Rabbijn Evers en Protestantse voorman dominee Plaisier ontmoeten elkaar over Luther en de Reformatie

Het werd een bijzonder openhartig gesprek met dr. Arie Jan (Arjan) Plaisier (1956), die sinds 2008 de scriba (secretaris) is van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), het grootste protestantse kerkgenootschap van Nederland met twee miljoen leden, waarvan 10.000 Lutheranen.

Rabbijn mr. drs. R. Evers, rabbijn van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap
Rabbijn Evers dominee Arjen Plaisier kl 2016In het fraaie, modern ogende Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk aan de Joseph Haydnlaan in Utrecht werd ik ontvangen met een stevige kop verse koffie. De Friese staartklok tikte gezellig door en Koning Willem-Alexander keek welwillend neer op ons samenzijn vanuit zijn staatsieportret.

Dominee Plaisier vertelde over zijn jeugd in een gezin, dat bij de Gereformeerde Bond behoorde en hoe hij eigenlijk onbedoeld `in de religie’ terecht was gekomen. Hij kende mijn ouders nog van de interreligieuze dialoog. We bespraken de ontkerkelijking in Nederland, de gevolgen daarvan en de vele nieuwe, ongebonden vormen van religiebeleving, die tegenwoordig hoogtij vieren. Hoe gaan wij als gevestigde religieuze instituten daar mee om?
Ook wij Joden gaan een nieuwe periode in waarin de verbanden steeds losser worden. Deze moderne vorm van religieuze beleving vereist een totaal andere aanpak om de `kudde bijeen te houden’.
In deze tijd van opkomend secularisme en racisme is het noodzakelijk om de handen in een te slaan en dat wat ons bindt te benadrukken. De verschillen tussen Jodendom en Christendom zijn bekend. De theologische verschillen zijn voor ieder van ons echter huiswerk.
De gemeenschappelijke praktische problemen zijn gebieden waar we iets voor elkaar kunnen betekenen. We kwamen tot de conclusie dat we ons daar op moeten concentreren.

Ik kwam hoofdzakelijk om met de scriba van de Protestantse Kerk gevoelens te delen inzake de viering van vijfhonderd jaar Reformatie van protestants Nederland.
De feeststemming wordt wat getemperd omdat Martin Luther (1483-1546) op zijn zachtst gezegd last had van antisemitische aanvechtingen. Volgens de overlevering spijkerde Luther zijn 95 Latijnse stellingen op 31 oktober 1517 vast aan de deur van de slotkerk te Wittenberg, waarin hij de wantoestanden in de Katholieke Kerk aan de kaak stelde.
Maar later trok Luther fel van leer tegen de ‘Joden en hun leugens’. In het gelijknamige boekje dat hij drie jaar voor zijn dood in 1543 publiceerde, stelt Luther dat de synagogen moesten worden verbrand, hun huizen tegen de vlakte moesten, de Joden zich niet meer op straat mochten vertonen, hun bezittingen moesten worden afgepakt en dat de Joden in werkkampen moesten worden opgesloten.

De scriba distantieerde zich van deze uitspraken van Luther. Hij wil dat hier in de aanloop naar de viering van de vijfhonderdste verjaardag van de Reformatie in 2017 woorden voor gevonden worden.
Op 8 februari houden wij gezamenlijk een bespreking over dit onderwerp. Er bestaat het voornemen een serie van ‘brainstormende’ activiteiten te starten, om dit antisemitische verleden achter ons wordt gelaten en wij gezamenlijk een betere toekomst tegemoet gaan, een toekomst van respect en eerbied, een toekomst van versterking van het Bijbelse erfgoed in de Lage Landen.
Wij legden de nadruk op de bindende elementen. Arjan Plaisier had het volste begrip voor de Joodse gevoelens bij de Nederlandse herdenking van 500 jaar Reformatie.

Het is niet eenvoudig om de vele eeuwen van discriminatie en vervolging zo maar te vergeten.

Niettemin gloort er hoop aan de horizon en leggen wij de nadruk op een positieve toekomst.

Reacties zijn gesloten.