- De verspieders keren na 40 dagen terug. Het Joodse volk moet 40 jaar in de woestijn blijven.
- Sommigen van het volk, met spijt over hun houding, trekken toch op maar worden smadelijk teruggeslagen.
- Instructies over uiteenlopende offers en gewijde gaven die gebracht zullen worden als het volk in het land gevestigd is.
- Iemand (Tselofchod?) sprokkelde hout op Sjabbat.
- De mitswa van Tsietsiet (kijk-draden) volgt.
Sjelach lecha is de 37e parsja, telt 119 verzen, 1540 woorden, 5820 letters en is de 27 na langste parsja. Bevat 3 mitsvot, 2 geboden en 1 verbod.
Verdieping I: TSIETSIET – SCHOUWDRADEN: CONSTANTE HERINNERING
“Zij zullen u tot schouwdraden zijn en u zult ze zien en alle geboden van G’d herinneren en ze uitvoeren, en u zult noch uw hart noch uw ogen verspiedend volgen, die u als ontuchtige normaliter volgt”.
Wie gewend is tsietsiet te dragen, zal ze niet makkelijk vergeten. Zonder tsietsiet kan men zijn religieuze houvast verliezen. De draden in, of buiten zijn kleding, zijn altijd bij hem. Hoewel de verplichting van tsietsiet alleen overdag geldt, vinden sommigen het beter er zelfs mee te slapen.
De wereld is groot. Wie zich er klakkeloos voor openstelt, is als een aangespoeld stuk hout op het strand. Soms is het vriendelijk weer, soms is het stormachtig. Twee keer per dag is het eb en vloed. Waar de stromen en stormen van de wereld je naar toe leiden, daarheen ga je. Welk verweer hebben we anders dan een constante herinnering aan onze waarden en ons door G’d gegeven vrijheid? Tsietsiet vormen een buffer tegen de verleidingen van de wereld. Zoals de mezoeza het huis beschermt, zo beschermt de talliet het lichaam. Vrijheid betekent ook bestand te zijn tegen de druk die de wereld op ons uitoefent. In het massamedia-tijdperk is de wereld heel klein geworden. Dat betekent dat de bescherming nu meer dan ooit nodig is. Wie niet van binnen uit de wereld met Joodse waarden toegemoet kan treden, wordt meegesleurd door het springtij van de waan van de dag.
G’ds barrière
Natuurlijk hebben tsietsiet ook hun mystieke kant. Tsietsiet zijn in getallenwaarde 613. De Tora bevat 248 geboden en 365 verboden. Tezamen 613. Waarom zijn er zoveel voorschriften? Er zijn zoveel regels omdat er zoveel kwaad in de wereld is. Zouden we volmaakt zijn, dan zouden we maar weinig wetten nodig hebben. Pas na de zondeval had de mens deze nodig. Wetten dienen als beveiliging tegen kwade driften. Ze beperken onze relaties zodat men elkaar niet kan schaden. Ze herinneren ons doorlopend aan onze verplichtingen tegenover G’d en mens. De bedoeling van regels is te voorkomen dat wij door het kwade worden verteerd. De ge- en verboden zijn G’ds barrière tegen kwaad. De Talmoed verwoordt het fraai: ‘Ik heb de slechte neiging geschapen maar ik heb de Tora als geneesmiddel daarvoor gecreëerd’ (B.T. Kiddoesjien 30b). De mitsvot uit de Tora zijn als het ware G’ds barrière tegen het kwaad.Tacheles
Aan het einde van de afdeling over de tsietsiet wordt gesproken over de Exodus. De uittocht uit Egypte maakt de Joden verantwoordelijk voor de mitsvot. G’d redde ons uit slavernij en werd onze Heer: “Ik ben de Eeu-wige jullie G’d, die jullie uit het land Egypte heeft gevoerd om jullie het land Kena’an te geven, om voor jullie een G’d te zijn” (Lev. 25:38). De tsietsiet zijn een insigne waarmee wij aan de buitenwereld duidelijk maken dat wij G’ds dienaren zijn; de Tora geeft dat aan. Door het dragen van de tsietsiet ‘worden wij heilig voor onze G’d’. Het woord heilig kan betekenen dat wij dichtbij G’d staan maar het betekent ook dat wij ons ver moeten houden van de dingen die niet met het G’ddelijke in de wereld worden geassocieerd.
Wij moeten het Jodendom volhouden tot de tijd van de Masjie’ach. Het woord techelet, de hemelsblauwe draad aan de tsietsiet, toont stamverwantschap met tacheles (doelgerichtheid) – de essentie waar het allemaal om draait. Onze levensopdracht is moreel leiderschap, vooral tegenover onszelf maar ook tegenover de wereld waarin wij leven. Het morele leiderschap eist veel; wie zullen in staat zijn om G’ds woord aan de rest van de wereld over te dragen? Onze Wijzen leren ons dat dat de mensen zijn, die de mitsva van tsietsiet nauwgezet naleven. Daarover zegt de profeet Zecharja: “In die dagen zullen tien mensen van elke taal de hoek van een kledingstuk met een tsietsiet vastpakken, gedragen door een Joodse man en zij zullen zeggen: laat ons met U opgaan want wij hebben gehoord dat G’d met u is” (8:23).
ASJER HEECHIEN – “Geprezen…Die de mens richting geeft in zijn gaan”.
ELFDE OCHTENDBERACHA.
Wij zeggen deze beracha omdat:
- VERWONDERING. Wij iedere dag weer perplex staan over het feit, dat wij kunnen lopen. Als we lopen staan we zelden stil bij deze complexe beweging.
- GEESTELIJK BEWEGEN. Wij onze gang door de wereld niet kennen. We reizen voor zakelijke doelen maar G’d leidt ons naar plaatsen of ontmoetingen waar we iets van het Jodendom kunnen uitstralen.