Die ken ik … uit sjoel

Soekot komt maar eens per jaar maar we staan er iedere week bij stil. Klinkt raadselachtig, toch is het zo.

Ruben Vis
CIZ-sjoel, Soekot 5780 – 2019, Amstelveen

De soeka is een hut, een hut waarin we gedurende de Soekotweek zitten, en we weten wat de kenmerken van de hut zijn:
De hut moet zoveel muren hebben als de vorm van de letters van het woord soeka: dus een geheel door muren omsloten ruimte zoals de letter Samech, drie muren, zoals de letter Kav, of twee hele muren en een derde beetje muur, zoals de letter He. En het dak moet een bedekking zijn maar niet zo dicht dat we het natuurlijk zonlicht of het schijnsel van de maan, het is op eerste dag Soekot, 15 tisjri, volle maan, er niet doorheen kunnen zien.

Terug naar ons hoofonderwerp, en naar het ogenschijnlijke raadsel: Soekot komt maar eens per jaar maar toch staan we iedere week erbij stil.

Rabbijn dr. De Hond in de soeka, Amsterdam, 1927

Spreid Uw Soeka van vrede over ons uit
Het antwoord is eenvoudig. Iedere vrijdagavond veranderen we één van de berachot rond Sjema van Sjomer amo Jisrael la’ad en voegen de woorden in: oeferos alenoe soekat sjelomecha in en eindigen we de beracha anders dan de andere zes dagen van de week, nl. in: haporees Soekat sjalom alenoe we’al kol amo Jisrael we’al Jeroesjalajiem.

Spreid Uw Soeka van vrede over ons uit – waarbij soeka dan vertaald wordt naar de primaire betekenis en niet naar het idee dat er een Soeka, een loofhut zoals we net bespraken, over ons uitgespreid wordt. Die primaire betekenis is: beschutting. Spreid een beschutting van vrede over ons uit, over het hele Joodse volk  en over Jeroesjalajiem. Dat is de wens die we wekelijks op vrijdagavond uitsopreken. Wekelijks vragen we om een soeka, vragen we HKB”H ons beschutting te geven.

Imaginaire vrienden
Als u nu in de hut zit, in de Soeka, omring door vrienden en bekenden, bedenk dan ook dat we ons ook omringen met imaginaire vrienden, de Oesjpizien, een Aramees woord, voor de groep gasten die we op ieder van de Soekot-dagen verwelkomen, te beginnen met Awraham Awienoe, Jitschak en Ja’akow op de tweede en derde dag, de vierde dag Mosje rabbenoe, de vijfde dag zijn broer Aharon Hakohen, en verder Josef Hatsaddiek en David Hamelech. Iedere dag is er voor een van hen een tekst ter begroeting.

Maar bedenk dan ook nog iets anders. We hebben niet alleen imaginaire vrienden, we hebben ook echte vrienden van vlees en bloed. Soekot is een mooie gelegenheid om die vriendschappen nog eens te bestendigen. Wist u dat we in het Jodendom zelfs een beracha zeggen als we een vriend of vriendin langer dan dertig dagen niet hebben gezien, en dat we nog een beracha hebben als het zelfs meer dan een jaar is geweest dat we onze vriend of vriendin niet hebben gezien.

We hebben vrienden, we hebben ook bekenden. Dat zijn bijvoorbeeld mensen waarvan je zegt: die ken ik … uit sjoel.

Over ons allemaal
En daar wil ik het met u vandaag over hebben. Als we G’d vragen over ons Zijn bescherming uit te spreiden – oeferos alenoe soekat sjelomecha, dan vragen we dat in het meervoud, alenoe – voor ons, dat is voor u, voor uw gezinsleden, maar als Hij werkelijk een Soeka over ons heen zet, dan is dat over ons allemaal. Inclusief de mensen waarvan u zegt: die ken ik … uit sjoel.

We leven in een wereld van 1. individualisering, van 2. secularisering, van 3. globalisering. Maar wij leven in een wereld van oeferos alenoe – spreid over ons Uw beschutting uit.

Individualisering? In onze soeka verwelkomen we imaginaire gasten, Awraham, Jitschak en Ja’akow, Mosje en Aharon, Josef en David, omdat we werkelijke gasten willen ontmoeten in de soeka, met andere mensen samen het feest vieren – Soekot is geen individualisme en net zo min is het Jodendom dat.

Waardengemeenschap
Secularisering betekent geen plaats voor G’d in ons leven. Niets mag meer religieus geënt zijn. Dat is moeilijk voor wie leeft met religieuze waarden. En laten we wel wezen, een sjoel, een kehilla, een kerkgenootschap is niets meer of minder dan een waardengemeenschap. Die waarden zijn dan wel heel diepliggende op een religieuze grondslag. De waarden dat is wat onze verwantschap inhoudt.

Ook in Halle
Ik had dat gevoel zeer sterk na Jom Kippoer. Een dag lang, 25 uur, niet eten, niet drinken, we noemen vasten innoei nefesj, het pijnigen van de ziel. Want een dag lang zijn we niet met het stoffelijke, niet met het wereldse bezig, maar met onze ziel. De schok van de aanslag in de Duitse plaats Halle, toen we, nadat Jom Kippoer was afgelopen het nieuws vernamen, was dan ook gigantisch. Ook met de mensen in de sjoel in Halle hebben we op dat moment zo’n enorme verwantschap. Hen kennen we niet, maar hier in de CIZ-sjoel of zoals ik in Rotterdam of waar ook ter wereld, 25 uur vasten, ook in Halle, de hele dag in sjoel zijn, ook in Halle, mee neuriën bij de Kol Nidre-melodie en op de borst slaan bij Asjamanoe Bagadnoe, hier en ook in Halle, het maakt dat wij allemaal, iedereen die die dag in sjoel is geweest, zich zo sterk verwant voelt met de deelnemers aan die sjoeldienst in Halle.

Dàt is ònze globalisering.

Dat is onze band.

Allemaal onderdeel van die ene waardengemeenschap
Het mooie aan sjoel is, er is niets wat tussen u en mij, tussen wie dan ook in sjoel in staat. Er zijn geen rangen en geen standen, we zijn volstrekt gelijk, we richten ons allemaal in gebed tot het Opperwezen, of niet, omdat u niet meedoet maar er wel bent. Dat zijn, er alleen al te zijn, in de zorg noemen ze dat de nulde-lijns zorg, dat is al wat ons bindt en alleen daarom zeggen we al: die ken ik … uit sjoel.

Want mensen, er is geen competitie zoals bij een sportclub, er is geen voorkeur voor een bepaalde hobby, er is geen prestatiedrang, geen bonusregeling, geen schalensysteem, commissie, tantième – allemaal niet. We zijn allemaal onderdeel van die ene waardengemeenschap. Daarom zeg ik u: betreed met die gedachte volgende keer de sjoel of de soeka, of de Joodse bijeenkomst.

Betrek hem of haar
Het betekent dat we niet alleen de imaginaire gasten verwelkomen in onze soeka, maar ook de man of vrouw waarvan we alleen maar zeggen: die ken ik … uit sjoel. Dat verwelkomen is geen uitdaging, of vrome wens, dat is onze opdracht.

Want vragen we niet oeferos alenoe soekat sjelomecha … spreid over ons Uw bescherming uit van vrede uit. Alenoe, dat is iedereen en ook degene die we alleen maar kennen uit sjoel. Ga naar hem of haar toe, betrek hem of haar in uw conversatie, nadat u met G’d hebt geconverseerd.

Waar het echt om gaat
Alleen dan kan wat wij vragen ook gebeuren: namelijk dat G’d over ons Zijn bescherming uitspreidt, vandaag en deze week in de Soeka en iedere week wanneer Sjabbat komt. Dat vragen wij van hem, dat vragen we dan ook van elkaar.

Zodat het niet meer is: die ken ik … uit sjoel. Maar die betrek ik in mijn leven en daarmee doorbreek ik misschien een stukje eenzaamheid in zijn of haar leven. Dat kan religieuze eenzaamheid zijn of gewoon sociale eenzaamheid, of gewoon een stukje aandacht aan iemand die het niet verwacht maar daar net zoveel recht heeft als ieder ander.
Gastvrijheid en betrokken-zijn zijn geen imaginaire zaken. De Oesjpizien, de imaginaire gasten zijn niet de hoofdzaak, ze wijzen ons erop waar het echt om gaat.

We zijn een waardengemeenschap en dat moeten we waar maken. Het hele jaar door maar zeker op Soekot. Dit is de boodschap van Soekot – de gezamenlijkheid onder G’ds beschutting.

Reacties zijn gesloten.