Parsja Jitro 5776

JITRO, de schoonvader van Mosjé heeft gehoord van de wonderen, verheugt zich erover en brengt offers.

  • Jitro ziet dat Mosjé als enige rechtspreekt en raadt aan meerdere rechters aan te stellen voor zaken van geringere omvang, zodat Mosjé de belangrijke zaken kan berechten. Mosjé zoekt 78.600 rechters.
    • De Bné Jisra’eel arriveren bij de berg Sinaï waar G’d een Verbond aanbiedt dat zij aanvaarden. Na 3 dagen voorbereidingen daalt G’d neer op de berg Sinaï. Mosjé moet, als enige, de berg bestijgen. Het volk blijft op afstand.
  • Onder hevig sjofar-geschal geeft G’d de Tien Geboden. Het volk is zo verschrikt dat ze Mosjé vragen met G’d te spreken en als bemiddelaar te functioneren.
  • G’d drukt Mosjé op het hart dat het Joodse volk haar verantwoordelijkheid neemt en trouw aan G’d blijft.

Jitro telt 75 pesoekiem, verzen, 1105 woorden, 4022 letters, 47e na langste parsja. Bevat 3 ge- en 14 verboden.

VERDIEPING I: HOREN, BEGRIJPEN EN BESEFFEN: JITRO’S NIEUWE LEVENSMISSIE

“Jitro, de priester van Midjan, de schoonvader van Mosje, hoorde alles dat G’d had gedaan voor Mosje, en voor Israel, Zijn volk en dat G’d Israel uit Egypte had gevoerd” (18:1).

Bij deze openingsvers kan men veel vragen stellen:

Waarom krijgt Jitro zo veel ruimte, dat er zelfs een hele parsja naar hem genoemd is?

Waarom wordt deze parsja genoemd naar iemand die oorspronkelijk een afgodendienaar was?

Waarom wordt deze parsja niet `Mosje’ genoemd omdat de Tora via hem tot ons gekomen is?

En nog een vraag: volgens sommige meningen kwam Jitro pas na het geven van de Tora naar het Joodse kamp. Waarom zou de Tora de volgorde van de gebeurtenissen niet op de tijdslijn weergeven, de chronologie omdraaien en Jitro’s komst voor Matan Tora (het geven van de Tora) beschrijven?

Net zoals het Manna een inleiding vormde op het geven van de Tora, was ook het fenomeen Jitro een introductie tot de meest monumentale gebeurtenis in de hele Joodse geschiedenis. Rav Wolbe (20e eeuw, Jeruzalem) geeft het voorbeeld van een man, die in de krant leest over de splitsing van de Rietzee. Hij zou doorgaan met het drinken van zijn koffie en het nieuws afdoen als `interessant, maar wat gebeurt er nog meer in de wereld?’. Jitro hoorde wat er gebeurd was. Maar het was meer dan alleen fysiek horen.

Fysiek iets horen of de diepe impact van het gehoorde beseffen, zijn twee verschillende niveau’s van begrijpen. Toen koning Sjelomo van G’d een wens mocht doen, vroeg hij een `lev sjomea, een luisterend hart’. Jitro hoorde wat er gebeurd was en begreep direct het immense gevolg van de redding van de Bnee Jisraeel en hun tocht naar de berg Sinai om het volk van het Boek te worden.

Hij was heel gevoelig geworden voor religieuze zaken. Jitro was een spiritueel persoon, had alle afgoden uitgeprobeerd en was uiteindelijk tot de conclusie gekomen, dat er slechts een G’d bestaat. Maar er is meer nodig om Joods te worden. Soms trekt de familieband. Mosje was zijn schoonzoon.

Men kan ook monotheist zijn zonder Joods te worden. Joods worden betekent, dat men inziet, dat G’d een specifieke band heeft met het Joodse volk en dat het Joodse volk een speciale taak heeft op deze wereld.

Jitro was het prototype van alle mensen, die overgaan tot het Jodendom. Aan een proces van Joods worden gaat veel vooraf. Er vindt een persoonlijke omwenteling plaats.

Jitro was gericht op de ontwikkeling van de geest. Daarom was hij `priester van Midjan’. Hij had een stevige familieband met het Joodse volk als schoonvader van Mosje. Maar dat was allemaal nog geen reden zich aan te sluiten bij Am Jisraeel.

Daartoe was het nodig, dat hij alles hoorde dat G’d had gedaan voor Zijn volk. Hier werd voor Jitro de speciale band van G’d met Israel duidelijk.

Dat bewoog hem vanuit zijn bevoorrechte, hogepriesterlijke positie in Midjan naar de woestijn de Sinai te  gaan. Hij had er veel voor over om zich aan te sluiten.

Waarom er zo wordt ingegaan op de motieven van Jitro? Omdat zijn beweegredenen belangrijk zijn. Zuivere motieven staan doorgaans garant voor een duurzame Jodendomsbeleving, waarbij steeds weer naar verdieping wordt gezocht. Bij Jitro leek de motiviatie puur.

Rabbi Menachem Mendel van Kotzk (1787-1859) vroeg zich af of Jitro de enige was die van de Exodus had gehoord?! Natuurlijk niet. Maar Jitro was de enige die het begreep en er lering uit trok. Jitro zocht wijding en kedoesja (heiligheid) als `lifestyle’. Jitro zocht al lang naar een diepere invulling van zijn leven en meende die te kunnen vinden bij het Joodse volk.

Anderen hoorden ook van de Exodus maar hadden geen behoefte aan een nieuwe levensdimensie en kedoesja. Daarom vluchten ze geestelijk weg van de Exodus of vielen het Joodse volk zelfs aan op hun tocht door de woestijn, zoals Amalek deed.

Rasjie (1040-1105) legt uit, dat Jitro pas naar het Joodse kamp wilde komen nadat hij gehoord had van het splijten van de Rode Zee en de overwinning op Amalek. Waarom waren deze gebeurtenissen zo essentieel voor Jitro? Omdat dit hem tot de realisatie bracht dat G’d Zijn gelovigen zelfs in deze `hier en nu’ wereld beloont voor goede daden en een rotsvast geloof. Jitro zag dat G’d ook in deze materiele werkelijkheid verbonden was met Am Jisraeel. Daarom besloot hij zijn land te verlaten. Zijn geloof moest vanuit een abstractie neerdalen in de aardse realiteit, hetgeen precies de essentie van het Jodendom vormt.

Later besloot Jitro terug te keren naar zijn vaderland. Had hij spijt van zijn keuze voor het Jodendom? Verlangde hij terug naar zijn luxe leven in Midjan? Rasji verklaart, dat hij zo vol was van het Jodendom en hier zo enthousiast over was, dat hij het met iedereen wilde delen. Jitro keerde terug naar Midjan om zijn oud-volksgenoten te bekeren tot het Jodendom. Zo vol was hij van zijn nieuwe leven, dat hij er een missie van maakte…

Nu kunnen onze openingsvragen beantwoord worden:

Waarom krijgt Jitro hier zo veel ruimte? Omdat invoelend luisteren naar G’d de essentie is van het ontvangen van de Tora.

Waarom wordt deze parsja genoemd naar iemand die eerder afgoden diende? Om ons te leren, dat een waarachtig en oprecht zoeken naar de waarheid tot de juiste conclusies leidt.

Waarom wordt deze parsja niet `Mosje’ genoemd? Omdat Jitro met zijn persoonlijke geschiedenis en gespitste oren duidelijk aangeeft hoe men zich op het ontvangen van de Tora kan voorbereiden. Jitro is hiermee een rolmodel geworden voor alle latere generaties.

Waarom zou de Tora de volgorde van de gebeurtenissen niet chronologisch weergeven? Om duidelijk te maken dat met alle kowed en prestige moet laten vallen om naar de G’ds woord te komen luisteren.

Jitro was verder onder de indruk van de wijze waarop de Egyptenaren gestraft werden. Als een menselijke rechter veroordeelt kan hij zelden op dezelfde wijze straffen als de misdadiger of overtreder in de fout ging. Jitro begreep, dat de kwade plannen en intenties van de Egyptenaren zich tegen de Egyptenaren zelf keerden (18:11). Zij doodden de Joodse jongetjes in het water (van de Nijl) maar zij zelf verdronken ook in water (van de Rietzee). G’d kan misdadigers straffen met hun eigen foute plannen. Voor Jitro was dit een nieuwe dimensie in zijn geloof. Op verschillende plaatsen in de Talmoed wordt op deze G’ddelijke vingerwijzing gewezen. Exact in balans brengen van deuken in de (rechts)orde is alleen aan het Opperwezen voorbehouden.

VERDIEPING II: “Zij vetrokken vanuit Refidiem en kwamen aan in de woestijn Sinai” (19:2).

Waarom geeft de Tora deze reisbeschrijving? Het is een psychologische les voor iedereen die zo veel mogelijk wil meenemen van het ontvangen van de Tora. Rasji geeft hier als commentaar, dat de vergelijking tussen de plaats van vertrek en aankomst duidt op het tot inkeer komen van de Bnee Jisraeel: zij deden tesjoewa (inkeer) bij het krijgen van de Tora maar vertrokken met een zelfde gevoel uit Refidiem. Waarom deelt de Tora dat aan ons mee? Omdat met name de religie en mitswot (ge- en verboden) een goede voorbereiding nodig hebben om tot hun recht te komen. Als we op weg naar sjoel nadenken over hoe we gaan davvenen (bidden) heeft dat een versterkend effect op het feitelijke dawwenen.

In het Jodendom zijn we doorlopend bezig met voorbereidingen. Als we opstaan zeggen we `Mode ani lefanecha – ik dank U G’d dat U mijn ziel heeft teruggegeven’ als voorbereiding op alle religieuze handelingen en intenties van de rest van de dag. Bij het tellen van de Omer tussen Pesach en Sjawoe’ot proberen we ons spirituele niveau te verheffen als preparatie op Sjawoe’ot, toen we de Tora kregen. De tesjoewa van de maand Elloel (augustus/september) bereidt ons voor op Rosj Hasjana (het Joods Nieuwjaar). De tien dagen van inkeer tussen Rosj Hasjana en Jom Kippoer bereiden voor op de Grote Verzoendag.

Rav Jisraeel Salanter placht altijd te zeggen, dat wij onze `kwade neiging’ naar het Beth hamidrasj, het leerhuis moeten meenemen. Hij bedoelde daarmee het leerhuis van de `kwade neiging’ zelf. Als we zien, dat we op een bepaald gebied te kort schieten, moeten we juist daar over gaan `lernen’. Als we te veel kwaadspreken, kan een les in de voorschriften van lasjon hara wonderen doen.

Moraal van het verhaal: bereid je constant voor op je Joodse bezigheden. Voor sommigen betekent dat beter leren lezen en voor anderen betekent dat meer rust, aandacht voor en bezinning op het werkelijke doel van ons leven.

 

Reacties zijn gesloten.