Parsja Naso 5774

(Bemidbar/Numeri 4:21 – 7:89)

  • Opdrachten omtrent het vervoer van het Misjkan.
  • Als een man in een vlaag van jaloezie zijn vrouw van ontrouw verdenkt, volgt een procedure van Sota in het Beth Hamikdasj (de Tempel).
  • Voorschriften van het nazireeërschap: een nazier belooft geen sterke drank te gebruiken, zijn hoofdhaar niet te scheren en zich niet te verontreinigen aan een lijk.
  • De kohaniem zegenen het volk.
  • Het Heiligdom krijgt van alle stamvorsten dezelfde geschenken.

VERDIEPING: Wijn in de geschiedenis.

Naar aanleiding van het wijnverbod voor de Nazier, stelt de Talmoed (B.T. Sota 2a): “Waarom staat de afdeling over de nazier naast de parsja over de Sota (de van overspel verdachte vrouw)?  Iedereen die de verloedering van de Sota ziet, moet zich ver houden van wijn”.

De Tora staat ambivalent tegenover alcohol. Aan de ene kant stond wijn gewoon op het dagelijkse menu in Bijbelse tijden. Het maken van wijn en het drogen van druiven tot rozijnen waren de enige mogelijkheid om deze vrucht te conserveren. Daarnaast levert wijn ook de nodige calorieën.  Tirosj – ongefermenteerde wijn – behoorde samen met (olijf-) olie en graan tot de belangrijkste voedselbronnen in Bijbelse tijden. Druiven behoren volgens de Tora tot een van de zeven vruchtsoorten waarmee Israël is gezegend. ‘Wijn verblijdt het hart’ en ontbreekt dan ook niet als gangmaker op een feestmaal. Op de wijnkaart van de Tora stonden in ieder geval: sprankelende wijn, Libanese wijn, wijn uit Chelbon en gekruide wijn.

Ook op het religieuze vlak neemt wijn een belangrijke plaats in. De Tora schrijft bij de verschillende offers een plengoffer van wijn voor dat op het altaar wordt uitgegoten. Wel is het absoluut verboden om als priester dronken de dienst te doen in de Tempel.

Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om zich gedurende een bepaalde periode het genot van wijn en druiven en alle producten van de wijnstruik te ontzeggen. Zo’n persoon heet een Nazier. Degene die zich hiertoe verplicht heeft door middel van een gelofte, knipt bovendien zijn haren niet en vermijdt ieder contact met een dode, net als een priester. Na afloop van deze periode brengt deze persoon een speciaal offer.

De negatieve kanten van alcoholconsumptie worden in verschillende Bijbelse episoden belicht. Hierin komen de hoofdpersonen tot gedrag dat ze normaliter niet zouden vertonen of sterven zelfs. Na de zondvloed begint Noach zijn carrière als boer en plant een wijnstruik. Van de zelfgemaakte wijn wordt hij echter dronken; hij ontkleedt zich, valt in een diepe slaap in zijn tent en wordt in beschamende toestand aangetroffen door zijn zoons. Ook Lot wordt volgens de Tora slachtoffer van alcoholmisbruik. Na de vernietiging van Sedom en Amora leeft hij lange tijd samen met zijn dochters in een grot als enige overlevende van de ramp. De beide dochters denken dat de rest van de wereld opnieuw is vernietigd en dat zij de enige nog levende zielen op aarde zijn. In een poging om het menselijke ras te doen voortbestaan besluiten zij om hun vader dronken te voeren.

In andere verhalen moeten de hoofdpersonen het drinken van wijn met de dood bekopen. Zo volgt de ontknoping van het Poeriem-verhaal op het drinkgelag dat Koningin Ester aanricht. In de wat broeierige sfeer na het nuttigen van de nodige bekers wijn weet Koningin Ester Haman te verrassen en deze bij de koning in een kwaad daglicht te stellen. Dronken valt Haman op de sofa waarop Ester ligt. Koning Ahasverus, zelf ook al niet meer geheel nuchter, neemt hem dit niet in dank af. De ontknoping volgt en Haman en zijn aanhangers worden ter dood gebracht.

Een zelfde ambivalente houding valt ook in de Talmoed terug te vinden. Een matige wijnconsumptie is ‘voedzaam, wekt de eetlust op en is verblijdend’. Ook gelooft men dat wijn drinken, mits in kleine hoeveelheden, gezond is voor het lichaam: ‘Wijn is het beste medicijn’ (B.T. Bava Batra 58b). Tegenwoordig is men er inderdaad van overtuigd dat matig alcoholgebruik (ongeveer twee glazen wijn per dag) hart- en vaatziekten kan helpen voorkomen. Wijn was  ‘de’ drank bij uitstek, ook tijdens de maaltijd. Volgens een Rabbijnse bron die het feestmaal beschrijft zoals dat volgens de etiquette hoorde, hadden de deelnemers al twee glazen op voor dat de eigenlijke maaltijd begon.

De Talmoed kent verschillende soorten wijn, elk met een andere smaak en rijpingsproces. De nog ongefermenteerde wijn werd ‘wijn uit het vat’ genoemd en ‘oude wijn’ was wijn van het afgelopen jaar. Wijn uit voorgaande jaren werd ‘zeer oude wijn’ genoemd. Honing, kruiden en balsem gaven de wijnen hun karakteristieke smaak. De wat sterkere wijn werd met water verdund (drie delen water op een deel wijn).

Toch werd dronkenschap als iets negatiefs gezien. Het alcoholverbod voor priesters geldt ook voor rechters en geleerden. Na het nuttigen van ongeveer 100 milliliter wijn mogen beiden geen uitspraken meer doen. Het gebed uitgesproken in dronkenschap wordt als iets afschuwelijks beschouwd. Een overmatige wijnconsumptie zou bovendien slecht voor het lichaam zijn.

Daarnaast wordt de geestverruimende werking van alcohol gezien als oorzaak van verschillende ondeugden: ‘drink niet- zondig niet’, adviseren onze Wijzen. Het drinken van al te exclusieve wijnen wordt bovendien geplaatst binnen een levensstijl die alleen op genieten, luxe en het lichamelijke is gericht, en die de Joodse geleerden afkeuren.

De afkeer van dronkenschap komt ook naar voren uit de uitvoerige beschrijvingen in de Rabbijnse literatuur van gedrag en uiterlijk van een dronkaard: een rood gelaat, schunnig taalgebruik, brallen, opschepperige praatjes, dansen en zichzelf bevuilen. Ook de verslaving van het ‘moeten’ drinken wordt in een aantal verhalen op ironische wijze beschreven.

Het Jodendom ziet weinig in een volledige onthouding van genot. Het Jodendom kan zich dan ook volledig vinden in de slogan: ‘Geniet, maar drink met mate’, bekend van de media. Een gecontroleerd gebruik van alcohol leert de mens misschien wel meer zelfbeheersing dan een compleet verbod, zodat men steeds opnieuw wordt geconfronteerd met het maken van keuzes.

Volgens de Talmoed moet het uitspreken van het dankgebed na de maaltijd bij voorkeur over een beker met wijn gebeuren. Daarnaast wordt op ingaande Sjabbat of een feestdag een liturgische tekst uitgesproken over wijn. Het uitspreken van deze tekst over een beker wijn bij het ingaan van de Sjabbat heet kiddoesj – heiliging. In de tekst worden de Schepping van de wereld, de uittocht uit Egypte, de heiligheid van de Sjabbat en de bijzondere relatie tussen G’d en het Joodse volk benadrukt. De afsluiting van de rustdag gebeurt eveneens met een apart ritueel: hawdala – onderscheid. Met een kaars, geurige kruiden en een beker wijn wordt afscheid genomen van de Sjabbat. De uitgesproken tekst benadrukt het door G’d gemaakte onderscheid tussen heilig en profaan, licht en donker, de zes werkdagen en de Sjabbat, en Israël en de volkeren.

Ook bij belangrijke momenten in een mensenleven zoals geboorte, huwelijk en dood ontbreekt wijn niet. De besnijdenis van een jongen en de voltrekking van een huwelijksceremonie worden beide vergezeld van een beker met wijn waarover een zegenspreuk wordt uitgesproken. De gehele week na het huwelijk worden op de feestmaaltijden voor het bruidspaar eveneens zeven lofzeggingen over wijn uitgesproken. De eerste maaltijd na een begrafenis ging volgens de Talmoed gepaard met het aanbieden van tien bekers wijn aan de rouwenden. Deze gewoonte is echter al geruime tijd in onbruik geraakt.

Op Poeriem wordt de redding van de Joden in het Perzische rijk van Koning Achasjverosj herdacht. Een van de religieuze verplichtingen van deze dag is het drinken van alcohol. Volgens een Rabbijn moet men zoveel wijn drinken dat men het verschil niet meer weet tussen ‘Gezegend zij Mordechai’ en ‘Vervloekt is Haman’.

Hoe valt dit uitzonderlijke voorschrift van de Talmoed uit te leggen?  Sommige latere commentatoren vatten de aansporing tot overmatig drankgebruik niet al te letterlijk op. Dit met het oog op de mogelijke excessen. Een voorbeeld hiervan wordt in de Talmoed zelf gegeven; een dronken geleerde verwondt zijn collega met een mes.

Voor een diepere uitleg kan men gebruik maken van symboliek. In de Talmoed en Midrasj (de verhalende verklaringen op de Tora) is wijn een metafoor voor Tora-kennis, in latere bronnen vooral van esoterische wijsheid. Zo was volgens de Talmoed ‘De Boom van de Kennis’ die in het paradijs stond niets anders dan een wijnstruik. Daarnaast krijgen de rechtvaardigen en vromen in een toekomstige wereld het voorrecht om aan een exclusief feestmaal deel te nemen. Onderdeel hiervan is een speciale wijn, afkomstig uit de zes eerste Scheppingsdagen van de wereld. Ook hier is ‘wijn’ een metafoor voor G’ddelijke Kennis.

Een andere eigenschap van wijn is volgens de Talmoed dat de ‘ware’ mens naar buiten komt. Het gedrag van een persoon in drie situaties vertelt volgens de Talmoed iets over het karakter: bij alcoholgebruik, de houding ten opzichte van geld en tijdens een woedeaanval. Het drinken van wijn is dus eigenlijk een soort ‘test-case’ voor het karakter van een persoon. Niet voor niets zegt een mystieke uitleg, op basis van een klankovereenkomst, dat Jom Kippoer – Grote Verzoendag – een dag is net zoals Poeriem. Zelfbeheersing en controle op een dag waarop men meer mag dan gedurende het hele jaar, is misschien zelfs moeilijker dan op een dag waarop men zich van alle lichamelijke geneugten onthoudt. Dat dit niet voor iedereen is weggelegd en mogelijke gevaren op de loer liggen, blijkt wel uit de vele vermaningen in de Rabbijnse literatuur om zich ook op Poeriem in de hand te houden.

 

Reacties zijn gesloten.