Pesach is het feest van onze actualiteit

We leven in een wereld vol tegenstrijdigheden. Conflicterende ideeën kunnen naast elkaar bestaan. Onze Seidertafel ligt er vol van. Symbolen van vrijheid en slavernij liggen door elkaar. Wij eten droge matse, brood van slaven en bittere kruiden om onze onderdrukking te herinneren. Toch leunen wij en dopen wij appetizers in als teken van vrijheid en voornaamheid. Hoe kunnen we deze tegenstrijdigheden met elkaar verenigen?
Wij hoeven niet alle conflicten te harmoniseren. Echte vrijheid is in moderne opvattingen totale harmonie en volledige afwezigheid van alle onmin en strijd. Deze toestand van eeuwige harmonie bestaat niet in de praktijk.

Sederfoto CvHts 2005

Het Joodse vrijheidsconcept is leven met stress en in staat zijn om het heil te vinden, ondanks alle conflicten.

Seideravond en de Exodus leren ons omgaan met onze bestaansonzekerheid. In Sjemot 14:22 staat geschreven dat “de Bné Jisraëel in de zee kwamen op het droge”. Daarna staat het omgekeerde (Sjemot 14:29): “En de Bné Jisraëel gingen op het droge midden in de zee”. Dit leert ons iets belangrijks. Wanneer we ons in een moeilijke situatie bevinden, staan we als het ware “midden in de zee”. Toch moeten we ons realiseren, dat met hulp van Boven het woelige water binnen de kortste keren weer “het droge” kan worden.

De eerste Seideravond in Egypte werd nog voor de bevrijding gevierd. We vieren zowel slavernij als bevrijding. Slavernij heeft ons geleerd solidair te blijven met de verdrukten. De `Egyptian experience’ identificeert ons met het lijdende deel van de mensheid: “En u zult de vreemdeling in uw midden liefhebben als u zelf, want u bent zelf vreemdeling in het land Egypte geweest” (Wajikra 19: 34). Wanneer wij “het brood der ellende” eten, voelen wij ons solidair met de mensen, die de zegen van de vrijheid nog niet hebben ervaren. Zolang nog maar één persoon gebukt gaat onder het juk van slavernij, is niemand echt vrij.

Waaraan was onze bevrijding te danken? Omdat onze voorouders bereid waren HaSjeem onvoorwaardelijk te volgen naar een verlaten woestijn waar geen voedsel noch water was: “Ik herinner mij de liefde van jullie jeugd, toen jullie mij volgden in de woestijn, een ongezaaid land” (Jer. 2:2). Het herinneren van de uittocht uit Egypte is een spirituele ervaring van vernieuwing en hoop.

Lesjana haba’a bieroesjalajiem habenoeja !

Rabbijn R. Evers

Reacties zijn gesloten.