Joodse Gemeente-bestuurder Mirjam Schwarz schrijft indringend boek over de Sjoa in Winterswijk

Mirjam Schwarz, bestuurder van de Joodse Gemeente in Winterswijk, heeft een boek gepubliceerd op basis van de oorlogsdagboeken van Thea Windmuller, de jongste zus van Mirjams moeder. ‘Ik hoop dat alles weer gewoon wordt’ is een indrukwekkend boek over Mirjams tante en de Winterswijkse Joodse gemeenschap.

Het aangrijpende en beklemmende verhaal over Thea Windmuller en haar vriend Wolfgang Maas wordt ‘van binnenuit’ verteld.  Basis voor het boek vormen de dagboeken, vijf volgeschreven schriften, van Thea, de 91 brieven van Wolfgang aan haar en een map vol met foto’s. Mirjam Schwarz heeft er samen met Hans Bouman, journalist bij de Volkskrant, een pakkend boek over geschreven. Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, heeft het voorwoord geschreven. “Dit boek is de weerslag van de bevindingen, ervaringen en emoties van Mirjam Schwarz”. Met deze woorden opent Verbeet haar voorwoord. De lezer herkent er de analogie in met de eerste woorden van Pressers De Ondergang: “Dit boek behelst de geschiedenis van een moord”. ‘Ik hoop dat alles weer gewoon wordt’ is de geschiedenis van die moord, geschreven vanuit het perspectief van een jonge vrouw Thea Windmuller en haar vriend Wolfgang Maas in de grensplaats Winterswijk.

'Ik hoop dat alles weer gewoon wordt'

Mirjam Schwarz: “Het was een enorme schok voor mij toen ik  de goed bewaarde documenten in handen kreeg.  Ik ben al ruim dertig jaar bezig met de zoektocht naar de Joodse gemeenschap in Winterswijk en die van mijn familie in het bijzonder. Ik heb de handgeschreven teksten van het dagboek overgetypt en alle brieven gescand. Het kostte me dan ook een paar jaar alles op een rijtje te krijgen. Samen met Hans Bouman heb ik daarna over deze gitzwarte periode een boek gemaakt.”

Noodzakelijk boek

Het boek kent drie verhaallijnen en wordt extra aansprekend door de vele foto’s. Het gaat allereerst over de dagboeken en brieven van Thea en Wolfgang. Thea die haar zielenroerselen opschrijft over haar kleine en grote persoonlijke belevenissen rondom haar twintigste levensjaar. De tweede verhaallijn gaat over de Joodse gemeenschap, het dagelijks leven in Winterswijk, de beklemmende sfeer van verboden, de vervolging, het onderduiken en de zinloze vernietiging van bijna de hele Joodse gemeenschap. De derde verhaallijn omvat de persoonlijke zoektocht van Mirjam naar haar familie. Zoals Christine Stigter, oud-burgemeester van Winterswijk het op Facebook verwoordt: “Een noodzakelijk boek, ga het kopen!”

Thea wordt in Amsterdam op haar onderduikadres, samen met Wolfgang en nog vier anderen verraden. Het was inmiddels haar zevende onderduikadres. Bij haar aankomst op 28 januari 1944 in Auschwitz wordt ze meteen vergast. Wolfgang is waarschijnlijk  op 21 januari 1945 door uitputting en ziekte bezweken in een concentratiekamp.

Naast de beschrijving en reconstructie van de geschiedenis van Thea en Wolfgang en de behandeling van de Joden in Winterswijk is de proloog die Mirjam Schwarz schrijft op zich al interessant om kennis van te nemen. Ze beschrijft haar opgroeien in een naoorlogs Joods gezin waar de ouders de grote leegte een plek proberen te geven, waar met regelmaat grote boerengezinnen uit Friesland komen logeren zonder dat aan de kinderen Schwarz duidelijk is wat hun relatie met deze mensen is en hoe het gezin weer een plek probeert in te nemen in het naoorlogse en schuldige Winterswijk.

Het boek ‘Ik hoop dat alles weer gewoon wordt’ kost € 21,99 en is bij de boekwinkels te koop of online aan te schaffen.

Reacties zijn gesloten.