Vorige week is in Bazel Edouard Selig overleden. Selig (65) was de grondlegger van de nieuwe Tefillot, de nieuwe Nederlandse siddoer Chemdat Jamiem / Sjesjet Jamiem. Selig was de uitgever van de Sidoer Schma Kolenu. Het NIK verwierf van hem het digitale materiaal van de Schma Kolenu. Daaruit kon het NIK de nieuw sidoer voor Nederland maken. De Sjabbat Sidoer van Henny van het Hoofd verscheen in 2013 als eerste met het Hebreeuwse materiaal van de Schma Kolenu. Een boekje voor de avond van Tisja Be’aw in 2014 en nog een aantal andere publicaties vinden hun grondslag in het Schma Kolenu-materiaal van Selig.
In september 2011 gingen toenmalig PC-lid Peter Luzac en Ruben Vis namens het NIK voor een dag naar Bazel om met Selig te spreken over de mogelijkheid het digitale materiaal te verwerven. De in Zwitserland gehanteerde noesach hatefilla (gebedstraditie) is de noesach die vrijwel overeenkomt met de Nederlandse. Het NIK was al een aantal jaar op zoek naar een digitale versie van de gebedsteksten om een nieuw Nederlands gebedenboek uit te brengen.

Selig was al langer bezig met het maken van gebedenboeken. Hij was niet tevreden met het feit dat maar steeds negentiende-eeuwse Rödelheim-gebedenboeken werden herdrukt. Maar zijn plaatsgenoot die de Rödelheim-sidoeriem en machzoriem uitgeeft voelde niet voor vernieuwing. Daarop besloot Selig zelf aan de slag te gaan. Zo kwam er een digitale versie van de sidoer binnen handbereik die dicht bij onze noesach ligt. De Siddur Schma Kolenu heeft een hoge graad aan betrouwbaarheid. De makers hebben de tekst minutieus doorgenomen. Dit blijkt uit hun ambitie om de uitgesproken stomme e-klank (sjeva na) overal vet te maken. Dit is alleen met de hand te bereiken wat betekent dat de Schma Kolenu letter voor letter is beoordeeld.
Peter Luzac denkt terug aan die nazomerse septemberdag in Bazel: “Edouard Selig zijn werkzaamheid heeft zich ook in Joods Nederland voelbaar gemaakt. De goede herinnering aan onze 1 dags-uitstapje is de hartelijke ontvangst van Edouard en echtgenote en de aangename verrassing om samen met hen te mogen lunchen in het Altersheim.”
Selig was afkomstig uit Zürich. In 1990 verhuisde hij naar Bazel waar hij leraar werd bij de IGB (Joodse Gemeente Bazel). Later verwisselde hij die baan voor bibliothecaris van de gezamenlijke Joodse bibliotheek van de IGB en de Universiteit Basel. Daarnaast begon hij zijn uitgeverij Morascha, die hij noemde naar zijn grote voorbeeld: Morasha, de uitgeverij van de Israëlische Rinat Israel-sidoer.
Nog drie weken geleden werd Selig voor een derde termijn gekozen in het bestuur van de SIG, het Zwitserse equivalent van het NIK. Namens de SIG was Selig lid van het bestuur van IRAS, de Interreligöse Arbeitsgemeinschaft in der Schweiz. Het IRAS-bestuur: “Interreligieuze dialoog was erg belangrijk voor hem. Hij wist zijn eigen religieuze opvattingen te combineren met een grote openheid naar de wereld met andere meningen.”
De SIG zegt over Selig: “Edouard Selig was een kalme en nuchter man die zal worden herinnerd vanwege zijn onvermoeibare toewijding aan Joods-Hebreeuwse geschriften en literatuur en vanwege zijn enorme plichtsbesef.” SIG-voorzitter Ralph Lewin voegt daaraan toe: “Edouard Selig was een onvermoeibare schepper, kalm van toon, nuchter in het debat en oprecht en hartelijk in zijn omgang.”
De Zwitsers-Joodse krant Tacheles noemt Selig “een kosmopolitische en onideologisch-gebonden joodse denker.”