NIG Breda-voorzitter Philip Soesan, Amsterdammer in West-Brabant

Na twintig jaar neemt Philip Soesan afscheid als voorzitter van de Joodse Gemeente Breda. In het nieuwste nummer van het kehilla-blad Hakol de Stem van Breda zwaaien diverse mensen hem lof toe.

“Het is geen toeval dat je afscheid neemt gedurende Chanoeka”, schrijft opperrabbijn Jacobs. “Chanoeka staat voor het verspreiden van licht, het verdrijven van duisternis, het brengen van warmte aan de medemens. Als voorzitter van de Joodse Gemeente Breda was je er voor iedereen, vaak als een zuiver vlammetje als anderen geen licht meer zagen. Philip, dank voor je inzet, toewijding, je vriendschap en speciaal voor het licht dat je naar zovelen en zeker naar mij uitstraalde.”

Over het feit dàt Soesan afscheid neemt, zegt opperrabbijn Jacobs: “Ik ben wel een beetje boos. Een beetje maar natuurlijk, want boos worden op Philip Soesan kan niet zo makkelijk, want daarvoor ben je veel te beleefd en te vriendelijk. Philip, weet dat ik je erg bewonder en heel veel van je heb geleerd. Waarop ik doel? Als baby de oorlog te hebben overleefd, nooit je ouders gekend te hebben, pas op latere leeftijd, toen je zelf al met Els was getrouwd en zelf al vader was, voor het eerst een foto van ze te hebben gezien en desondanks zo normaal te blijven, althans voor het oog van de buitenwereld, is erg knap, bijna onmogelijk. En dan ook nog in staat zijn om scholen te bezoeken en pogen uit te leggen aan de jeugd waartoe onderscheid maken tussen mensen en übermenschen kan leiden. En mij dan ook nog heel zakelijk, bijna zonder emotie, kunnen vertellen dat er leerlingen waren die demonstratief hun stoel omdraaiden omdat ze niet van hun ouders naar de Jood Soesan mochten luisteren… Dit alles getuigt van grote wijsheid en van een enorme kracht.”

NIK-secretaris Ruben Vis schreef in de speciale uitgave van Hakol: “Een beminnelijk mens, zo zou ik Philip willen kenschetsen. Kalm, rustig en vastberaden weet hij met de nodige diplomatie het nodige voor zijn kehilla Breda te bereiken. Philip is altijd Amsterdammer gebleven, zo blijkt uit de toespraak die hij op Jom Hasjoa 2013 in de Hollandsche Schouwburg hield. Soesan: “Als Joodse Amsterdammer wonend in de Mediene voel ik me sterk verbonden met deze stad. De stad waar de Soesans al eeuwenlang wonen, werken – zoals mijn grootvaders bij Asscher – sappelden, huwden en kinderen kregen. Maar ook naar sjoel en Snoge gingen en werden begraven op Muiderberg en Ouderkerk. Generatie op generatie met hun simches en machlaukes, maar altijd met een honderd procent Joods hart en sterk misjpoge-gevoel.”

Opperrabbijn Jacobs voegt er nog een bijzonder voorval aan toe. “Het meest is mij bijgebleven het cadeau dat je me gaf na afloop van een lezing bij jouw/onze Joodse Gemeente Breda. Gewoonlijk krijg ik niets en als ik wel iets krijg is dat meestal een bos bloemen, hetgeen ik overigens zeer waardeer. Maar jij had iets afwijkends. In een interview met het NIW had gestaan dat ik iedere ochtend een bord Brinta eet. En dus kreeg ik maanden later na afloop van een sjioer een pak Brinta. Ik denk dat er weinig rabbijnen of geestelijken van andere denominaties zijn die thuiskomen met Brinta als een vergoeding voor een lezing.”

Ruben Vis: “Philip, twintig jaar lang heb jij er voor gezorgd dat de Joden van Breda en West-Brabant, vaak als losse zandkorreltjes wonend te midden van hun niet-Joodse omgeving, ook dat misjpoge-gevoel kregen door alles wat jij voor hen hebt gedaan. Daarvoor komt jou veel waardering toe; Sjkouch!”

Reacties zijn gesloten.