Dick Houwaart (1927-2016) na een onwaarschijnlijke omzwerving: pas als de lewaja, mijn begrafenis achter de rug is, is er volledige rust.

Een mens met een bijzonder leven heeft ons verlaten. Dick Houwaart, man van twee werelden, is op 22 december in Enschede overleden en op eerste dag Chanoeka op de Joodse begraafplaats in Almelo begraven.

dick-houwaart-2005Van huis uit journalist heeft Dick Houwaart talloze artikelen geschreven en reportages gemaakt, ook voor Joodse media waaronder meer dan tien jaar lang voor de uitzendingen van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Voor het toenmalige NIK magazine Hakehillot schreef Houwaart artikelen en boekrecensies. Als bestuurder was hij de initiator van het samenwerkingsverband tussen de toen zes Joodse Gemeenten in het oosten van het land, en hij werd de eerste voorzitter van dat samenwerkingsverband, JOON, het Joods Overleg Oost-Nederland. Op de eerste dag Chanoeka is hij begraven op de Joodse begraafplaats in Almelo. Voor de restauratie van die begraafplaats kreeg Dick Houwaart in 2004 de cultuurprijs van de provincie Overijssel.

dick-houwaart-een-joods-verhaalEen Joods verhaal

Van de hand van Dick Houwaart zijn 45 boeken verschenen. Over het openbaar bestuur, waar hij als directeur voorlichting van het ministerie van Binnenlandse Zaken nauw bij betrokken was, over Israel, het Jodendom, de Sjoa, de geschiedenis van aspecten van Joods Nederland, en over zichzelf. Tot een paar maanden geleden schreef hij met gelijkgestemden op een kleine opiniesite zijn gedachten. De site, Vrijzichtmagazine.com gaat op 31 december op zwart.

Nog geen twee weken voor zijn overlijden verscheen Dick Houwaart, een joods verhaal, (Uitgeverij Ipenburg, Elburg, € 14,90) waarin Dick Houwaart zijn reis van Jodendom naar christendom, naar sociaaldemocratie en weer terug naar het Jodendom beschrijft. De Malach hamawet zat hem op de hielen om hem zoals voor iedere sterveling geldt, uiteindelijk in te halen. Het copyright jaar luidt: 2017. Dick Houwaart heeft het net niet meer mogen beleven. Maar het verhaal is geschreven en gepubliceerd. Met het schrijven en publiceren van dit boek is zijn leven af.

 

Sjiwwe als vroegste herinnering

Als het om het neerzetten van een beeld, van een persoon of van een geschiedenis ging, was Dick Houwaart in zijn reportages en artikelen een verteller. In Dick Houwaart, een Joods verhaal vertelde hij op het einde van zijn leven voor het laatst zijn eigen verhaal. Voor een aantal gegevens die in het boek zijn verwerkt, heeft Houwaart het NIK geraadpleegd.

Geboren in Den Haag als kind van een Joodse moeder Helena Pronkhorst, en een niet-Joodse vader, krijgt Dick Houwaart op de achtste dag zijn Brit Mila. Zijn vroegste herinnering aan het Jodendom is de sjiwwe voor zijn grootmoeder. De spiegels waren bedekt. Langs de wanden waren kussens neergelegd waarop de rouwenden zaten.
Van alle tien broers en zusters en hun gezinnen, van zijn moeder, is na de oorlog alleen één, eveneens gemengd gehuwde, zuster over en twee neven van Dick Houwaart. Alle andere familieleden, ik tel in totaal minstens 32 tantes, ooms, neefjes en nichtjes, zijn vermoord. Zijn Rotterdamse neven Ab en Simon werden verraden door NSB’ers. “Ik heb de verraders ondanks naspeuringen na de oorlog nooit kunnen vinden.”

 

Dit was een wanhoopsdaad

Als de oorlog voorbij is, is Dick een jong volwassen man. Zijn ouders hebben hem en zijn zusje, tieners in de oorlog, Rooms-Katholiek laten dopen. Het was juni 1943. “Wij konden de doop en het vormsel niet verhinderen.” Pas bij zijn naspeuringen voor Een Joods verhaal ontdekt Houwaart tot zijn verbijstering dat zijn ouders in april 1943 in de kerk zijn getrouwd, een paar maanden voor dat hij er zelf werd gedoopt. “Mijn moeder was een Jodin in hart en nieren. Dit was een wanhoopsdaad.” Dick en zijn zus brachten de verzetskranten Trouw en Op Wacht rond. In november 1944 dook Dick Houwaart onder bij hervormde boeren in de Achterhoek.

Dick Houwaart ontwikkelt zich na de oorlog in het christendom dat zijn ouders in eerste instantie als dekmantel in de oorlog op zich hebben genomen. Voor de CHU zit hij zelfs in de Gemeenteraad van zijn woonplaats Amersfoort, hij schrijft voor het partijblad en maakt reportages voor de destijds nog zeer christelijke NCRV. Houwaart bestudeert de christelijke theologen en denkers. Maar gaandeweg ervaart hij dat hierin zijn toekomst niet ligt. Na omzwervingen in steeds vrijzinniger kringen en de overstap naar de christelijk-vrijzinnige beweging binnen de Partij van de Arbeid, keert Dick Houwaart terug naar het Jodendom. Voor vele oudere Nederlanders is Dick Houwaart onlosmakelijk verbonden met het Journalistenforum, een radioprogramma met journalisten van diverse kranten en media, waaraan hij meer dan dertig jaar wekelijks deelnam en voorzitter van was. Eind jaren zestig pleitte Houwaart voor een brede christelijke partij waar ook de katholieke KVP deel van uit moest maken. Het kwam hem in de christelijk-politieke kringen op felle kritiek te staan. Houwaart was zijn tijd vooruit, het CDA is er zo’n twintig jaar later gekomen.

 

Bevangen door de vrees als jood herkend te worden

Dertig jaar heeft Dick Houwaart zijn Jodendom verborgen gehouden, vanaf de meidagen van 1940 tot lang, lang erna. “Was ik door mij aan te sluiten bij christelijke organisaties en mij als plaatselijk politicus voor de CHU te manifesteren wel zo veilig als ik meende? Waren mijn zonen veilig? Zouden zij gevrijwaard blijven van antisemitische bedreigingen wanneer bekend zou zijn dat zij een joodse vader hadden.” Houwaart, inmiddels zo geworteld in de christelijke wereld, ontwikkelde zich door zijn activiteiten, publicaties en politieke werk tot een man van een zekere faam. En desondanks … . “Ik was zo bevangen door de vrees als jood herkend te worden dat mijn aanstaande vrouw (die niet van christelijk-gelovige huize was –rv) en ik besloten in de kerk te trouwen.” Met behoud van zijn vrijzinnig denken, breekt Dick Houwaart uiteindelijk met het christendom en besluit vol overtuiging voor zijn Joodse identiteit te kiezen. “Ik heb een lange weg afgelegd. Als gevolg van de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog had ik een verkeerde afslag genomen. Het was de angst die mij daartoe bewoog.”

 

Met fatsoen en deskundigheid

In Den Haag zetten Dick en zijn vrouw Willy zich in voor de Joodse Gemeente. Zoals op veel andere terreinen blijkt Houwaart ook hier een scherp oog te hebben. Hij schrijft voor het eerst na de oorlog de geschiedenis van de Haagse Joden. Daarnaast is Houwaart op tal van terreinen bestuurlijk (Genootschap Nederland-Israel, CIDI, Anne Frank Stichting, Maatschappij tot Nut der Israëlieten, …) en als scribent actief. Steeds als een heer en dus met fatsoen en deskundigheid gaat hij gewapend met de ervaring en theologische kennis over het christendom, en zijn eigenzinnige goed gefundeerde mening, de polemiek aan met vertegenwoordigers van de geloofsrichting waar hij zelf decennia lang onderdeel van is geweest. Een zeldzaamheid, helaas zijn de voorbeelden van hen die ons geloof aanvielen na hun overstap in de geschiedenis (te) talrijk geweest. Dick Houwaart keerde terug, terug naar zijn Jodendom, naar zijn Joodse wortels en bleef die trouw.

 

Volledige rust

“Mijn geschiedenis loopt ten einde,” schrijft Dick Houwaart een maand of drie geleden, om zijn Joodse verhaal vervolgens te eindigen met de woorden: “Ik ben nu 89 jaar oud. Ik hoef niet meer bang te zijn om Jood te zijn. Joden hebben een eigen land, waar zij volop joods kunnen leven, denken, in vrijheid en binnen de grenzen van het land redelijk veilig zijn. Of Joden in Nederland en Europa een rijke toekomst tegemoet gaan en veilig kunnen geloven? Ik aarzel daarop bevestigend te antwoorden. De joodse geschiedenis bewijst dat er altijd een dreiging is. Mijn leven bewijst dat ik vele jaren op mijn hoede moest zijn. Pas als de lewaja, mijn begrafenis achter de rug is, is er volledige rust.” Kort voor zijn sterven heeft hij Sjeimes gezegd, de Joodse geloofsbelijdenis, samen met opperrabbijn Jacobs die ook zijn lewaja leidde.

Zijn lewaja op de eerste dag Chanoeka viel samen met eerste dag Kerstmis. Ik at voor het eerst soefganiot op een Chanoeka-kinderfeestje in de Joodse Gemeente van Den Haag. Ik moet een jaar of tien zijn geweest. Nu denken we dat soefganiot er altijd al zijn geweest in Nederland. Het is niet zo. Soefganiot deden hun intrede in Joods Nederland in de tweede helft van de jaren ‘70. Dick Houwaart trachtte de kinderen tot rust te manen met de belofte dat we straks allemaal een Chanoeka-bol zouden krijgen. Met de klemtoon op noe, want Dick had het taalgevoel voor Hebreeuws of Joodse woorden naar ik pas veel later zou begrijpen, niet meegekregen in de tiener- en twin- jaren waarin het taalgevoel zich vormt. Hij had het zich pas veel later eigen gemaakt. Zoals hij zich het Jodendom en zijn Joodse kennis eigen had gemaakt. Houwaart was een autodidact met diepgaande kennis op velerlei gebied.

 

Kerstmis of Chanoeka

Werd Dick Houwaart begraven op Kerstmis, het geboortefeest van “de messiaanse mens Jezus Christus” waarvan christenen proberen hem voor ons Joden vooral aanvaardbaar te maken. “Het verhaal over Jezus heb ik nooit geloofd.” Nee, Dick Houwaart werd begraven op Chanoeka, het feest van de inwijding, beter gezegd: van de herinwijding. De Joodse tempel was ooit ingewijd, maar verontreinigd door er een andere religie in te belijden. De Joodse Chasjmonaim wijdden de tempel opnieuw in. Dick Houwaart was ingewijd. Al meteen op de achtste dag na zijn geboorte. Maar hij zou later, veel later, zichzelf opnieuw inwijden en vervolgens ontzettend veel van zijn talenten, inzichten en energie schenken aan zijn mede-Joden. Zoals hij zich zijn hele leven voor maatschappelijke zaken in heeft gezet, als verzetsjongere, in zijn christelijke en sociaaldemocratische tijd en als Jood.

Het werd een Joodse begrafenis in Almelo. Te ruste gelegd in Joodse gewijde grond. Dick Houwaart is na een onwaarschijnlijke omzwerving teruggekeerd, en thuis.

 

Ruben Vis

Alle citaten ontleend aan: Dick Houwaart, een joods verhaal, Uitgeverij Ipenburg, Elburg, € 14,90, isbn/ean 978-90-70105-27-3

Reacties zijn gesloten.