Op sjabbat 7 november is Rabbi Lord Jonathan Sacks (Londen, 1948) overleden. Deze week is het het einde van de Sjelosjim. Sacks wordt beschouwd als de grootste joodse denker en vertolker van het joodse gedachtengoed gedurende de laatste vijfentwintig jaar. Wekelijks publiceerde Jonathan Sacks zijn uiteenzetting over de Sidra van de week, het gedeelte van de Tora dat wekelijks wordt gelezen. Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap bracht zijn uiteenzetting op de Tora de laatste jaren in het NIK Weekbericht. Als een eerbetoon aan Rabbi Sacks gaan we daar de komende tijd mee door.
Rabbi Sacks: De transformatieve kracht van ideeën
Bereesjiet/Genesis 32:4-36:43
Wat is Jodendom? Een religie? Een geloof? Een manier van leven? Een reeks overtuigingen? Een verzameling geboden? Een cultuur? Een beschaving? Het is het allemaal, maar het is nadrukkelijk iets meer. Het is een manier van denken, een constellatie van ideeën: een manier om de wereld en onze plaats daarbinnen te begrijpen. Het Jodendom bevat levensveranderende ideeën.
Te weinig mensen denken in deze termen over het geloof. We weten dat de Tora 613 geboden bevat. We weten dat het Jodendom geloofsovertuigingen heeft. Maimonides formuleerde ze als de dertien geloofspunten. Maar dit is niet alles wat het Jodendom is, en ze zijn ook niet het meest onderscheidende ervan.
Het Jodendom was en blijft een schitterende originele manier van denken over het leven. Neem een van mijn favoriete voorbeelden: de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (1776) en de belangrijkste zin ervan: “We beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend, dat alle mensen gelijk zijn geschapen, dat ze door hun Schepper begiftigd zijn met bepaalde onvervreemdbare Rechten, een deel hiervan zijn Leven, Vrijheid en het nastreven van Geluk.” Dit is zonder meer wel de belangrijkste zin in de geschiedenis van de moderne politiek. Het was waar Abraham Lincoln naar verwees in de opening van de Gettysburg Toespraak toen hij zei: “Zevenentachtig jaar geleden brachten onze vaders op dit continent een nieuwe natie voort, verwekt in Vrijheid, en toegewijd aan het idee dat alle mensen gelijk zijn geschapen.”
De ironie van deze zin is, zoals ik vaak heb opgemerkt, dat “deze waarheden” inderdaad verre van “duidelijk” zijn. Voor Plato en Aristoteles zouden ze absurd hebben geklonken, die beiden geloofden dat niet alle mensen gelijk zijn geschapen en dat ze daarom geen gelijke rechten hebben. Ze waren alleen vanzelfsprekend voor iemand die was opgegroeid in een cultuur die de Hebreeuwse bijbel diepgaand had geïnternaliseerd en het revolutionaire idee uiteengezet in het eerste hoofdstuk, dat we allemaal, ongeacht kleur, cultuur, klasse of geloof, in het beeld en gelijkenis van G-d zijn. Dit was een van de wereldveranderende ideeën van het Jodendom.
Uit dit voorbeeld zien we ook dat je een idee kunt hebben, het in woorden kunt formuleren en het aan de wereld bekend kunt maken, maar dat je nog steeds kunt worstelen om het je eigen te maken en het kan zijn dat je moet vechten om het te verwezenlijken. Thomas Jefferson, die de Onafhankelijkheidsverklaring opstelde, was een slavenhouder. Blijkbaar nam hij zwarte mensen of slaven niet op in zijn uitdrukking “alle mensen”.
Maar hoelang het ook duurt, ideeën veranderen de wereld. Sommige doen dit waardoor het tot uitvindingen leidt. Denk aan enkele van de geweldige ideeën van de afgelopen tijd: de computer, het internet, zoekmachines, software voor sociale netwerken en smartphones. Ze moesten allemaal worden bedacht voordat ze konden worden gemaakt. Zoals wij zeggen (sprekend over Sjabbat en de schepping): Sof ma’aseh, bemachsjawa techila, wat grofweg betekent dat er eerst de gedachte moet zijn; alleen dan kan het idee door de daad werkelijkheid worden. Sjabbat zelf is overigens nog één van de wereldveranderende ideeën van het Jodendom. Maar soms veranderen ideeën de wereld omdat ze ons veranderen.
Joodse ideeën
Joden droegen enkele van de meest transformerende ideeën aan de wereld bij. Het is de moeite waard om naar de getuigenissen van niet-Joodse schrijvers over dit onderwerp te luisteren.
De katholieke historicus Paul Johnson schreef:
“Aan de Joden hebben we het idee van gelijkheid voor de wet te danken, zowel G-ddelijk als menselijk; van de heiligheid van het leven en de waardigheid van de menselijke persoon, van het individuele geweten en zo ook van de persoonlijke verlossing, van het collectieve geweten en dus ook van de sociale verantwoordelijkheid; van vrede als een abstract ideaal en liefde als het fundament van gerechtigheid, en vele andere zaken die de morele basisuitrusting van de menselijke geest vormen.”
Een andere katholieke historicus, Thomas Cahill, schreef:
“De Joden gaven ons de Buitenkant en de Binnenkant – onze kijk naar buiten en ons innerlijk leven. We kunnen ‘s ochtends nauwelijks opstaan of de straat oversteken zonder Joods te zijn. We dromen Joodse dromen en hopen Joodse hoop. De meeste van onze beste woorden – nieuw, avontuur, verrassing, uniek, individueel, persoon, roeping, tijd, geschiedenis, toekomst; vrijheid, vooruitgang, geest; geloof, hoop, gerechtigheid – zijn in feite de gaven van de Joden.”
William Rees-Mogg, ook een katholiek, schreef ooit: “Een van de gaven van de Joodse cultuur aan het christendom is dat het christenen heeft geleerd om als Joden te denken”, eraan toevoegend: “Elke moderne man die niet heeft geleerd om te denken alsof hij een Jood was, daarvan kan nauwelijks worden gezegd dat hij überhaupt heeft geleerd te denken.”
Verreweg het meest fascinerende oordeel komt echter van een van de scherpste critici van het Jodendom, Friedrich Nietzsche:
Beschouw de Joodse geleerden in dit licht: ze hechten allemaal een groot gewicht aan de logica, dat wil zeggen aan het afdwingen van instemming door middel van argumenten; ze weten dat ze daarmee wel moeten overwinnen, zelfs als ze te maken krijgen met rassen- en klassenvooroordelen. Overigens is Europa de Joden geen geringe dank verschuldigd voor het zorgen dat mensen logischer denken en voor het aanleren van zuiverder intellectuele gewoonten. Overal waar de Joden invloed hebben verworven hebben zij mensen geleerd verfijnder te onderscheiden, scherper te concluderen, en om helderder en zuiverder te schrijven; hun taak was altijd om ervoor te zorgen dat een volk “naar de raison luistert.”
Dit is een opmerkelijk eerbetoon van wat ze in de Britse politiek “de leider van de Oppositie” noemen.
Je zou kunnen denken dat de ideeën die het Jodendom in de wereld introduceerde onderdeel zijn geworden van het gemeenschappelijke intellectuele erfgoed van de mensheid, althans van het Westen, en dat ze nu, zoals Jefferson zei, “vanzelfsprekend” zijn. Toch is dit niet het geval. Sommige van hen zijn in de loop van de tijd verloren gegaan; andere heeft het Westen nooit helemaal begrepen. De keuze waarmee de mensheid in elk tijdperk wordt geconfronteerd, is tussen het idee van macht en de kracht van ideeën. Het Jodendom heeft altijd geloofd in de kracht van ideeën, en het blijft de enige niet-gewelddadige manier om de wereld te veranderen.
Sommige ideeën zijn echt levensveranderend. Als we de manier waarop we denken veranderen, kunnen we de manier waarop we voelen veranderen, waardoor de manier waarop we handelen verandert, waardoor de persoon die we worden verandert. Ideeën veranderen levens, en geweldige ideeën helpen ons aan moed, aan geluk en aan zegenrijke levens.
Uittreksel uit “Judaism’s Life-Changing Ideas” door rabbijn Lord Jonathan Sacks. Zijn boek laat zien hoe het Jodendom meer is dan alleen een religie. Het is een manier van denken over het leven, een constellatie van ideeën die levensveranderend is gebleken, niet alleen voor individuen op een persoonlijk niveau, maar ook op wereldschaal.