Rabbijn Evers over Jom Kipoer: verzoening, wat is dat?

Rotterdam Jom Kipoer kaars wit parochetDe Talmoed geeft verschillende meningen over verzoening.

  • Is het een geschenk uit de Hemel, dat vanzelf uit de Hemel afdaalt op Jom Kippoer als een soort genade (ook al zitten we niet in sjoel)
  • of hangt het samen met de mate van inkeer (tesjoewa) van de mens hier op aarde?

Beide zijn natuurlijk nodig, de beweging van onder naar Boven (tesjoewa) en van Boven naar het hier en nu (genade). Het blijft een interactie tussen mens en G’d.

Zonder vergeving zou de aarde een doorlopende strijd worden, zonder einde. En dat was niet de bedoeling van de Schepper.

 

Rabbijn mr. drs. R Evers, rabbijn van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap

Wanneer men in de buurt van het G’ddelijke verkeert, komt men vanzelf in het reine, wordt men vanzelf `schoongewassen’. Verzoening blijft een geschenk van Boven dat we uiteindelijk toch niet geheel op eigen kracht kunnen bereiken.
Inspanning blijft echter verplicht. Wij moeten er iets voor doen:

  • Tesjoewa – inkeer,
  • tsedaka (liefdadigheid) en
  • tefilla – gebed.

Jom Kippoer wordt wel de dag van de vijf gebeden genoemd, twee meer dan de drie dagelijkse gebeden. De vijf gebeden staan tegenover de vijf niveaus van de ziel die dan actief zijn:

  • de lichamelijke ziel (nefesj),
  • de geestelijke ziel (roe’ach),
  • de G’ddelijke ziel (nesjama),
  • de bron van het leven (chaja) en
  • de eenwording van de ziel met G’d (jechida).

Op het hoogste niveau voltrekt zich het mystieke wonder van de eenwording met G’d, gesymboliseerd door de Hoge Priester die eenmaal per jaar in het Allerheiligste het G’ddelijke aan den lijve ondervond.

Daarmee is Jom Kippoer de climax in de jaarlijks terugkerende feestenreeks. Dat contact met G’d is de uiteindelijke verzoening. Dat contact brengt alles in het reine. Zodra er direct contact is met het Opperwezen verdwijnt het menselijk tekort als sneeuw voor de zon.

Groei en leven
Inkeer heeft te maken met groei en leven. De opdracht van de Tora is om “ons woord te houden”, beloftes nakomen. Maar toch zegt de Talmoed dat het beter is om niets te beloven want dan legt men zich voor de toekomst vast op basis van omstandigheden van het heden. In `kol nidree’ heffen we alle geloftes op omdat we iedere dag moeten groeien en moeten stijgen op de spirituele ladder.

Vaak maken we mensen mee, die vastgeroest zijn in idealen en begrippen uit hun jeugd, die zij niet kunnen ontstijgen. Wie in staat is om vaste patronen en verwachtingen van vroeger los te laten, kan groeien naar een hoger niveau.

Jom Kippoer laat ons zien hoe dat lukt. Wanneer alle vijf niveau’s van de ziel actief zijn, in open verbinding met elkaar en met ons mensen staan, dan is er een directe link gemaakt met het G’ddelijke, dat – als in de droom van de ladder van Ja’akov – boven aan die zieleladder staat. Uiteindelijk is het G’d die ons de ultieme kappara, als een soort Hemelse genade, schenkt.

Verbale zondebelijdenis
Tot inkeer komen betekent: weten èn uitspreken wat je verkeerd deed èn beslissen dat je het niet meer zult doen. Tesjoewa veronderstelt dus zelfkennis en zelfanalyse. Tesjoewa betekent ook: tot jezelf komen. De mens wordt opgeroepen om tot zelfverbetering te komen en de goede, G’ddelijke neiging te cultiveren, te koesteren en te ontwikkelen: goed doen en blijven doen, gericht op het Hogere.

Zelfbeoordeling
Als hulpmiddel voor het groeien in de G’dsdienst wordt onder andere het bestuderen van gave mensen (tsaddikiem) aangeraden.
Er zijn een aantal stappen tot zelfverbetering waaraan je kunt herkennen of je inderdaad groeit in je leven of in je religie, of je inderdaad een “gaaf” mens – een tsaddiek, een oprecht, echt, `heilig’ en rechtvaardig mens – begint te worden.

  1. De gave mens heeft het vermogen om te onderscheiden tussen recht en krom, eerlijk en oneerlijk. Een hulpmiddel om dat te bereiken is de ander als spiegel te zien. Wanneer je in de ander een slechte eigenschap waarneemt, betekent dit dat je je eigen afkeurenswaardige eigenschappen projecteert op de ander. Daar kan men veel van leren over zichzelf.
  2. De gave mens aanvaardt zichzelf, de ander, de natuur en de wereld om zich heen, als gegeven. Aanvaarding van vaste gegevens is een basis om verder te groeien, spontaan, met natuurlijke eenvoud en oprecht.
  3. De gave religieuze mens leeft vanuit een groeimotivatie: hij/zij is gericht op groei in plaats van vermaak. De vraag voor elk mens is: waar ben je vanuit je eigen motivatie mee bezig. Leef je vanuit een gebreksmotivatie (je bent contactarm en gaat daarom naar de synagoge) – of streef je werkelijk naar groei. De tsaddiek, rechtvaardige is gericht op groei en heeft een bepaalde missie (opdracht): concentratie op het hogere. Daarbij hoort, dat men zich bij tijd en wijle terugtrekt op zichzelf en afsluit voor de wereld om zich heen.
  4. De gave mens heeft een autonoom levenspatroon. Hij of zij is een persoonlijkheid die in staat is de wereld met constante frisheid te bezien, de woorden van de Tora (Bijbel) te zien alsof ze vandaag pas gegeven zijn. Je zou elke dag naar de Tora kunnen rennen, in plaats van naar de krant.

Wie vanuit deze motivatie leeft kan het leven als een zelf ontstijgende roes ervaren. Helaas halen een aantal mensen dit niet en moeten zij zich vergrijpen aan verdovende middelen in hun poging om een hogere ervaring te bereiken.

Juist tsaddikiem kunnen met een diep gevoel van gemeenzaamheid met anderen, zichzelf ontstijgen. Een steeds dieper afdalen in jezelf kan zo tot een topervaring leiden. Je keert terug tot je spirituele oorsprong. Daarmee bewerkstellig je verzoening met jezelf en je omgeving, je ervaart je eigen, persoonlijke geestelijke bevrijding en het loslaten van je eigen beperkte ego.

Vergeving is mogelijk en moet op den duur omdat het anders spirituele groei in de weg staat, bij dader en slachtoffer. Hoe moeilijk dit ook is in de intermenselijke relaties. Echte vergeving is een combinatie van aardse inspanning en Hemelse genade. Vergeving leidt tot verzoening. De functie is de eenheid tussen de mensen te bevorderen en eenheid tussen mens en G’d.

Sjalom staat hoog op onze prioriteitenlijst. Verzoening wordt bewerkstelligd door ootmoed, ook in de relatie tussen mens en medemens.

Zonder vergeving zou de aarde een doorlopende strijd worden, zonder einde. En dat was niet de bedoeling van de Schepper.

Reacties zijn gesloten.