GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet sprak tegenover een delegatie van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap haar zorg uit over het antisemitisme in Nederland. Vooral over de relatie die wordt gelegd tussen Joden en de Coronapandemie was Bromet, die op plek vier staat voor de Tweede Kamerverkiezingen, zeer uitgesproken. Zij benadrukte de noodzaak om antisemitisme effectief aan te pakken en met alle mogelijke middelen te bestrijden.
Aan de online-bespreking namen vanuit het NIK voorzitter Joop Elzas en secretaris Ruben Vis deel, en ook twee jongeren Avigal Brilleslijper en Simon Hellendall gingen met de GroenLinks-politica in gesprek.
Naast antisemitisme kwamen ook andere aspecten van je thuis voelen in Nederland aan de orde, waaronder kosjer eten en de noodzaak tot beveiliging. Simon Hellendall zei nagedacht te hebben over zijn toekomst nadat hij zijn studie in de loop van dit jaar zal hebben afgerond. “Voor mij betekent kosjer kunnen eten een teken om mij thuis te voelen in Nederland. Het gaat om jezelf kunnen zijn. Ik weet zeker dat een dergelijk gevoel ook geldt voor jongeren die deel uitmaken van de moslimgemeenschap.” Avigal Brilleslijper bracht onder woorden wat het betekent dat drie achtereenvolgende generaties, haar ouders, zijzelf en binnenkort haar kind, onder beveiliging naar joodse activiteiten moeten gaan. Over de beveiliging trok Laura Bromet de vergelijking met de dorpsschool waar haar kinderen naartoe gaan en noemde de maatregelen die door de Joodse gemeenschap voor de veiligheid worden genomen ‘ongelofelijk’.
De gesprekspartners besloten om in de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer verder met elkaar te spreken over de onderwerpen die voor de Joodse gemeenschap van belang zijn.
