De afweging van Mordechai tussen eigen belang en gemeenschapsbelang

Poeriem is een feest dat gebaseerd is op de Esterrol uit de latere Bijbelboeken, de Hagiografen. In de Esterrol wordt de eerste maar uiterst bedreigende pogrom tegen het hele Joodse volk buiten Israel beschreven. 

Rabbijn mr drs. Raphael Evers, rabbijn van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap

Ester werd de koningin van koning Achasjwerosj, die in eerste instantie Haman steunde in zijn poging de Joden te vernietigen. Esters oom Mordechai was de spirituele leider van de Joden in het rijk van de Meden en Perzen. Zijn leiderschapsstijl spreekt boekdelen over de Joodse opvattingen omtrent leiderschap.

Het uit de oud Perzische taal afkomstige woord ‘poer’ betekent ‘lot’, reden waarom Poerim ook wel het Lotenfeest wordt genoemd. Het wordt gevierd op 14 Adar in de Joodse kalender – dit jaar 5 maart – en valt daarmee in het vroege voorjaar.

Iedere leider moet regelmatig afwegingen maken tussen eigenbelang en gemeenschapsbelang. Hoe verliep dit beslissingsproces bij Mordechai, de spirituele leider in de tijd van koningin Ester?

Kennis vermeerderen of broeders beschermen

Mordechai was een groot Joods geleerde. Het Jodendom hecht grote waarde aan Joodse kennis. Maar Mordechai moest kiezen tussen de politiek om zijn Joodse broeders te beschermen of het vermeerderen van zijn kennis.

De Talmoed is een verzameling van discussies en opvattingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. In Israel ontstond aan het einde van de vijfde eeuw de Jeruzalemse Talmoed en in de Babylonische ballingschap ontstond ongeveer tegelijkertijd de Babylonische Talmoed. Beide Talmoeden hebben een eigen wijze van kijken naar de belangentegenstelling tussen werken voor de gemeenschap en het `lernen’, het vermeerderen van Tora-kennis.

In het feestgedruis van Poeriem raakt de diepgang van het Poeriem-verhaal op de achtergrond. Verkleedpartijen, sjlach-mones en sterke drank eisen alle aandacht op. De G’dsnaam komt niet eenmaal voor in de rol van Ester, hetgeen er op duidt dat G’d zich op een afstand leek te houden. Koningin Ester schittert op het toneel van de wereldgeschiedenis en redt haar volk. De rol van haar voogd Mordechai blijft onderbelicht.

Niet iedereen was blij met Mordechai

Ondank is des werelds loon. Hoewel het bevrijdingsverhaal ‘Megillat Ester’ – de rol van Ester heet, heeft ook Mordechai’s optreden veel bijgedragen aan de redding van het Joodse volk. Alleen op zijn aandringen ging Ester naar Achasjwerosj om te pleiten voor haar volk. Hij bracht het volk tot inkeer en tesjoeva, hetgeen volgens onze Wijzen uiteindelijk van doorslaggevend belang was bij het keren van het getij.
Toch lezen we aan het einde van de Megilla ‘ratsoej lerov echav’ dat Mordechai slechts geliefd was bij meeste van zijn broeders. Kennelijk was Mordechai niet populair bij alle Joden.

Mordechai op het paard van de koning. Rembrandt, ets

 

In de Talmoed (B.T. Megilla 16b) wordt deze uitspraak aan het einde van de Megilla niet betrokken op het hele Joodse volk in Medië en Perzië, maar op zijn collega’s in het Sanhedrien, het hoogste rechtscollege. Velen uit het Sanhedrien konden zich vinden in het gedrag van Mordechai, maar een aantal uit dit hoogste rechtscollege distantieerde zich van hem. Verschillende van zijn collega’s namen het hem kwalijk dat hij zich in de politiek van het Medisch-Perzische Rijk had geworpen en daardoor minder tijd besteedde aan het bestuderen van de Tora.

Opvallend is verder dat Mordechai niet alleen in de ogen van zijn collega’s maar ook door de schrijvers van Tenach (Bijbel) werd gedegradeerd. In het boek Ezra (2:2) wordt Mordechai als vijfde lid van het Sanhedrien opgesomd terwijl hij later in het boek Nechemja (7:7) pas als zesde wordt vermeld. De Talmoed concludeert hieruit dat Torastudie belangrijker is dan inzet voor de gemeenschap. Mordechai telde na zijn heldhaftige optreden in de Poeriem-geschiedenis in het Sanhedrien minder mee en werd in rang achteruit gezet. Maar zonder zijn optreden was het volk vernietigd. Mordechai redeneerde, dat pikoeach nefesj, het redden van levens, belangrijker was dan Torastudie.

Mordechai’s opstelling blijft problematisch. Als lid van het Hoge Gerechtshof had hij zijn tijd en aandacht inderdaad uitsluitend aan Tora en halacha moeten besteden. Aan de andere kant zien wij aan het einde van de Ester-rol, dat Mordechai nadat hij eerste minister geworden was in het Rijk van koning Achasjwerosj in ieder geval bij de meeste van zijn collega’s geliefd bleef ‘want hij zocht het goede voor zijn volk en sprak tot heil van al zijn volksgenoten.’

Als het waar is dat Mordechai zich niet in de politiek had mogen storten, blijft het vreemd, dat hij het eerste-ministerschap dan toch verkoos boven Torastudie.

Tegenstrijdige meningen

Torageleerden die zich inzetten voor gemeenschapsbelangen gaan er volgens de Babylonische Talmoed niet op achteruit. Maar volgens de Jeruzalemse Talmoed gaan ze er zelfs op vóóruit. Zelfs hun kennis van Tora vertoont een stijgende lijn.
De meerderheid van het Sanhedrien steunde Mordechai in zijn staatstaak. Kennelijk is het goed om te werken in het belang van het Joodse volk, ook al gaat dit ten koste van Torastudie. De vraag is veeleer hoe de Talmoed dan nog verklaren kan dat het omgekeerde waar is: Torastudie gaat boven inzet voor de gemeenschap. Een minderheid in het Sanhedrien distantieerde zich van Mordechai nadat hij zich in de politiek had gestort. Binnen het hoogste rechtscollege bestond kennelijk onenigheid over de vraag wat de taak is van een ware Joodse leider.

Inter-templum

De geschiedenis van Ester vond plaats aan het einde van de zeventigjarige Babylonische ballingschap, na de verwoesting van de eerste Tempel en vlak voor de herbouw van de Tweede Tempel. De meeste leden van het Sanhedrien en ook Mordechai waren afkomstig uit Israël en gaven daarom de voorkeur aan inzet voor Joodse gemeenschapsbelangen boven meer Torastudie. Zij waren opgegroeid in het besef dat werken voor het Joodse volk niet alleen niet leidt tot vermindering van kennis van Tora maar dat daardoor juist extra zegen rust op hun leren en werken. Een minderheid van de leden van het Sanhedrien was opgevoed in de diaspora en kenmerkte zich door een Babylonische wijze van denken.

Omdat in de diaspora het begrip van Tora achteruit was gegaan, zagen de ‘diaspora-geleerden’ geen heil in politieke functies voor leden van het Sanhedrien die zich voornamelijk moesten toeleggen op het bestuderen, onderwijzen en paskenen (beslissen) van de Joodse wet.

Alleen deze diaspora-geleerden, een minderheid in het Sanhedrien, wezen de politieke ambities van Mordechai af. Niet dat zij ze veroordeelden maar zij zagen er geen heil in om een rabbinale positie in het Sanhedrien op te geven ten behoeve van gemeenschapsbelangen. Gemeenschapsbelangen kunnen ook door anderen worden behartigd.

Mordechai’s bezieling voor zijn volk

In de Midrasj-verzameling ‘Tanna debé Elijahoe’ (11) stellen onze Wijzen dat het een plicht was voor de leden van het Sanhedrien zich met ‘ijzeren ketenen’ te omgorden en er door het hele land op uit te trekken om de gemeenschap zelfs in de verste uithoeken Tora te onderrichten. Dat zij hierdoor zelf achteruit gingen in hun kennis mocht geen rol spelen omdat de gemeenschap er mee gediend was.

Deze gedachte motiveerde ook Mordechai. Hij wist dat hij qua aanzien zou inboeten bij het Sanhedrien maar hij nam dit gemis voor lief, omdat hij zich zo zou kunnen inzetten voor zijn geloofsgenoten in nood.

De opstelling van Mordechai is een les voor de eeuwigheid; vandaar dat het ook opgetekend werd in een van de boeken van Tenach.

Joodse leiders mogen hun privé-belangen niet laten prevaleren boven het belang van de gemeenschap. Hun invloed moet tot in de verste uithoeken van de Joodse aanwezigheid strekken.

Dat geldt niet alleen voor rabbijnen maar voor iedereen die zich wil inzetten voor Joodse gemeenschapsbelangen. De Talmoed geeft hierbij aan dat wij niet hoeven te vrezen dat ons privéleven of onze privébelangen hieronder zullen lijden. Het omgekeerde is eerder waar, zeker volgens de Jeruzalemse Talmoed. Hoe meer inzet voor de Joodse gemeenschap, hoe meer zegen en bracha.

 

 

 

 

Reacties zijn gesloten.