Joodse jongere op Jom Hashoa; kleinkind van twee ondergedoken opa’s

Op donderdagavond werd in de voormalige Hollandsche Schouwburg in Amsterdam de jaarlijkse herdenking van Jom Hashoa gehouden. Sprekers waren onder meer minister-president Mark Rutte, Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam, en Avigal Brilleslijper, jongere in de Joodse gemeenschap. Ze sprak de volgende toespraak uit.

brandende jizkorkaarsWat betekent het om hier als joodse jongere te staan, 70 jaar na de oorlog en als kleinkind van 2 ondergedoken opa’s. Ik wil graag beginnen, met een fragment van een briefkaart, die op 30 maart 1943 geschreven is in deze Hollandsche Schouwburg. Een briefkaart van de oma van mijn opa, aan hem, haar kleinzoon Loutje. Tien dagen voordat zij, in Sobibor, werd vermoord…

“(..) Al mijn lieve kinderen, 1000 maal bedankt voor alles wat ik in dank heb ontvangen. ‘t is ons zeer mies, heb nog geen oog dicht gedaan. Telkens komen er andere mensen hierbij. Het is zeer woelig hier, om gek van te worden. Nu vaarwel, wij vertrekken vanmiddag om 1-2 uur uit de schouwburg weg. Misschien tot ziens maar wanneer? 1000 Maal gekust ook mijn schat Loutje.”

Het is de enige tastbare herinnering van mijn opa aan zijn oma die hij elke dag bij zich draagt, in zijn portefeuille. Opa, ik ben dankbaar en blij dat jij hier nu in vrijheid naar mij kunt luisteren.

Geachte aanwezigen,

Ik sta hier ook voor mijn andere ondergedoken opa, opa Loekie. Tot aan zijn overlijden heeft hij geworsteld met het feit dat HIJ heeft overleefd, terwijl zijn zusje en vele anderen werden vermoord. Zijn worsteling heeft hij aan ons achtergelaten in vele verhalen en gedichten. Uit die waardevolle schat wil ik ook graag iets voordragen. Naar mijn idee geeft dit gedicht een goed inzicht in hoe de oorlog tot op de dag van vandaag nog steeds zijn sporen achterlaat.

Een kort gedicht, genaamd Eenzaamheid.

Als er voor een kind niet iemand is
Om tegen te zeggen: ik heb een vlindertje gezien
Omdat niemand echt wil horen
Is dat eenzaamheid misschien?

En als dat kind zwalkt over straten
En hij vindt een stukje brood
Kan hij niemand van zijn schat vertellen
Ook al kwam het uit de goot
Hoe zou zo een kindje jaren later
Als hij groot geworden is
Zich gedragen in zijn mens zijn
Als hem zijn jeugd ontnomen is

Wat ik ook moge bereiken
In mijn welvaart zal altijd
Een plaats voor het verleden blijven
Een plaats die nooit wordt geplaveid

Hoe trots ik ook ben op mijn opa, zowel als enorm bijzonder mens, als op de wijze waarop hij ‘zijn’ oorlog heeft verwoord. Deze verhalen van mijn opa’s zijn niet vrijblijvend. Het is niet genoeg om slechts te vertellen over toen.

Jom Hashoa NL Il vlaggen vlamIk sta hier vandaag, niet alleen om over de geschiedenis van mijn opa’s te vertellen, maar vooral ook om dit te vertalen naar het nu en naar de toekomst, om wat wij daarvan kunnen leren. Het is vandaag de dag niet te bevatten hoe de mensheid toentertijd in staat is geweest om zijn medemens zulke verschrikkingen aan te doen. Tot mijn grote verdriet en verbazing zien wij de afgelopen tijd steeds meer van deze daden en opvattingen terug.

Wat doen wij nu in een wereld, waar antisemitisme en vreemdelingenhaat, 70 jaar na die oorlog weer gewoon lijkt te worden? Duiken ook wij onder? of proberen we op te gaan in de massa om maar niet meer als jood herkenbaar te zijn?

Of kiezen we er voor om in te zien hoe mooi het kan zijn om joods te zijn en hoeveel het jodendom te bieden heeft. Om als trotse joden juist onze identiteit te versterken. Om herkenbaar actief te zijn in onze joodse gemeenschap. Om een nieuwe generatie trotse, joodse kinderen op de wereld te zetten. Ons juist vanuit de kracht van onze mooie tradities en bijzondere band in te zetten voor tolerantie en dialoog, juist met andersdenkenden.

Dialoog alleen kan niet de oplossing zijn, maar het kweken van wederzijds begrip kan helpen. Ik merkte dat toen ik op scholen in Amsterdam-West samen met een moslim- en een lesbisch meisje les gaf over discriminatie, en ik juist open en trots voor mijn jodendom uitkwam. Dit leidde tot hele leuke en spontane reacties van de kinderen. Je ziet dan, dat haat vaak niet veel meer is dan onwetendheid en vooroordelen. Juist door zelfverzekerd en joods bewust daar te staan neem je die weg.

 

Hetzelfde geldt ook -en is misschien nog wel belangrijker- voor onze eigen joodse gemeenschap. Als we ons samen inzetten, richten op samenwerking zowel buiten als binnen de gemeenschap,  positiviteit uitstralen en zo aan onze toekomst werken, staan we sterk. Zoals mijn opa al zo mooi heeft beschreven: Juist wie zwak is moet sterk zijn.

Dat is onze opdracht als joodse jongeren. Wij zijn de toekomst. Wij als joodse jongeren, zijn dat verplicht, aan allen, die hier weggingen zonder terug te komen. Onze tradities en waarden doorgeven. Ons volk en onze tradities levend houden. Als wij het niet doen, wie dan wel?

Daarom mag ik hier nu staan. 70 Jaar na de oorlog en als kleinkind van twee ondergedoken opa’s. Voor mijn beide opa’s, maar zeker ook voor hun grootouders die van hier zijn weggevoerd.

Ik kan dit hier in trots en vrijheid doorgeven. Laat het leven, in die trots en vrijheid hier, op dezelfde plaats vanwaar zij hun noodlot tegemoet gingen, als joodse jongeren onze opdracht zijn.

Am Israel chai!

Reacties zijn gesloten.