Buigen in sjoel, bij welke woorden, in welke richting, als je kadiesj zegt

Bij welke woorden moeten wij buigen in sjoel?

  • Wij buigen bij kaddiesj als we dit zelf uitspreken en bij Barechoe.
  • Bij de sjemoné-esré (het achttiengebed of amida) buigen wij vier maal. De eerste keer meteen aan het begin van de Amida, bij de eerste drie woorden: Baroech atta …, vervolgens bij de eerstvolgende Baroech atta, nl. die komt voor mageen Avraham.
  • Vervolgens twee maal bij het begin en einde van de een na laatste beracha (Modiem; Baroech atta … oelecha na’ee lehodot, blz. 55).
  • Ook buigen wij bij Barechoe wanneer wij voor de Tora worden opgeroepen.
  • Verder buigen wij in Alenoe lesjabeach, het laatste of een na laatste onderdeel van de dagelijkse gebeden, bij de woorden: wa’anachnoe kor’iem.
  • Er wordt vier maal geknield in de herhaling van Moesaf Jom Kipoer (blz. 599, 611, 613, 619).

 

In welke richting buigen wanneer er gebogen moet worden?

Men buigt zo veel mogelijk richting Jeroesjalajiem. De muur waartegen of waarin de Aron Kodesj is geplaatst is in die richting.

Buigen bij kaddiesj als we dit zelf uitspreken

Het buigen in kaddiesj gebeurt bij de volgende woorden:

  1. jitĝaddal wejitkaddasj, aan het begin van kaddiesj dus
  2. jehé sjeméh rabba
  3. jitbarach
  4. beriech hoe
  5. amén aan het einde van kaddiesj, hetgeen echter slechts vrijwillig geschiedt.

Rabbi J.M. Epstein (19e eeuw) meent dat het hier niet om werkelijke buigingen gaat maar meer om lichte buig­bewegingen. Hij besluit met de opmerking, dat het “gebruik is zich enigszins te buigen, conform de woorden van Rav Nachsjon”. Onze minhaĝ (gewoonte) volgt deze visie.

Aan het einde van kaddisj na de zin ‘jehé sjelama rabba min sjemaja …’ doet men drie stappen achter­uit en zegt daarna ‘osè sjalom bimromaw’.

 

Rabbijn mr. drs. R. Evers, rabbijn van het Ned.-Isr. Kerkgenootschap

Reacties zijn gesloten.