In Laren (NH) is een monument onthuld voor de 48 in de oorlog vermoorde Joodse kinderen uit het gezinsvervangend tehuis de Berg-stichting. Vanuit de lokale bevolking kwam een half jaar geleden het initiatief voor het monument. Het plantsoen waar het monument is gekomen, bij de huidige middelbare Laar en Berg school, is hernoemd naar Jan Reitsema. Hij was de leider van het huis. Reitsema slaagde er in veel van de kinderen voor deportatie te behoeden door ze administratief te laten verdwijnen en voor hen onderduikplaatsen te regelen. Zijn verzetsdaad wordt nu met een straatnaam geëerd.
Het monument werd onthuld door Mart Cohen, destijds pupil in de Berg-stichting, geassisteerd door een aantal van zijn klerinkinderen. Opperrabbijn Jacobs sprak bij de onthullingsbijeenkomst de aanwezigen en in het bijzonder de scholieren van Laar en Berg toe.
“Lieve leerlingen van de Laar en Berg. Laat de namen van jullie broertjes en zusjes daar niet alleen stáán, maar neem hun namen méé. Houdt steeds voor ogen dat deze jongens en meisjes, jongens en meisjes waren zoals jullie.
Wat geweldig als jullie aan hen willen denken en als jullie willen uitroepen aan iedereen die dat wil horen en speciaal aan hen die weigeren te luisteren: toen de meerderheid gewillig de verkeerde richting opging, bleef Jan Reitsema mens. Dankzij Jan Reitsema heeft meer dan de helft van de Bergstichting overleefd.
Maar desondanks staan hier nu toch nog, op dit imposante monument, de namen van achtenveertig pupillen. Achtenveertig teveel… .”
In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was de Berg-Stichting een instelling voor uit huis geplaatste joodse kinderen, volgens de Rijksinspectie een van de beste kindertehuizen van Nederland. Dat de instelling zo goed te boek stond, was niet in de laatste plaats de danken aan directeur Jan Reitsema. Er heersten bij de Berg-Stichting geen strenge verplichtingen, maar juist een huiselijke inrichting, gezinssfeer, individuele begeleiding en gelegenheid voor verschillende vrijetijdsbestedingen en uitstapjes.
Reitsema liet de Berg-Stichting typeren als een ‘mischlingenheim’, waar kinderen woonden die niet volbloed joods waren. De Berg-stichting werd enige tijd met rust gelaten. Daardoor konden er ook mensen onderduiken. Net als de kinderen die bij de stichting woonden werden zij vanuit het kindertehuis overgebracht naar veilige adressen.
Toen duidelijk werd dat de Bergstichting gevaar voor deportatie zou lopen, bracht Reitsema de Berg-stichtingkinderen naar panden van het Leger des Heils in Amsterdam. Hij regelde verklaringen waaruit bleek dat de kinderen volgens de Neuerenberger nazi-regels niet als joods zouden worden beschouwd, en zorgde voor onderduikplaatsen in de Haarlemmermeer. Directeur Reitsema werd op 2 augustus 1943 bij een inval in de Berg-stichting gearresteerd. Gelukkig kwam hij weer vrij, op voorwaarde dat hij zich niet langer met joodse aangelegenheden zou inlaten. Niet voorkomen kon worden dat de nog aanwezige kinderen werden opgepakt. Directeur Jan Reitsema en zijn vrouw Tine doken onder in het Gooi. Na de oorlog bleken 70 van de 106 pupillen uit het kindertehuis en enkele personeelsleden te zijn gered dankzij hun hulp.
Naast een monument en een straatvernoeming verscheen er ook een boek over de Berg-stichting, geschreven door initiatiefneemster Ineke Hilhorst, Teun Koetsier en opmerkelijk door de burgemeester van Laren, Elbert Roest.