lichaam. Zoals Hasjeem Zich achter de wereld verstopt.

De mens is een spiritueel wezen

Het individu is niet te vinden in de hersenen, en niet te benaderen door hersenexperts. Voor neurobiologen is het individu ongrijpbaar.

Pas toen G’d in Adams neus blies werd hij een mens, een individu.

De Verlichting en de gevolgen

Er zijn mensen bij wie “rede” en “natuur” centraal staan, die geloof en het bovennatuurlijke achter zich gelaten hebben en die zichzelf als een aanhang(st)er van de Verlichting noemen.

De Verlichting werd een periode van haast messiaans geloof in vooruitgang van de technologie en de wetenschappen. Alleen was “waar” wat experimenteel bewezen kon worden en de Eeu-wige en de religie werden gemarginaliseerd.

Seculier versus gelovig

De secularist kreeg voorrang, niets was meer heilig voor hem. Er bestaat geen a priori zonder bewijs. De ontwikkelde secularist is een denker en neemt een belangrijke plaats in de maatschappij in.

De gelovige mens, die met mede-gelovigen banden onderhoudt en religieuze tradities naleeft, bevindt zich op zijn best in de schaduw. Zij zien fantasieën aan voor de realiteit, staan onder de `intelligentsia’ en hebben irrealistische gedachten en denkbeelden: wie de religie omhelst verlaat het kamp van denkers; het zijn  deserteurs. Geloof en rede zijn tegenstellingen, rede is een bron van licht, geloof dimt dat licht. Maar zo ziet het Jodendom het niet.

Rede en geloof

De rede is niet de universele bron van licht. Religiositeit is affiniteit met de grondslagen van de religie. Dit omvat een boven-natuurlijke wereld en een verlangen naar die metafysische wereld te reiken.

De gelovige is gevoelig voor het G’ddelijke en heeft  een idee van een Bovenaardse macht.

Religie refereert aan religieuze doctrines en vereist “omhoogvliedende” ideeën en gevoelens.

Vreugde, geluk en verrijking

Maar voor alle Joodse benaderingen geldt, dat “Omhoog kijken” geen gratuit gebeuren is maar leidt tot de metafysische wereld met al haar eigen structuren, eisen, beloften en opdrachten.

Dat is een `niet direct rationele wereld’ maar absoluut geen lege  wereld. Er zijn ongedefinieerde krachten die een mens maar ook een gemeenschap sterk kunnen beïnvloeden.

De Boven-aardse wereld is “mystiek”

De Boven-aardse wereld is “mystiek”. Het heeft een mystiek tintje en wordt ervaren als een superieure weg om via vertellingen, duiding en uitleg uitdrukking te geven aan zaken die niet concreet zijn maar intens en vol betekenis.

De G’ddelijke mystiek heeft een vergaande invloed op de mens. Het is, sterker nog, geworteld in de maatschappij.

Voor de gelovige heeft deze mystiek een aantal betekenissen en functies:

  • ongelimiteerde creativiteit en
  • de hoogste moraliteit.
  • imitatio Deï, onbereikbaar, maar wel een richtlijn in het leven. Daarin vormt zich het geweten. Schuldgevoelens bij afwijkingen zijn mogelijk.
  • G’d beschermt, troost en leidt bij emotionele fasen.
  • G’d verwacht van de mens een altruïstisch karakter, het leven te heiligen, een positieve bijdrage aan de gemeenschap schenken.
  • Lukt dat niet allemaal dan nog moet de mens er het beste van maken.
  • De relatie tot G’d is een van afhankelijkheid. Dit is niet infantiel maar de geschapen realiteit.

Afhankelijkheid

Een volstrekt onafhankelijke persoon bestaat niet, er is altijd een bepaalde afhankelijkheid, ook met G’d.

Religiositeit maakt het leven lichter, formuleert een doel in het leven. G’d heeft daar wel een groot aandeel in. Zonder betekenis of doel in het leven verliest het leven zijn glans.

Reacties zijn gesloten.