Rabbijn S. Evers
Vier muurtjes en een dak van riet
Meer is het niet, meer is het niet…
Deze woorden van het beroemde kinderversje van Clara Asscher-Pinkhof geven een korte beschrijving van de soeka. Inderdaad het meest essentiële van de soeka is het dak, dat moet bestaan uit natuurlijk materiaal dat uit de grond gegroeid is en niet meer aan de grond verbonden is.
Gedurende ruim een week verlaten we de beschutting van ons huis en geven we ons min of meer over aan de elementen in de relatief beperkte beschutting die de soeka biedt. De soeka wordt gezien als een symbool van ons vertrouwen in G’d. De Tora vertelt ons dat de soeka herinnert aan de 40-jarige omzwerving van het Joodse volk door de woestijn . Onze geleerden geven twee verklaringen voor de soeka. Sommigen zien in de soeka een verwijzing naar de tenten/ hutjes die het Joodse volk had op zijn zwerftocht, anderen zien in de soeka een verwijzing naar de wolken die het Joodse volk omringden gedurende hun woestijntocht . Hoe dan ook, de soeka is een teken van vertrouwen in G’ds macht.
Hoe groot en hoe klein kan een soeka zijn?
De minimummaten van een soeka zijn zeer klein. De maten worden uitgedrukt in vuistbreedten, en de soeka moet minimum 7 bij 7 vuistbreedten zijn (1 vuistbreedte is 8 à 10 cm, dus 56 x 56 cm). En de minimumhoogte is 10 vuistbreedten, 80 à 100 cm. Niet meer dan de doos van een tv-toestel! Ik heb nooit een soeka gezien met deze hoogte, maar wel met deze lengte- en breedtematen.
Ruim 20 jaar geleden was ik in Moskou, op een toen geheime missie, om Joden daar te bezoeken. Bij een familie die op de bovenste verdieping van een flatgebouw woonde, werd ik meegenomen naar het balkon en daar stond een bezemkast waar het dak van verwijderd was en vervangen was door riet. Van buiten en van beneden gezien was het een gewone bezemkast, maar het was een geheime soeka, slechts voor één persoon! Stilletjes kwamen vrienden en kennissen om de mitswa van het eten in de soeka te vervullen. De maximummaten voor een soeka zijn alleen beperkt in de hoogte, tot een maximum van ongeveer 8 à 10 meter. Een soeka die hoger dan deze hoogte is moet heel stevig gebouwd worden, en het is juist een van de vereisten van de soeka dat hij qua afmetingen tijdelijk kan en moet zijn. Daarentegen de lengte en breedte van de soeka zijn onbeperkt, zo groot als je maar wil! Een soeka mag zelfs zo groot zijn dat het gehele Joodse volk erin past. Zo groot heb ik ze niet gezien, maar ik heb wel heel grote soekot gezien met een oppervlakte van een voetbalveld!
Asymmetrische flats
Misschien is het u wel eens opgevallen, wandelend door een van de orthodoxe wijken in Israël, dat de balkonnen niet netjes onder elkaar zijn, zoals hier in Nederland, maar min of meer willekeurig kriskras over de flat verdeeld zijn. Het is echter geen willekeur en niet een futuristische gril van de architect, maar het is zo gepland. Het dak van de soeka moet onder de blote hemel zijn. Daarom zijn alle balkonnen zo geconstrueerd, dat er geen ‘storend’ balkon boven zit. Wij hebben de eerste twee jaar van ons huwelijk in Jeroesjalajim gewoond in een 5 verdiepingen hoog flat gebouw op de hoogste verdieping. Bij ons waren de balkonnen wel onder elkaar, maar op elke verdieping was het balkon iets minder uitstekend, dan het vorige balkon, zodat elk balkon op het laatste stukje een blote hemel boven zich had. Wij woonden op de bovenste verdieping, dus wij hadden het kleinste balkon, maar de grootse soeka!
Wat doen we in de soeka?
In principe wordt ons leven van het huis verplaatst naar de soeka. Daar eten we en drinken we, daar komen we samen om te leren of te praten. Pas als het echt begint te regenen verlaten we de soeka, maar als het een beetje koud is doen we nog een extra trui aan en bibberen we een beetje. Hier in Nederland ken ik vrijwel geen mensen die in de soeka slapen, maar in Israël zijn er velen die zelfs slapen in de soeka. De oktobernachten in Israël zijn ook iets aangenamer dan in Nederland. Mijn zus in Israël heeft het zelfs heel mooi geregeld. In haar asymmetrische flat heeft zij twee balkons, zonder balkon erboven. Op het ene balkon is de slaap-soeka en op het andere balkon de eet-soeka.
Bijzondere gasten
Volgens onze traditie komen er op Soekot heel bijzondere gasten naar de soeka. Gasten die we niet kunnen zien, maar die wel een bijzonder cachet aan de maaltijden geven. Het zijn de aartsvaders Awraham, Jitschak en Jakov; de twee mannen die het Joodse volk leidden op hun tocht uit Egypte, Moshé en Aharon en de twee koningen David en Sjelomo. Sommigen hebben de gewoonte om speciale gebeden uit te spreken om deze oesjpiezien* uit te nodigen en zelfs een stoel voor ze klaar te zetten. Er zijn prachtige versieringen gemaakt om aan te geven welke gast vanavond uitgenodigd wordt. Naast deze bijzondere gasten is het ook heel fijn om op Soekot ‘gewone’ gasten uit te nodigen. Het is vaak een beetje inschuiven, maar met een beetje goede wil gaan er veel makke Joden in een soeka!
Chag sameach
*oesjpiezien is het Aramese woord voor gasten, maar heeft dus met Soekot een speciale betekenis. Een beetje zoals met Pesach op de seideravond als er een speciaal glas wijn voor Elijahoe wordt neergezet.