Joodse feesten hebben vaak meerdere namen. Zo niet Chanoeka. Pesach heet ook Chag Ha’aviv, lentefeest en Rosj Hasjana ook Jom Teroea – dag van sjofarblazen. Chanoeka heet alleen Chanoeka.
De naam van een feest zegt iets over wat het belangrijkste element van het feest is of als er meer namen zijn wat de belangrijkste elementen zijn. Voor Chanoeka is het simpel – 1 naam: Chanoeka, wat inwijding betekent. Want de onklaar gemaakte tempel destijds in Jeroesjalajim werd opnieuw ingewijd. En voor ons geldt de reexperience daarvan thuis in ons eigen kleine heiligdom, onze Joodse woning.
Ruben Vis, december 2016 – Chanoeka 5777
Een woning die je binnenkomt nadat je de mezoeza bent gepasseerd. Een woning waar een sidoer (gebedenboek), een choemasj (Tora), een machzor (feestdagen gebedenboek) in de boekenkast staat of in een la ligt. Waar uit onze Joodse lestijd nog het boek Van Jom tot Jom is te vinden. Waar een souvenir uit Israel aan de muur hangt of op het dressoir staat, een jaartijdlampje in de kast wacht tot het op de jaartijddag van vader of moeder of overleden echtgenoot of echtgenote er uit wordt gehaald om te worden aangestoken.
En op Chanoeka staan we bij deze opsomming welbewust stil. Als voor het Chanoeka-feest de kandelaar tevoorschijn wordt gehaald. De Chanoekia waar acht kaarsen in passen en een extra kaars, de sjammasj.
De Chanoekia met zijn acht kaarsen memoriseert het Chanoeka-wonder. De hoeveelheid olie voor de Tempelmenora in Jeroesjalajim was nog genoeg voor een dag en het zou acht dagen kosten om nieuwe olie te verkrijgen. De menora bleef acht dagen branden; een wonder!
Iedere avond als we een kaarsje meer aansteken in onze Chanoekia, bouwen we een gewoon huis om tot een Joods huis. De verbouwing duurt een week en na die week brandt de Chanoekia op de achtste avond in volle omvang. Zie hem shinen!
De verbouwing duurt een week
Iedere dag van Chanoeka nadat het donker is geworden, steken we een kaars meer aan. Als je het wonder analyseert, zou je ook ieder van de acht avonden steeds acht kaarsen kunnen laten branden. Waarom dan toch die opgang van één kaars op dag één naar acht kaarsen op de laatste Chanoeka-avond? Acht dagen is een week plus één dag. Een volle week en nog een dag. Het aantal van acht dagen geeft continuïteit aan. En dat is wat de Chanoekia ons wil vertellen. Iedere avond als we een kaarsje meer aansteken in onze Chanoekia, bouwen we een gewoon huis om tot een Joods huis. De verbouwing duurt een week en na die week brandt de Chanoekia op de achtste avond in volle omvang. Zie hem shinen! Dan branden alle kaarsjes en is voor een jaar weer bevestigd: dit is ons Joodse huis. De wereld is (nog) geen Joodse wereld, net zomin onze straat, buurt, dorp of stad. Ons huis is het wel, tenminste … als we er een Joods huis van maken. Jaarlijks thuis op Chanoeka aansteken brengt ons het besef dat iedere keer dat we thuis komen er een Joods huis op ons wacht. Voor we aansteken verzamelen we alle gezinsleden om ons heen. Om de mitswa van pirsoem hanes, het wonder dat in de Tempel de menora acht dagen bleef branden, uit te dragen.
Zodat we ook op dag negen, dag tien, dag elf en alle komende dagen uit het licht van die op de achtste avond voluit brandende Chanoekia de energie putten om ook de rest van het jaar ons huis als een Joodse huis te laten stralen.
Joodse warmte
Ieder jaar ondergaat ons huis een spirituele verbouwing die een week nodig heeft om op de achtste dag ons huis te laten schitteren in het licht van de voluit brandende Chanoekia. Zodat we ook op dag negen, dag tien, dag elf en alle komende dagen uit het licht van die op de achtste avond voluit brandende Chanoekia de energie putten om ook de rest van het jaar ons huis als een Joodse huis te laten stralen. Hoe donker het buiten ook is, in ons huis heerst Joodse warmte, in ons huis gloeit de Joodse ziel. Hoe donker het buiten ook is, hoe ver(der) de afstand in deze wereld tot G’ds aanwezigheid lijkt (toe te nemen), in ons huis heerst Joodse warmte. In ons huis gloeit de Joodse ziel. Door de Chanoekia voor het raam te zetten, stralen we die boodschap ook uit en vertellen de Chanoekalichten over het Chanoekawonder. Opperrabbijn R. Evers: “De les van Chanoeka is dat hoewel wij elementen van de niet-Joodse wereld kunnen overnemen, wij ons Jodendom niet geheel kunnen opgeven. Dit laten we blijken door op Chanoeka de Chanoekia aan te steken en bij het raam of de deur te plaatsen. Binnen aanstekend, naar buiten uitstralend.” Blanes zei het al: van binnen moet je kijken!