Sjabbat wereldwijd III: navolgen van God

Navolgen van G’d

In de Toratekst Exodus 20:8-11 wordt een verband gelegd tussen het rusten van G’d en het rusten van de mens: “(de mens moet rusten op Sjabbat) want in zes dagen heeft G’d de hemel en de aarde gemaakt”. De Sjabbat is in feite het ideaal van het navolgen van G’d.

Wanneer men op Sjabbat rust, doet men dat omdat men zich met de Schepper identificeert. Een midrasj – achtergrondverklaring – illustreert deze gedachte: “‘En Hij rustte op de zevende dag’ (Exodus 20:11). Maar bestaat er voor G’d dan zoiets als vermoeidheid? Er is toch gezegd: ‘G’d wordt niet moe noch uitgeput’ (Jesaja 40:28) en verder ‘Hij geeft aan de vermoeide weer sterkte’ (Jesaja 40:29). Bovendien zegt de Psalmist: ‘Op het woord van G’d werden hemel en aarde gemaakt’ (Psalmen 33:6 waaruit blijkt dat G’d slechts gesproken heeft en niets gemaakt heeft).

Hoe kan de Tora dan stellen dat ‘Hij rustte op de zevende dag’?” Het antwoord luidt, dat G’d over Zichzelf liet schrijven dat Hij de wereld schiep in zes dagen en op de zevende dag rustte. “Men kan nu een gevolgtrekking van licht naar zwaar maken. Als G’d die geen vermoeidheid kent al over Zichzelf laat schrijven dat Hij Zijn wereld in zes dagen schiep en op de zevende dag rustte, dan geldt dit toch des te sterker voor de mens, over wie geschreven is: ‘Want de mens is tot moeite geboren’ (Job 5:7)”.

Stopmoment
Juist in onze tijd is dit gevaar groter dan ooit. De samenleving propageert dat iedereen zo veel mogelijk autonoom moet zijn. Als je dat aankan, is het goed. Maar als je begeleiding en een beschermende hand nodig hebt, wordt het leven bijna onmogelijk. De individuele autonomie lijkt het hoogste ideaal en geldt als een heilige koe van het totalitair liberalisme. Het is inmiddels een forse epidemie geworden.

Op vele terreinen is dit de uitdaging van deze eeuw. De menselijke creativiteit dreigt uit de hand te lopen. Zelfbeperking is daarom de enige garantie voor de meest fundamentele vorm van vrijheid, namelijk vrijwaring van ondergang.

 

Totale rust
Alle schepselen van welke aard en soort dan ook delen onze vrijheid. Op Sjabbat laten wij zien dat wij niet de bezitters van de Schepping zijn maar deze ervaren als een geschenk van Boven. Iets dergelijks vinden wij ook in de voorschriften omtrent het Sjabbatjaar en het Jubeljaar. In het Sjabbat- en Jubeljaar laat men het beheer over het land vrij en hebben armen en buren evenveel rechten om van de oogst te nemen als de landeigenaar.

Op deze manier maakt de boer duidelijk dat G’d de uiteindelijke Bezitter is van het land. Interessant is in dit verband, dat rijk en arm dezelfde eigendomspositie krijgen. Rijk noch arm weten of zij aan het eind van het Sjabbatjaar voldoende te eten zullen hebben. Niemand is eigenaar van het land en mag daar beheersdaden over verrichten.

Alleen bij volle overtuiging van de noodzaak en het nut van rust en bezinning zal de Sjabbatgedachte zijn zegenrijke invloed kunnen uitoefenen. Bestaat deze overtuiging niet, dan stopt men wel met werken maar de diep-louterende werking van de rustdag zal de workaholic niet deelachtig worden.

 

Treed uit de vicieuze cirkel
Mogen wij zo simpel conclusies trekken omtrent de gevolgen en effecten van de Tora ge- en verboden? Gaat het hen, die de geboden opvolgen automatisch goed en blijven de jachtige ‘yuppies’ gevangen in een vicieuze cirkel van onrust en niet-bezinning? Een neerwaartse spiraal van steeds meer fysiek bezig zijn en steeds minder spiritualiteit? Nee! Op ieder moment kan de mens de maalstroom van zijn eigen tekorten opheffen, door een ingeving van Boven gesteund of door een obstakel van onder geveld. Vroeg of laat ontmoet ieder eerlijk mens zichzelf en wordt hij geconfronteerd met de vraag ‘wat doe ik eigenlijk op deze wereld, waarvoor werk ik zo hard?’.

 

Ouderdom
De Talmoedwijzen vergeleken de zevendaagse werk-en rustcyclus met de zes jaren en het Sjabbatjaar, met de zestig actieve en tien minder actieve jaren van het leven van de mens en de zes maal duizend jaar, de zes millennia, die bekroond zullen worden door het zevende duizend jaar van het koninkrijk G’ds in de Messiaanse tijden. Het zevende in al deze tijdseenheden is gewijd aan hogere aspiraties.

Wanneer de geestelijke diepgang gedurende het actieve deel van het leven niet is bereikt, is er een inhaalmogelijkheid. Ook na de pensioengerechtigde leeftijd blijft spirituele groei nog steeds verplicht en noodzakelijk. De Tora kent geen pensioen, hoewel de kohaniem -priesters- in de Tempel na hun vijftigste niet meer bij de zwaarste onderdelen van de dienst werden ingezet.

De Toracommentator Awraham ibn Ezra (1092-1167) stelt duidelijk, dat het doel van het zevende, het Sjabbatjaar verdieping van de relatie met het Hogere is. Rabbi Ja’akov Culi (1689-1732) breidt dit uit naar het zevende decennium, ongeveer overeenkomend met de periode waarin de meeste mensen in onze maatschappij stoppen met werken. Juist dan is het geboden te werken aan de spirituele toekomst. Met de eindigheid van het leven in het vizier, zou ieder mens op de dag van zijn pensionering volledig vrij zijn zich te wijden aan het Hogere.


Nieuw begin?
Juist aan het einde van het leven kan men voortbouwen op de kennis, ervaring en G’dsvreugd van de eerste zestig jaren van het leven. De lichamelijke lusten zijn duidelijk afgenomen en de geest is gerijpt en gezuiverd, vrij van dagelijkse beslommeringen.

Besamiembus molen Nederland 19eeuwOnze Wijzen vragen zich af of de Sjabbat hoofdzakelijk het einde van een actieve week vormt en dient om uit te rusten van het werk of voornamelijk in het teken staat van de komende week en juist de voorbereiding vormt voor zes dagen van bruisende activiteit. Dezelfde idee past bij de laatste levensfase. Dient die om bij te komen van de actieve zestig jaar of staan deze jaren in het teken van het eeuwige leven, dat komen gaat, de periode die `helemaal Sjabbat’ wordt genoemd, het Hiernamaals?

 

Wat was de essentie van het leven?
‘De ouders zijn de kroon van de kinderen’ (Spreuken 17:6). Na de pensionering laat men zien waar men het hele leven eigenlijk voor stond. Nu de druk van de dagelijkse werkzaamheden is weggevallen, toont de gepensioneerde wat in zijn visie de essentie van het leven vormt. Zo wordt ook voor zijn of haar omgeving duidelijk, dat bij vader of moeder, opa of oma de eeuwige Tora waarden altijd bovenaan het prioriteitenlijstje hebben gestaan, ook al stonden de dagelijkse omstandigheden niet altijd toe, dat de Tora opdracht volledig werd gerealiseerd. Een ieder kan zich de waarden en normen van de Tora eigen maken. Toch doet goed voorbeeld volgen. Gelukkig is hij of zij die opgroeit in een gezins-en familietraditie waar het Tora Sjabbat-ideaal ten volle wordt gepraktiseerd.

 

Resume
Werken is belangrijk sinds de zondeval, maar geestelijke en lichamelijke rust verdient meer aandacht. We zijn gericht op rust, we kijken uit naar kortere of langere vakanties maar een vaste, verplichte echt totale rustdag zit er voor maar zeer weinigen in.
De de arbeidsvloek uit het Paradijs, de inspanning van het werken scheppen de noodzaak tot rust. Maar in onze seculiere maatschappij laat niemand zich een verplichte rustdag voorschrijven omdat men zelf wel uitmaakt wat en wanneer nodig is.
Maar religieuze mensen `klikken in’ op het G’ddelijk patroon van de wekelijkse rustdag en verbinden zich zo met het Opperwezen.

Wanneer wij Sjabbat houden, zijn we er aan gewend, dat vele anderen een andere tijdsbesteding hebben en die dag anders waarderen. Wij zijn altijd tolerant geweest tegen onze omgeving en hebben onze wil nooit aan anderen opgelegd.

Wij kennen geen missie of jihad. Wij hoeven niemand te overtuigen van ons religieuze gelijk. Wij volgen onze eigen tradities en hebben daarvoor niet de gedogende consensus van de meerderheid nodig. G’ds opdrachten, die wij tot op heden vermochten te beleven en uit te voeren, zijn ons voldoende.

Reacties zijn gesloten.