Rabbi Sacks: Het verbond van loyaliteit en liefde
In de loop van elk leven zijn er momenten van ontzag en verbazing wanneer je van harte G-d dankt, door het uitspreken van: sjehechejanoe wekiejemanoe wehigi’anoe lazeman hazé, “die ons in leven heeft gehouden en ons heeft ondersteund en ons heeft gebracht tot op de dag van vandaag.”
Twee momenten, die met name in mijn eigen geheugen opdoemen, werden door bijna tien jaar gescheiden. De eerste was de Lambeth-conferentie te Canterbury in 2008. De conferentie is de bijeenkomst die iedere tien jaar wordt gehouden door de bisschoppen van de Anglicaanse gemeenschap – dat is niet alleen de Kerk van Engeland, maar de hele wereldwijde structuur, waarvan een groot deel is gevestigd in Amerika en Afrika. Het is de belangrijkste gebeurtenis die dit wereldwijde netwerk van kerken samenbrengt om te beraadslagen over de koers voor de toekomst. Dat jaar, geloof ik, werd ik de eerste rabbijn die een plenaire sessie van de conferentie toesprak. De tweede, veel recentere, vond plaats in oktober 2017 in Washington, toen ik de vrienden en supporters van het American Enterprise Institute, een van de grote economische denktanks in de wereld, toesprak.
De twee bijeenkomsten hadden niet minder op elkaar kunnen lijken. De ene was religieus, christelijk en hield zich bezig met theologie. De andere was seculier, Amerikaans en hield zich bezig met economie en politiek. Beide ondergingen echter een soort crisis. In het geval van de Anglicaanse kerk ging het om homo-bisschoppen. Zou de Kerk zulke mensen kunnen inpassen? De kwestie scheurde de Kerk uiteen, met veel Amerikaanse bisschoppen voor en de meeste Afrikaanse tegen. Er was vóór de conferentie een echt gevoel dat de gemeenschap onherstelbaar uiteen dreigde te vallen.
In Washington was het punt waar de mensen in de eerste plaats in 2017 mee bezig waren heel anders. Een jaar eerder had er een scherp verdeelde Amerikaanse presidentsverkiezing plaats. Nieuwe uitdrukkingen waren bedacht om enkele van de factoren in kwestie te beschrijven – post-waarheid [de waarheid is van secundair belang, vert.], nepnieuws, overvliegstaten [periferie vert.], alt-right, identiteitspolitiek, competitief slachtofferschap, wat dan ook – evenals het opduiken van iets ouds: populisme. Het droeg allemaal bij aan wat ik de politiek van de woede noemde. Was er een manier om de uiteen vallende rafels van de Amerikaanse samenleving met elkaar te verenigen?
De reden dat deze twee gebeurtenissen in mijn gedachten met elkaar verbonden zijn, is dat ik bij beide gelegenheden over hetzelfde concept sprak – dat wat centraal staat in de parsja van deze week en het bijbelse Jodendom als geheel, namelijk de briet, het verbond. Dit was vooral in de zeventiende eeuw een sleutelbegrip in de opkomende vrije samenlevingen van het westen, in het bijzonder in calvinistische of puriteinse kringen.
Om een complex proces grofweg te versimpelen, ontwikkelde de reformatie zich in verschillende landen in verschillende richtingen, afhankelijk van of Luther of Calvijn van primaire invloed was. Voor Luther was de kerntekst het Nieuwe Testament, vooral de brieven van Paulus. Voor Calvijn en zijn volgelingen was de Hebreeuwse bijbel echter de primaire tekst, vooral met betrekking tot politieke en sociale structuren. Dat is de reden waarom het verbond een grote rol speelde in de (calvinistische) post-reformatiepolitiek van Genève, Nederland, Schotland, Engeland onder Cromwell, en vooral de Pilgrim Fathers, de eerste Europese kolonisten in Noord-Amerika. Het was het centrale deel van het Mayflower Compact (1620) [1] en de beroemde toespraak “City upon a Hill” van John Winthrop aan boord van de Arbella in 1630.
Na verloop van tijd echter, en onder invloed van Jean-Jacques Rousseau, werd het woord “verbond” geleidelijk vervangen door de uitdrukking “sociaal contract”. Er is duidelijk iets wat de twee met elkaar gemeen hebben, maar ze zijn helemaal niet hetzelfde. In feite werken ze met verschillende logica’s en creëren ze verschillende relaties en instellingen. [2]
Bij een contract komen twee of meer mensen samen die elk hun eigenbelang nastreven om een wederzijds voordelige ruil te doen. In een verbond komen twee of meer mensen, elk met respect voor de waardigheid en integriteit van de ander, samen in een band van loyaliteit en vertrouwen om samen te doen wat geen van beiden alleen kan bereiken. [3] Het is geen uitwisseling; het is een morele verplichting. Het heeft meer weg van een huwelijk dan een commerciële transactie. Contracten gaan over belangen; convenanten gaan over identiteit. Contracten zijn profijtelijk; convenanten transformeren. Contracten gaan over “Mij” en “Jou”; convenanten gaan over “Ons.”
Wat de Hebreeuwse bijbel in politieke termen revolutionair maakt, is dat deze niet één stichtings- moment bevat maar twee. Een ervan wordt uiteengezet in 1 Sjemoeel 8, wanneer het volk naar de profeet Sjemoeel komt en om een koning vraagt. G-d zegt tegen Sjemoeel om de mensen te waarschuwen wat daarvan de gevolgen zullen zijn. De koning zal de zonen van het volk nemen om met zijn strijdwagens te rijden en hun dochters om in zijn keukens te werken. Hij zal hun eigendom als belasting vorderen, enzovoort. Niettemin staat het volk erop dat ze nog steeds een koning willen, dus stelt Sjemoeel Sjaoel aan.
Commentatoren zijn lang door dit hoofdstuk in verwarring gebracht. Stelt het de goedkeuring of afkeuring van de monarchie voor? Het beste antwoord dat ooit werd gegeven werd verschaft door Rabbijn Zwi Hirsch Chajes, die uitlegde dat wat Sjemoeel op G-ds bevel deed een sociaal contract voorstelde, precies volgens de richtlijnen van Thomas Hobbes in The Leviathan. Mensen zijn bereid om bepaalde rechten op te geven en ze over te dragen aan een centrale macht – een koning of een regering – die op zijn beurt de verdediging van het rijk naar buiten toe verzekert en de rechtsstaat naar binnen. [4] Het boek Sjemoeel bevat dus het eerste vermelde geval van een sociaal contract.
Dit was echter het tweede stichtingsmoment van Israël als natie, niet het eerste. Het eerste vond plaats in onze parsja op de berg Sinaï, vele eeuwen eerder, toen het volk met G-d geen contract maar een verbond sloot. Wat er gebeurde in de dagen van Sjemoeel was de geboorte van Israël als een koninkrijk. Wat er gebeurde in de dagen van Mosjé – lang voordat ze zelfs het land waren binnengegaan – was de geboorte van Israël als een natie onder de soevereiniteit van G-d.
De twee centrale instellingen van moderne westerse liberale democratieën zijn beide contractueel. Er zijn commerciële contracten die de markt creëren; en er is het sociale contract dat de staat creëert. De markt gaat over het scheppen en verspreiden van rijkdom. De staat gaat over het creëren en verdelen van macht. Maar een verbond gaat over rijkdom noch macht, maar eerder over de persoonlijke banden en collectieve verantwoordelijkheid. Zoals ik het in The Politics of Hope heb verwoord, creëert een sociaal contract een staat. Een sociaal verbond schept een samenleving. Een samenleving is de totaliteit van relaties die niet afhankelijk zijn van uitwisselingen van rijkdom en macht, namelijk huwelijken, families, congregaties, gemeenten, gemeenschappen, liefdadigheidsinstellingen en vrijwilligersorganisaties. De markt en de staat zijn arena’s waar concurrentie plaats vindt. De maatschappij is een arena van samenwerking. En we hebben beide nodig.
De reden dat het concept van het verbond nuttig was voor de Anglicaanse bisschoppen enerzijds, en het American Enterprise Institute anderzijds, is dat het het ultieme voorbeeld is van een band die individuen en groepen die sterk verschillen in één coöperatieve onderneming samenbrengt. Ze konden niet meer verschillen dan de partijen bij de berg Sinaï: G-d en de kinderen van Israël, de Ene oneindig en eeuwig, de andere, eindig en sterfelijk.
In feite bevat de allereerste menselijke relatie, tussen de eerste man en de eerste vrouw, een definitie van verbond die uit twee woorden bestaat: ezer ke-negdo, wat enerzijds “een helper” betekent, maar anderzijds “het tegenovergestelde.”[5] In een huwelijk offeren, noch de man, noch de vrouw hun onderscheidende identiteit op. Bij de Sinaï bleef G-d G-d en de Joden bleven mensen. Een symbool van het verbond is de havdalah-kaars: meerdere lonten die gescheiden blijven maar één enkele vlam produceren.
Dus stond het verbond de Anglicaanse Communie toe om bij elkaar te blijven ondanks de grote verschillen tussen de Amerikaanse en Afrikaanse kerken. Het Amerikaanse verbond hield de natie bijeen ondanks, in Lincoln’s dagen, een burgeroorlog, en op andere momenten, burgerlijke en economische strijd, en de vernieuwing ervan zal hetzelfde doen in de toekomst. In de tijd van Mosjé maakte het de Joden mogelijk “één natie onder G-d” te worden, ondanks hun verdeling in twaalf stammen. Verbonden scheppen eenheid zonder uniformiteit. Ze waarderen diversiteit, maar in plaats van een groep te laten opsplitsen in concurrerende facties, vragen ze elk om iets unieks bij te dragen aan het algemeen belang. Uit meerdere Mij’s creëren zij een overkoepelend Ons.
Wat deze twee ervaringen in Canterbury en Washington zo aangrijpend voor mij maakten, was dat ze lieten zien hoe profetisch de woorden van Mosjé waren toen hij de Joden vertelde dat de Tora en zijn geboden “je wijsheid en begrip zullen tonen aan de naties, die over al deze verordeningen zullen horen en zeggen: ‘Zeker, deze grote natie is een wijs en verstandig volk'” (Dewariem – Deut. 4:6). De Tora blijft niet alleen Joden inspireren, maar iedereen die leiding zoekt in moeilijke tijden.
Dus als je je in een conflictsituatie bevindt die iets in stukken dreigt te breken, of het nu een huwelijk, een gezin, een bedrijf, een gemeenschap, een politieke partij of een organisatie is, het opstellen van een verbond helpt mensen bijeen te houden, zonder dat wie dan ook een overwinning of nederlaag kan claimen. Het enige dat nodig is, is erkenning dat er bepaalde dingen zijn die we samen kunnen doen en die niemand van ons alleen kan doen.
Een verbond verheft onze horizon van eigenbelang naar het algemeen belang. Er is niets mis met eigenbelang. Het stuwt de economie en politiek, de markt en de staat voort. Maar er zijn bepaalde dingen die niet alleen op basis van eigenbelang kunnen worden bereikt, waaronder vertrouwen, vriendschap, loyaliteit en liefde. Een verbond is waarlijk een levens- en wereldveranderend idee.
[1] Het Mayflower Compact is het document dat de Pilgrim Fathers op 21 november 1620 ondertekenden aan boord van het schip, de Mayflower, voordat zij aan land gingen om de Plymouth Colony te grondvesten. Het document was de eerste overeenkomst die het bestuur van de kolonie regelde.
[2] Ik heb de filosofie hiervan uiteengezet in The Politics of Hope, Londen, Jonathan Cape, 1997.
[3] Men zou kunnen vragen: wat is er dat G-d niet alleen kan doen? Het antwoord – gegeven de theologie van de Hebreeuwse bijbel – is: wonen in het hart van de mens. Dat vereist onze vrije instemming.
[4] Kol Kitvei Maharatz Chajes, vol. 1, 43-49.
[5] Gen. 2:18 en Rasji ad loc., gebaseerd op Jewamot 63a.