Rabbijn mr. drs. R. Evers
Samen met NIK-bestuurders Peter Luzac en Avi Ovadia was ik naar het centrum van Den Haag getogen om te luisteren naar Joden, moslims, christenen en de vele andere religies en culturen, die dit land rijk is.
Theoloog Tom Mikkers vond in Trouw dat deze `relitop’ vorige week in de Ridderzaal te Den Haag grootser had moeten worden aangepakt. Mikkers meende, dat een bijeenkomst van een paar uur niet echt zou bijdragen aan iets meer vrede en begrip in de Nederlandse samenleving.
Ook meende hij dat deze `relitop vele spades dieper had gekund’ qua inhoud.
Toch was ik als Joodse genodigde bijzonder verheugd met de openheid, eerlijkheid en vriendelijkheid van alle aanwezigen.
Klap op de vuurpijl was voor mij de toespraak van minister Lodewijk Asscher. ’s Avonds bij Pauw deed hij het nog eens dunnetjes over maar in de Ridderzaal gaf hij volledig inkijk in zijn eigen religieuze achtergrond. Asscher vertelde dat de aanleiding voor deze bijeenkomst een brief van een Joodse vriend van zijn vader was, die hem meedeelde dat hij er over dacht om de koffers te pakken naar veiliger oorden na alle agressie van afgelopen zomer.
Asscher ging uitgebreid in op de seideravonden, die zijn ouders en hij gevierd hadden bij de briefschrijver, hoe zij gezamenlijk naar sjoel gingen op Simchat Tora, hoe lekker de bruidsuikertjes waren en hoe interessant hij de sjoeldiensten in Den Haag vond, hoewel `hij er niet veel van begreep’. Hij schrok van de reactie van zijn vader toen hij zich wilde opgeven voor een cursus Joodse geschiedenis: “Zorg ervoor nooit op een lijst te staan”. Wat een emotie droeg deze minister uit! Het zette de toon van de dag.
Wat was de winst van deze bijeenkomst, waar ook minister Ivo Opstelten en premier Mark Rutte aanwezig waren?
Asscher vond het belangrijk, “dat mensen met verschillende achtergronden nu elkaars nummer in hun telefoon hebben staan”. In onze ontzuilde maatschappij is dat zeker een belangrijk winstpunt.
