Dag van het Jodendom: bisschoppen bezoeken synagogen

In het kader van de jaarlijkse dag van het Jodendom die de Rooms-Katholieke Kerk sinds 2008 organiseert, hebben kardinaal Willem Eijk, aartsbisschop van Utrecht, mgr. Ron van den Hout, bisschop van Groningen-Leeuwarden en bisschop-referent voor Kerk en Jodendom mgr. Herman Woorts de synagogen van Enschede en Groningen bezocht. De twee sjoels zijn de grootste Asjkenazische sjoels in Nederland.

Van den Hout gaf zondag een lezing in de sjoel in Groningen. De lezing van emeritus hoogleraar Herman M. van Praag moest noodgedwongen in verband met diens ziekte worden voorgelezen. De voordrachten van de geestelijke en de wetenschapper gingen over het belang van traditie in onze tijd. Thema van de Dag van het Jodendom is dit jaar ‘ledor wador’, letterlijk: in iedere generatie, en staat voor het ‘doorgeven van de traditie’. Het bisdom Groningen-Leeuwarden zag in het organiseren van deze bijeenkomst een aanzet tot nadenken en discussie over dit thema. Van den Hout: “Het doorgeven van een (geloofs)traditie spreekt in de seculiere samenleving van de de 21ste eeuw immers niet meer vanzelf. Terwijl de behoefte aan vaste rituelen bij belangrijke momenten in het leven blijft.” De bisschop heeft interesse geuit om een sjoeldienst in Groningen bij te wonen. Het zou voor het eerst zijn dat een zo’n hoge Rooms-Katholieke geestelijke bij een sjabbatdienst aanwezig is.

Voordat mgr. dr. Ron van den Hout (1964) bisschop werd van Groningen-Leeuwarden was hij vicaris-generaal van het bisdom Den Bosch en daarvoor docent Hebreeuws, judaïca en oude testament. Hij promoveerde in 2009 op onderzoek over ‘het boek Zacharia als dramatische tekst’ (2009), een exegese van het een na laatste boek uit Tenach. Prof. dr. Herman M. van Praag (1929) was hoogleraar in de biologische psychiatrie. Na zijn emeritaat schreef hij diverse boeken over het Jodendom, het zionisme en over antisemitisme en de relatie psychiatrie en geloof.

In het kader van de Dag van het Jodendom bezocht kardinaal Eijk op 17 januari de Nederlands Israëlitische Gemeente Twente in haar synagoge te Enschede. Ook daar was het thema de betekenis van het doorgeven van de traditie in het Jodendom en het christendom. Een gedeelde zorg is de secularisatie, zo werd duidelijk tijdens deze bijeenkomst.

Kardinaal Eijk kreeg een rondleiding door het fraaie gebouw en er was ruimte voor ontmoeting en gesprek. Hij werd vergezeld door mgr. Woorts, namens de Bisschoppenconferentie bisschop-referent ‘Kerk en Jodendom’ en tevens voorzitter van de gelijknamige werkgroep van het Aartsbisdom, een aantal leden van deze werkgroep, de Enschedese pastoor Monninkhof en vicaris Cornelissen van het vicariaat Deventer waartoe Twente behoort. Ze kijken “met dankbaarheid terug op deze ontmoeting,” aldus mgr. Woorts.

Verwijzend naar het politiewachthuisje voor de synagoge zei Frank Overweg, voorzitter van de Joodse Gemeente Twente: “Het is van belang dat we ons gezamenlijk inspannen om antisemitisme te voorkomen. Zodat ook andere minderheden niet ons lot te wachten staat.” Nieuw antisemitisme moet voorkomen worden en dat begint bij de opvoeding – “veel kinderen in landen rond Israël worden geïndoctrineerd dusdanig dat alle Joden vernietigd moeten worden en dat doet ons verdriet.” Het feit dat vooraanstaande katholieken spijtiggenoeg de BDS-beweging steunen, liet Overweg niet onvermeld.

Kardinaal Eijk dankte de Joodse gemeenschap in Enschede voor de gastvrijheid. Zowel christenen als Joden stoten volgens de Utrechtse aartsbisschop bij het doorgeven van hun geestelijk erfgoed aan de volgende generatie op de huidige cultuur, die wordt gekenmerkt door “expressief individualisme.”

Andere obstakels die de kardinaal benoemde, zijn de gedachte dat geloof en rede elkaar uitsluiten en de misvatting dat religies in zichzelf oorzaken zijn van geweld, tweedracht en oorlog. Eijk: “En ook al valt niet te ontkennen dat aanhangers van religies zich ook aan geweld schuldig maken, we moeten ook oog houden voor de sterke cohesie die het Jodendom en het christendom in de samenleving teweeg hebben gebracht en brengen.”

Tevens verwees kardinaal Eijk naar de Tweede Wereldoorlog: “Het doet ons veel pijn dat ook katholieken, die op basis van hun geloofsonderricht en vorming beter hadden moeten weten, zich schuldig hebben gemaakt aan geweld tegenover Joden in de Nazitijd en hun aandeel hebben gehad in de Shoah. Dit spijt ons oprecht. Gelukkig waren er ook katholieken die bij de verdediging van Joodse landgenoten in die donkere jaren een moedige rol hebben vervuld,” – zoals zijn voorganger aartsbisschop De Jong, die ook persoonlijk grote risico’s heeft gelopen. Kardinaal Eijk noemde verder de dialoog tussen Joden en christenen in navolging van paus Franciscus “een morele plicht. Door de dialoog met elkaar te voeren kunnen Joden en christenen ondanks hun verschillen elkaar ondersteunen in het doorgeven van het geestelijk erfgoed dat God hen heeft toevertrouwd.” Ten slotte sprak kardinaal Eijk de hoop uit dat de Dag van het Jodendom eraan mag bijdragen “dat wij het geestelijk erfgoed dat ons verenigt ondanks de obstakels opgeworpen door de huidige cultuur met meer vrucht kunnen doorgeven aan anderen, vooral ook jongeren.”

Reacties zijn gesloten.