Begraving op Joodse dorpsbegraafplaats. Voor het eerst in bijna honderd jaar.

Voor het eerst in bijna honderd jaar heeft er een lewaja (begrafenis) plaatsgevonden op de Joodse dorpsbegraafplaats in Den Ham. In de middagzon werd het lichaam van Juliana Slaat-Luycx (75) afgelopen vrijdag aan de grond toevertrouwd. Ze was op 5 januari 1941 ter wereld gekomen, en haar ouders hadden haar de voornamen Juliana Beatrix Irene gegeven; een uiting van verzet tegen de Duitse bezetter.

Voldaan aan laatste wens
Omdat ze een tijd lang in Den Ham had gewoond wilde ze er ook worden begraven, en zeker niet in haar laatste woonplaats net over de grens in Duitsland. Door tussenkomst, met onmiddellijke medewerking en in nauwe onderlinge samenwerking van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, het Interprovinciaal Opperrabbinaat en de Joodse Gemeente Twente kon aan de laatste wens van de overledene worden voldaan, waarbij ook uiteraard de betrokkenheid en bereidheid van de gemeente Twenterand waar Den Ham onder valt, moet worden genoemd en geroemd. De lewaje werd geleid door rabbijn Heintz uit Utrecht die de overledene had gekend wat door de familie erg op prijs werd gesteld.

Het heeft de inzet van velen gekost, maar wat is het mooi dat zij hier kan liggen. Ik hoop dat zij hier rust kan vinden,

zei een van haar dochters na afloop van de begrafenis tegen een regionale krant.

Incidentele begrafenissen op NIK-begraafplaatsen
De begrafenis in Den Ham is een voorbeeld van incidentele begrafenissen zoals die nog in het hele land voorkomen. Naast de begraafplaatsen van Joodse Gemeenten zijn er veelal kleinere Joodse begraafplaatsen die in beheer zijn bij het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. De begraafplaats in Den Ham is er een van. Van tijd tot tijd komt het voor dat de wens wordt geuit om op zo’n begraafplaats te worden begraven. Het NIK is hier in beginsel toe bereid. De functie van de Joodse begraafplaats is om er overleden leden te begraven. Wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan, kan de begrafenis er plaatsvinden. Zo zijn er in de afgelopen twaalf maanden ook lewajot geweest op een Joodse begraafplaats in de provincie Groningen, en op twee NIK-begraafplaatsen in Gelderland. Omdat er wel het een en ander moet worden geregeld is het het beste om een dergelijke toch niet alledaagse wens in een vroeg stadium kenbaar te maken. Dit maal moest Eduard Huisman, consul-beheerder van de Joodse begraafplaatsen, na het overlijden met grote inzet aan de slag. Onder het motto ‘we gaan het regelen’ heeft hij dit gedaan en zo kon de teraardebestelling zo snel als mogelijk was, plaatsvinden.

DENHAM2

Grafplek bleef leeg
Den Ham ligt tussen Zwolle en Almelo. Sinds 1750 hebben er Joden gewoond. In 1864 werd de begraafplaats aangelegd waar nu de begraving heeft plaatsgevonden. De jongste zerk is op het graf van Heyman Wolff die er in 1920 werd begraven. Heyman overleed op 26-jarige leeftijd, waarschijnlijk aan tbc. Zijn moeder was Bet Schlosser. Zij trouwde met slachter of slager Jacob Wolff. Hij leidde de Joodse begrafenissen en moest dus ook zijn jong gestorven zoon Heyman ten grave dragen. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak woonden er nog Joden in Den Ham. Jacob Wolff was inmiddels in ’s-Hertogenbosch bij een van zijn kinderen ingetrokken.
De oude begrafenisleider heeft zijn eigen grafplek op de Joodse begraafplaats in Den Ham nooit in kunnen nemen. Vanuit ’s-Hertogenbosch is hij gedeporteerd en op 16 april 1943 in het nazi-vernietigingskamp Sobibor omgebracht. Ook de plekken op de Joodse begraafplaats waar Levi Schlosser, zijn broer Simon Schlosser met zijn vrouw Judic Schlosser-van Dam en hun kinderen Miechel Schlosser en Gompert Schlosser hun grafrust hadden moeten krijgen bleven leeg. Zij zijn op 10 maart 1943 vanuit Den Ham weggevoerd naar het station in Ommen en vrijwel meteen daarna, op 20 maart 1943 omgebracht in Sobibor.

Reacties zijn gesloten.