De beracha over bloeiende vruchtbomen

 Door opperrabbijn mr. drs. R. Evers

Het Jodendom kent het voorschrift om een beracha (zegening) uit te spreken over vruchtbomen die in bloei staat. Daarmee dank en respect tonend voor de Goddelijke wAmandelbloesem (detail) VincentvanGogh 1890onderen der natuur. We doen dit in de maand Niesan. Dit jaar is het in Nederland zo zacht geweest in de wintermaanden en het vroege voorjaar, dat al begin Niesan de vruchtbomen in bloei komen. Dit, terwijl het vorig jaar, het koudste voorjaar was sinds 1964 en we de bloesem aan de bomen in de maand Niesan niet aantroffen.

Rabbijn R. Evers behandelt een aantal van de meest primaire vragen over de mitswa om een beracha uit te spreken over met bloesem bloeiende vruchtbomen aan de hand van het boek Pitchée Tesjoewot.

De beracha over bloeiende bomen in Niesan luidt:

בָּרוּךְ אַתָּה ה’, אֱלֹק-ינוּ מֶֽלֶךְ הָעוֹלָם, שֶׁלֹּא חִסַּר בְּעוֹלָמוֹ דָּבָר, וּבָֽרָא בוֹ בְּרִיּוֹת טוֹבוֹת וְאִילָנוֹת טוֹבִים לְהַנּוֹת בָּהֶם בְּנֵי אָדָם

Geprezen bent U, Eeu-wige, Koning van de wereld, die het in Zijn wereld aan niets heeft laten ontbreken, en er goede schepselen in geschapen heeft en goede bomen om de mensen daarvan te laten genieten.

Deze beracha over de bloeiende vruchtbomen is bijzonder. Bij de meeste berachot (zegenspreuken) geldt geen mitsva (opdracht) om op zoek te gaan naar het bijzondere fenomeen of de zaak om daarover vervolgens een beracha te zeggen. Voor deze beracha geldt volgens Eliyahoe Rabba, en zo is de tegenwoordige gewoonte ook, echter wel de plicht om de bloesem op te zoeken, zodat je deze beracha uit kunt spreken.

Vraag 1: Mag deze beracha ook worden uitspreken over bloesemende bomen, die geen vruchten zullen voortbrengen?

Antwoord: Nee. Wel mag men de beracha uitspreken over bomen, die in kassen of bloempotten groeien, zolang ze maar vruchten voortbrengen.

Vraag 2: Op welk soort bloeien of bloesemen moet men letten?

Antwoord: Het gaat om de bloesem waaruit de vrucht zal ontstaan. Wanneer de vrucht begint te groeien, groeit er bovenop eerst een soort bloesem, die er later weer afvalt. A priori moet men de beracha zeggen op het moment, dat de bloesem nog niet afgevallen is. Want dit wordt bedoeld met `bloesemende bomen’. Men moet de bloesem duidelijk kunnen zien en enkel de groene bladen, die de boom bedekken na de winter, zijn onvoldoende.

Vraag 3: Mag deze beracha ook ’s nachts worden uitgesproken?

Antwoord: Ja, als er maar voldoende licht is om de bloesem goed te zien.

Vraag 4: Mag deze beracha ook op Sjabbat woren uitgesproken?

Antwoord: Ja, strikt volgens de halacha is dit toegestaan. Toch doen sommigen dit niet. Als de 30e Niesan op Sjabbat valt en men deze beracha nog niet heeft gezegd, is het beter hem wel op Sjabbat te zeggen dan tot na Sjabbat te wachten wanneer Niesan voorbij is. Hetzelfde geldt wanneer men door de week geen tijd heeft een bloeiende boom op te zoeken. Dan zegt men deze beracha a priori op Sjabbat.

Vraag 5: Mag je deze beracha ook uitspreken over bloeiende bomen die geënt zijn (het enten van bomen is niet toegestaan volgens de Tora) zodat er een verbod gedaan is tijdens de groei?

Antwoord: Nee, maar alleen niet als het zeker is dat de bomen geënt zijn of de vruchten verboden zijn vanwege ‘orla’ (de eerste drie jaar van groei dat men de vruchten niet genieten mag).

Vraag 6: Als je al eerder bloeiende bomen hebt gezien en deze beracha toen niet heeft gezegd, mag men deze beracha dan later toch nog zeggen wanneer men weer bloeiende bomen ziet?

Antwoord: Dit mag. Maar wanneer je weet dat je nu geen beracha kan zeggen, moet je niet naar de bloesemende bomen kijken. Pas als je de beracha kan uitspreken, zul je met vreugde naar dit natuurwonder kijken en Hasjeem (G’d) danken met simcha.

Vraag 7: Het is de laatste dag van de maand Niesan en ik heb nog geen beracha over de bloeiende vruchtbomen uitgesproken. Mag deze beracha ook worden uitgesproken in de maand Ijar?

Antwoord: Ja, in principe mag dit wel hoewel sommige halachische autoriteiten zich hier tegen verzetten. Toch is het minhag (gewoonte) geworden om deze beracha alleen in Niesan met de G’dsnamen uit te spreken. Maar deze beperking geldt alleen in Israel omdat de bloesemtijd daar in Niesan valt. In de noordelijker landen valt de bloesemtijd voornamelijk in de daar op volgende twee maanden Ijar en Sivan en daar kan de volledige beracha ook na Niesan worden uitgesproken.
In een leerboekje voor berachot schrijft Philip Elte: “als men in de maand Niesan of later bomen voor het eerst ziet bloeien zegt men …”.

(Elte, Philip, Lof- en Dankzeggingen met Nederlandsche vertalingen benevens de voornaamste daarop betrekking hebbende Voorschriften (Dinim) en inleidend woord; Amsterdam, 1891)

Vraag 8: Tot wanneer mag men deze beracha uitspreken?

Antwoord: Tot het moment dat de vruchten eetbaar zijn en men er de beracha `sjehechijanoe’ over mag zeggen (tenzij men al eerder bloesemende bomen heeft gezien en men er geen beracha over heeft uitgesproken). Toch is er een mening, die stelt, dat de beracha alleen wordt uitgesproken wanneer de bloesem de vrucht nog bedekt. Daarna mag men de beracha alleen nog uitspreken zonder de G’dsnamen. Daarom moet men a priori proberen de beracha uit te spreken over een boom waarin de bloesem over de vrucht nog aanwezig is.

Vraag 9: Hoe is de halacha (het voorschrift) op het zuidelijk halfrond?

Antwoord: Daar is de tijd voor de beracha in de maand Tisjri aldaar. Toch wordt deze beracha slechts een maal per jaar gezegd. Als iemand deze beracha dus in Niesan op het noordelijk halfrond heeft gezegd en in Tisjri in Zuid-Afrika of Australië weer bloeiende bomen ziet, zegt men geen beracha meer.

Een Kabbalistisch uitstapje

Volgens de Kabbalisten moet de beracha over de bloeiende vruchtbomen specifiek in de maand Niesan worden uitgesproken en het liefst buiten de stad bij een veld met veel bloeiende bomen. Er moeten minimaal twee vruchtbomen staan en men probeert deze beracha met een quorum van minimaal tien man uit te spreken. Voor de beracha zegt men ‘lesjeem jichoed’ en ‘vihie noam’ en na de beracha deelt men drie munten uit voor tsedaka tot zielestijging van allerlei verdwaalde nesjommes (zielen) en spreekt Psalm 126 en nog enkele andere gebeden uit, waarna Kaddiesj deRabbanan volgt.

Reacties zijn gesloten.