Parsja Beha’alotecha 5780

Licht

Joel Erwteman

Bemidbar/Numeri 8:1-12:16

Parashat BeHa’alotcha begint met een aantal voorschriften rondom de Menora, de zevenarmige kandelaar die in de Mishkan en later in de tempel stond. Het is niet duidelijk waarom: de voorschriften voor de bouw en inrichting van de tempel vinden we in Shemot. Ook de voorschriften voor het maken van de Menora treffen we daar aan (in hoofdstuk 31, pasoek 25). Geen van de andere gebruiksvoorwerpen wordt beschreven in BeMidbar. De middeleeuwse verklaarders van Tora merken dit ook op.

Chizkoeni (R’ Chizkia ben Manoach, Frankrijk ca. 1250 – ca. 1320) verklaart, in navolging van de Midrash Tanchoema, dat het gebod aan Aharon om de Menora aan te steken gezien moet worden in samenhang met de passage er vlak voor. Aan het eind van parashat Naso brachten de vorsten van alle stammen offers ter inwijding van de Mishkan – behalve Aharon haKoheen, de vorst van stam Levi. De stam Levi beklaagde zich bij Gd, die hen daarop het aansteken van de Menora gaf als hun bijdrage bij de inwijding. Net als een huis pas bewoond is als er licht brandt, zo was de Mishkan pas echt ingewijd met het aansteken van de Menora.

Een vergelijkbaar idee zien we bij Rashi (R’ Shlomo Jitschaki, Troyes 1040 –1105). Rashi legt de Midrash zo uit dat het niet de stam Levi was die zich beklaagde bij Gd, maar Aharon haKoheen. Het antwoord dat Gd geeft in de lezing van Rashi is alleen heel anders dan het antwoord dat Gd geeft bij de Chizkoeni:

לְפִי שֶׁכְּשָׁרָאָה אַהֲרֹן חֲנֻכַּת הַנְּשִׂיאִים חָלְשָׁה אָז דַּעְתּוֹ, שֶׁלֹּא הָיָה עִמָּהֶם בַּחֲנֻכָּה לֹא הוּא וְלֹא שִׁבְטוֹ, אָמַר לוֹ הַקָּבָּ”ה חַיֶּיךָ שֶׁלְּךָ גְדוֹלָה מִשֶּׁלָּהֶם, שֶׁאַתָּה מַדְלִיק וּמֵטִיב אֶת הַנֵּרוֹת

Toen hij [=Aharon] de inwijding door de vorsten zag was hij bedroefd dat noch hij, noch zijn stam met hen deel uitmaakte van de inwijding van de Mishkan. Daarop zei Gd tegen hem: bij jouw leven! jouw [eer] is groter dan die van hen, want jij mag de lichten van de Menora voorbereiden en aansteken.

In dit antwoord gaat het niet langer om het aansteken van de Menora bij de inwijding van de Mishkan, maar om de mitswa van het aansteken van de Menora in zijn algemeenheid. Jij hebt de mitswa van de Menora, zegt Gd tegen Aharon haKoheen. De eer van de vorsten was alleen maar tijdelijk maar jouw eer is voor altijd.

Ramban (Nachmanides, Gerona 1194 – Jeruzalem 1270) heeft om een aantal redenen moeite met deze uitleg. Niet alleen zijn er talloze mitswot die de kohanim wel hebben en de rest van het Joodse volk niet (het brengen van offers!), maar zelfs bij de inwijding van de Mishkan was het offer van Aharon groter dan dat van de vorsten. Bovendien, de mitswa van het aansteken van de Menora bestond dan wel veel langer dan de mitswa van inwijding van de Mishkan (die eenmalig was) – maar ook de mitswa van de Menora hield op enig moment op: vanaf het moment dat de tempel verwoest werd. Je kan dan ook niet zonder meer zeggen dat die mitswa voor altijd was.

Om dat probleem op te lossen heeft de Ramban een op het eerste gezicht merkwaardig idee:

ענין ההגדה הזו, לדרוש רמז מן הפרשה על חנוכה של נרות שהיתה בבית שני על ידי אהרן ובניו, רצוני לומר חשמונאי כהן גדול ובניו … הקרבנות כל זמן שבית המקדש קיים הן נוהגין, אבל הנרות לעולם אל מול פני המנורה יאירו

Het idee van deze midrash [die zegt dat de mitswa van de Menora voor altijd is] is om uit deze parasha een hint te leren over de inwijding met licht die plaats vond ten tijde van de tweede tempel door Aharon en zijn zonen, dat wil zeggen: door de Chashmona’i [=Matitjahoe] de koheen gadol en zijn zoons … de offers waren gebruikelijk zolang de tempel bestond, maar de lichten zullen voor altijd naar het midden van de Menora schijnen.

Deze uitleg van de Ramban lijkt een anachronisme. Het verhaal van Chanoeka speelt zich af duizenden jaren na de inwijding van de Mishkan. Het is moeilijk te bevatten dat dit echt de betekenis van deze pasoek zou zijn. Het lijkt er dan ook op dat de deze uitleg van de Ramban er vooral op is gericht om ons iets te vertellen over de hoedanigheid van het licht in de tempel. Dit licht, zegt de Ramban, is veel meer dan fysiek licht. Het is het licht van Tora dat ons huis en ons hart verlicht. Ten tijde van de Makkabiem was dat licht (ook in letterlijke zin) gedoofd. Het waren de Makkabiem die ervoor gezorgd hebben dat de keten van traditie kon voortbestaan. De boodschap aan Aharon lijkt te zijn zich niet blind te staren op de pracht en praal van het moment. Dat is naar zijn aard maar tijdelijk. Veel belangrijker is het om ervoor te zorgen dat het vuur niet dooft. Daarvoor is geen pracht en praal nodig, maar is, zoals het verhaal van Chanoeka ons leert, het kleinste kruikje voldoende.

Een vergelijkbaar idee treffen we aan bij Rabbenoe Bachya (Bachya ben Asher ibn Halawa, Spanje 1255–1340). Hij vergelijkt het licht dat Aharon aan moest steken met het vuur waarmee Gd het Joodse volk leidde. Hij legt de mitswa van de Menora als volgt uit:

תאירו לפני כדרך שהארתי לכם במדבר בעמוד האש, כדי לעלות אתכם בפני האומות שיהיו אומרים היאך ישראל מאירים לפני הקב”ה לפי שהוא מאיר לכל, והלא מתוך החשך הוצאתי אורה … נצטוה אהרן בפרשה זו בהדלקת המנורה לשעה ולדורות

Jullie [moeten] voor mij een licht aansteken, zoals ik voor jullie licht heb laten zien in de woestijn met de zuil van vuur, om jullie te verheffen voor de volkeren van de wereld, zodat die zullen zeggen: kijk hoe het Joodse volk licht brengt voor Gd, net als hij licht brengt voor iedereen, want uit het duister bracht ik licht … Aharon kreeg deze verplichting voor alle geslachten …

Met het aansteken van de Menora bootsen wij op micro-niveau Gd na. Net als Hij licht brengt in wereld moeten wij dat doen in ons huis. Dat is niet iets dat alleen in de tempel, of, in onze tijd in sjoels of bij bijzondere gelegenheden, gebeurt. Het is niet iets van pracht en praal. Het is een mitswa van elk moment, die begint met het allerkleinste vonkje.

Soms lijkt het erop alsof het licht van Tora, door de omstandigheden en de tijden waarin wij leven gedoofd wordt, maar wij kunnen dat zelf aansteken. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat het vuur blijft branden.

Reacties zijn gesloten.