Dubbel-CD Ahawat Olam met Nederlands chazzanoet

Het NIK publiceerde de dubbel-cd Ahawat Olam met bijna 70 gezangen van Nederlands chazzanoet, gezongen door de Rotterdamse chazzan Max Seijffers z.l.  De dubbel-cd is vergezeld van een uitvoerige beschrijving van de achtergronden en een vergelijking met het Amsterdamse chazzanoet.

De opnames van chazzan Seijffers zijn afkomstig uit een uitgebreide collectie handgeschreven composities voor de Joodse eredienst, afkomstig uit Groningen, dat niet alleen daar maar ook in Rotterdam, Den Haag, Apeldoorn, Enschede en andere plaatsen in het land is gebruikt.

Uit de begeleidende CD-tekst:

Juda Izak Vleeschhouwer (1839-1913) fungeerde eerst in Zaltbommel en Nijmegen en van 1877 tot 1909 als oppervoorzanger te Groningen. Diens tweede chazzan in Groningen, Benjamin M. Stern, heeft met de vervaardiging van het boek Kol Jehoeda (de stem van Juda) een indrukwekkende verzameling Nederlands chazzanoet nagelaten. Chazzanoet dat rond de 19e – 20e eeuwwisseling in Nederland in zwang was en gedurende de gehele twintigste eeuw was te horen in de Nederlandse synagogen. Stern, naast voorzanger tevens koordirigent, sofeer (schrijver van o.a. Torarollen) en godsdienstonderwijzer, bewees latere generaties een uitzonderlijke dienst door in een tijdsbestek van veertien jaar op minutieuze wijze het chazzanoet zoals hij dat uit de mond van Vleeschhouwer had gehoord in notenschrift te noteren.

Ahawat Olam bevat tientallen melodieën voor de gebeden in de synagogale eredienst gedurende het gehele jaar. Op enkele stukken na wordt er in Kol Jehoeda geen componist bij vermeld.

“Als men u in een niggen-minded milieu de vraag stelde: kent u die? dan werden de sluizen automatisch geopend. De aspirant-medewerkers konden nauwelijks hun beurt afwachten. Kent u die? Het had weinig zin om ja te zeggen. Slechts enige maten en u werd zonder genade tot stilstand gebracht. ’Nee, zo is hij niet. … Nee, ik heb hem zelf van Vleeschhouwer gehoord en die begon zo…’.”

(H. Beem, Wie der chazzen der niggen macht, in: De verdwenen mediene)

Het is niet aannemelijk dat Vleeschhouwer van alle niet gesigneerde stukken de componist is geweest. Diverse melodieën worden ook nu nog in de synagoge vertolkt terwijl de lijn terug naar Vleeschhouwer bij de gebruikers er van niet altijd aanwijsbaar is. Dit zijn melodieën die behoren tot de categorie ‘welk niet in een of ander Chazonoesboek te vinden’ zijn, zoals Stern de samenstelling van Kol Jehoeda verantwoordde in zijn woord vooraf. Stern besluit zijn woord vooraf met ’Mocht er in de toekomst eens een verzameling van Chazonoes in Nederland gebruikelijk, tot stand komen, dan hoop ik, dat ook deze mijn arbeid het zijne zal mogen bijdragen dit Chazonoes voor het nageslacht te bewaren’. Een dergelijk boek is er nimmer gekomen. Met de verschijning van onder meer deze dubbel-cd wordt de wens van Stern – na bijna driekwart eeuw – toch voor wat het bewaren voor het nageslacht betreft ingewilligd.

Waarom maakte de Rotterdamse chazzan Seijffers opnamen met schijnbaar Gronings chazzanoet? De band tussen de Groninger oppervoorzanger Vleeschhouwer en de Rotterdammer chazzan Seijffers is duidelijk traceerbaar. Herman Vleeschhouwer, zoon van de Groninger chazzan, was van 1890 tot 1899 chazzan in Deventer en vervolgens tot 1933 oppervoorzanger te Rotterdam. Hij gebruikte vanzelfsprekend de composities die hij van zijn vader had geleerd. Het door Stern vervaardigde boek Kol Jehoeda werd Herman Vleeschhouwer aangeboden op diens zestigste verjaardag in 1928. Max Seijffers was voor de oorlog chazzan-leraar in Gorinchem, na de oorlog eerst in Den Bosch en vanaf 1948 in Leiden om in 1952 chazzan te worden in Rotterdam, waar hij tot enige jaren voor zijn dood in 1994 heeft gewoond. Seijffers maakte zich het Vleeschhouwer-chazzanoet tot het zijne. Het Vleeschhouwer-chazzanoet had toen al meer dan veertig jaar de oren van de Maasstedelijke sjoelbezoeker gestreeld. Seijffers studeerde de composities uit Kol Jehoeda dat zich tot op heden in Vleeschhouwer-familiebezit bevindt

 

Reacties zijn gesloten.