Moesaf Rosj Hasjana en de centrale thema’s in het Jodendom

Anie Ma’amien, ‘ik geloof’. Met deze bekende woorden begint Maimonides elk van zijn beroemde dertien geloofspunten. De jood wordt geacht in die dertien punten te geloven. Deze samen vormen volgens Maimonides de essentie van het jodendom.  Andere joodse filosofen zijn van mening dat er maar drie ikariem, ‘centrale thema’s’, zijn in het jodendom en wel: het geloof in G’d., het geloof in de door G’d gegeven Tora en het geloof dat G’d onze daden beloont en bestraft. In de drie extra berachot, ‘zegenspreuken’ van Moesaf Rosj Hasjana kunnen we deze drie essenties van ons geloof terugvinden en beleven.

Door: rabbijn H. Groenewoudt

Belangrijke existentiële vragen

Het eerste toegevoegde stuk heet Malchiot: ‘Koningschap’. Tijdens deze beracha kronen wij G’d als het ware tot onze Koning voor het volgende jaar.  Tijdens het zeggen van de verschillende pesoekiem (zinnen uit TaNaCH) die gaan over Melech: de Koning, staan we stil bij belangrijke existentiële vragen. Wat is mijn verhouding tot G’d?  In hoeverre accepteer ik Hem tot factor van belang in mijn dagelijkse leven? Als ik mij meer zou verdiepen in G’d, hoe zou mijn leven er dan uitzien? Ben ik bereid om G’d de factor in mijn leven te laten zijn, die Hij wenst? Door het moment en de mise-en-scène worden we geraakt. Wij nemen ons goede dingen voor. En dan klinkt de toon van de sjofar. De goede voornemens worden als het ware beklonken. Het eerste geloofspunt, G’d als schepper en heerser van mijn wereld, is behandeld.

Beloning en straf

Dan gaat het gebed verder met Zichronot: ‘Herinneringen’. G’d herinnert ons en onze daden. Het is de jom hadien: ‘de dag van de rechtspraak’. G’d spreekt recht over mij. Wij raken hierbij het derde geloofspunt aan: G’d beloont en straft. Wij zijn geheel bereid de beloning te accepteren. Sterker nog: we doen dit dagelijks, vaak zonder al te veel bewustzijn. Maar gezond wakker worden is niet vanzelfsprekend. Werk hebben, een gezin, familie: het zijn G’dsgeschenken. En de tegenslagen? De persoonlijke pijnmomenten, die er ook ieder jaar weer zijn? Tijdens de tweede extra beracha kunnen wij ons bewust worden dat diezelfde G’d, die wij net nog tot een belangrijke factor in ons leven hebben gemaakt, ook daden eist en ons daarop beoordeeld. Tijdens het zingen van zocharti loch,  met die prachtige meeslepende melodie, kunnen we ons afvragen: “Ben ik bereid mijn doen en laten te verantwoorden voor G’d? Vertrouw ik mijzelf genoeg om open kaart te spelen, of vermijd ik die confrontatie?” G’d treedt ons welwillend tegemoet. Zocharti loch ‘Ik heb me jou herinnerd’, de goede daden van jou en alle generaties voor jou – laat Mij nu over jou oordelen! Het grootste cadeau dat G’d ons geeft aan het begin van ieder nieuw jaar is de mogelijkheid om samen met Hem het afgelopen jaar af te wegen en om samen met Hem nieuwe afspraken te maken voor volgend jaar. G’d beloont en straft, maar wij mogen ons pleidooi houden. Aan het einde van dit tweede stuk klinkt weer de sjofar. De tonen van de sjofar laten het horen. Rechte tonen, gebroken tonen. Het leven is vaak rechttoe rechtaan, maar er zijn ook momenten van trillingen, rimpelingen in de dagelijkse gang van zaken.

De goede combinatie

En dan Sjofarot. Wij richten ons op de eerste keer, dat ons volk werd geconfronteerd met de bijzondere kracht van de tonen van de sjofar: Matan Tora, ‘het geven van de Tora’ op de berg Sinai. Miljoenen mensen – onze verre opa’s en oma’s – stonden daar. Toen hoorden zij de toon van de sjofar. ‘En het hele volk zag de dondertonen en de vuurvlammen en de stem van de sjofar, die steeds harder werd en de berg die in rook staat, en het volk zag dit en schrok terug en ging op een afstand staan’ (Sjemot 20:15 geciteerd in moesaf Rosj Hasjana). Zo beschrijft de Tora de kennismaking met de sjofar bij de berg Sinai en de reactie. Het volk was bang voor de sjofar – had ontzag voor het geluid. En dat was de prelude tot de Matan Tora. Wij staan nu tijdens moesaf en denken terug aan dat moment. We vragen ons af: “Hebben wij genoeg ontzag, eerbied voor de Tora en de mitzwot die wij toen hebben gekregen? Gaan de geboden hand in hand met de boodschap van de Tora? Of vinden we het wel leuk om ons aan sommige tradities te houden, maar hebben wij die losgekoppeld van de eerste twee delen van dit drieluik?” Dit is hét moment om weer eens de goede combinatie te maken en die op ons te nemen voor het volgend jaar: zonder vrees voor de straf, maar met ontzag, respect en vooral dankbaarheid voor de zegeningen – Zichronot – neem ik op mij het volgend jaar een leven vol Tora en mitzwot te willen leven – Sjofarot –, waardoor G’d, de belangrijke factor in mijn leven wordt –  Malchiot. Kortom: Anie Ma’amien!

En dan klinken de sjofartonen om dit met krachtige tonen te bezegelen en begint het nieuwe jaar. Moge dat een jaar zijn vol beracha en sjalom.

Ketiewa wechatiema towa.

Reacties zijn gesloten.