Rabbijn Evers: Geloof vormt het sluitstuk van de seider

De kinderen zijn meestal al naar bed wanneer we het prachtige lied Echad mie jode’a zingen, vlak voor Chad gadja aan het eind van de Seider.

Echad mie jode’a behandelt een diepgaand thema: ons geloof. Toen de koning van de Chazaren in het filosofische werk de Koezari (geschreven in de 12e eeuw door Rabbi Jehoeda Halevi) aan de Joodse geleerde vroeg waarop zijn emoena (geloof) gebaseerd was, antwoordde hij: “”Wij geloven in de G’d van Avraham, Jitschak en Ja’akov, die ons met grote wonderen heeft uitgevoerd uit Egypte”.

Rabbijn mr. drs. R. Evers, rabbijn van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap

De Koezari was een antwoord op de vele spirituele bedreigingen vanuit de toenmalige omgeving. Rabbi Jehoeda Halevi wijst zijn Joodse gehoor op het voorrecht Joods te zijn.

Pesach 4bekers matzaRabbi Jehoeda Halevi wijst zijn Joodse medemens ook op zijn verantwoordelijkheid voor de wereld als geheel. G-ds uitverkoren volk zijn heeft grote consequenties. Het was een uitdaging in de Middeleeuwen en het blijft een uitdaging tot op de dag van vandaag.

Onze geloofsbenadering
De koning van de Khazaren verbaasde zich over het Joodse antwoord. Andere religies baseerden zich op filosofische argumenten en beschreven G’d als `de Schepper van het universum’. De Joodse geleerde antwoordde dat de natuur zelf al het bewijs vormt van het bestaan van G’d. Maar het Joodse volk heeft dit `bewijs’ niet nodig. Onze geloofsbenadering is totaal anders.

Het Jodendom begon met een zeer persoonlijke band tussen G-d en de mens. Toen hij naar Farao ging, zei Mosje dat hij gezonden was door de G-d van Avraham, Jitschak en Ja’akov. De drie Aartsvaders stonden goed bekend en het feit dat zij G-ddelijke vertegenwoordigers waren, was voor iedereen duidelijk. G-d is tot de Joden op een zintuiglijk waarneembare wijze gekomen. Het hele volk heeft dat zelf waargenomen en gezien bij de Exodus en de berg Sinai en het daarna overgeleverd in een ononderbroken traditie tot op de dag van vandaag.

Leren van levende rolmodellen
De Koezari stelt dat men de religie niet uit boeken maar van levende rolmodellen moet leren. Zulke mensen waren de drie Aartsvaders en vier Aartsmoeders, die als rotsen in de branding de weg wezen voor het Joodse volk.

Echad mi jode’a legt de Joodse basis verder uit. De grondwet bestaat uit vijf boeken, terwijl de uitleg voor de praktijk van het Jodendom in de zes misjna-delen staat beschreven. Het Jodendom krijgt iedere week een extra impuls door de zevende dag van de week, de Sjabbat, waarop de mens weer inspiratie opdoet voor de volgende week. Gedurende zes dagen werd de wereld geschapen, maar op de zevende dag gaf G’d één dag van heiligheid en spirituele verheffing, waarop wij in staat kunnen zijn om terug te keren tot de werkelijke waarden van het leven. Door middel van de Briet-Mila (de besnijdenis) heeft Awraham het Joodse volk voor eeuwig verbonden met G’d, waardoor de negen maanden van zwangerschap een hogere wijding krijgen. In de Tien Geboden werden de ethische richtlijnen voor de hele mensheid vastgelegd, terwijl de elf grote sterren het universum voorstellen, waaraan deze tien hoofdregels van ethisch gedrag zin en betekenis verlenen. Uiteindelijk zal de wereld door de twaalf stammen van Israël teruggebracht worden tot zijn oorspronkelijke doel en betekenis.

Echad mi jode’a…

Ik wens U een chag sameach en een mooie seider!

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Reacties zijn gesloten.