Rabbi Lord Jonathan Sacks z.l.
Sjemot / Exodus 13:17-17:16
De kracht van Roeach
In september 2010 berichtten DE BBC, Reuters en andere persbureaus over een sensationele wetenschappelijke ontdekking. Onderzoekers van het Amerikaanse National Center for Atmospheric Research en de University of Colorado hebben door middel van computersimulaties laten zien hoe de splitsing van de Rode Zee kan hebben plaatsgevonden.
Met behulp van geavanceerde modellering toonden ze aan hoe een sterke oostenwind, die ‘s nachts waaide, het water terug had kunnen duwen in een bocht waar een oude rivier zou zijn samengevloeid met een kustlagune. Het water zou in de twee waterwegen zijn geleid en in de bocht zou een landbrug zijn geopend, waardoor mensen over het blootgelegde slik konden lopen. Zodra de wind ging liggen, zou het water weer naar binnen zijn gestroomd. Zoals de leider van het project zei toen het rapport werd gepubliceerd: “De simulaties komen redelijk goed overeen met het verslag in Sjemot-Exodus.”
Dus we hebben nu wetenschappelijk bewijs om het Tora-verslag te ondersteunen, hoewel om eerlijk te zijn, een zeer vergelijkbare zaak enkele jaren geleden werd gedaan door Colin Humphreys, hoogleraar materiaalkunde aan de universiteit van Cambridge, en hoogleraar experimentele fysica aan de Royal Institution in Londen, in zijn boek The Miracles of Exodus.
Voor mij is het echte punt echter wat het bijbelverslag eigenlijk is. Want juist hier hebben we een van de meest fascinerende kenmerken van de manier waarop de Tora haar verhalen vertelt. Hier is de belangrijkste passage:
Toen strekte Mosjé zijn hand uit over de zee, en de hele nacht dreef de Eeuwige de zee terug met een sterke oostenwind en veranderde haar in droog land. De wateren werden gekliefd en de Jisraeliem gingen door de zee op droge grond, met een muur van water aan hun rechter- en aan hun linkerhand. (Sjemot – Ex. 14:21-22)
De passage kan op twee manieren worden gelezen. De eerste is dat wat er gebeurde een opheffing van de natuurwetten was. Het was een bovennatuurlijke gebeurtenis. De wateren stonden letterlijk als een muur.
De tweede is dat wat er gebeurde wonderbaarlijk was, niet omdat de natuurwetten werden opgeschort. Integendeel, zoals de computersimulatie laat zien, was de blootstelling van droog land op een bepaald punt in de Rode Zee een natuurlijk gevolg van de sterke oostenwind. Wat het wonderbaarlijk maakte is dat het precies daar gebeurde, net op dat moment, toen de Jisraeliem verstrikt leken, niet in staat om vooruit te gaan vanwege de zee, niet in staat om terug te keren vanwege het Egyptische leger dat hen achtervolgde.
Er is een belangrijk verschil tussen deze twee interpretaties. Het eerste appelleert aan ons gevoel van verwondering. Hoe buitengewoon dat de natuurwetten zouden worden opgeschort om een vluchtend volk vrij te laten. Het is een verhaal dat tot de verbeelding van een kind spreekt.
Maar de naturalistische verklaring is op een ander niveau wonderbaarlijk. Hier gebruikt de Tora het middel van de ironie. Wat de Egyptenaren uit de tijd van Ramses zo formidabel maakte, was het feit dat ze de nieuwste en krachtigste vorm van militaire technologie bezaten: de door paarden getrokken strijdwagen. Het maakte hen onverslaanbaar in de strijd en angstaanjagend.
Wat er aan de zee gebeurt, is poëtische gerechtigheid van de meest verfijnde soort. Er is slechts één omstandigheid waarin een groep mensen die te voet reist kan ontsnappen aan een hoogopgeleid leger wagenmenners, namelijk wanneer de route door een modderige zeebodem gaat. De mensen kunnen oversteken, maar de wagenwielen komen vast te zitten in de modder. Het Egyptische leger kan niet oprukken of terugtrekken. De wind valt weg. Het water keert terug. De machtigen zijn nu machteloos, terwijl de machtelozen hun weg naar de vrijheid hebben gevonden.
Dit tweede verhaal heeft een morele diepte die het eerste niet heeft; en het resoneert met de boodschap van het boek Tehilim:
Niet in de kracht van het paard heeft Hij lust,
noch zijn de gespierde benen van de krijgsman Hem lief;
de Eeuwige schept behagen in wie ontzag voor Hem hebben,
die hun hoop stelden op Zijn onfeilbare liefde. (Tehilim 147:10-11)
De elegante eenvoudige manier waarop de splitsing van de Rode Zee in de Tora wordt beschreven, zodat het op twee heel verschillende niveaus kan worden gelezen, het ene als een bovennatuurlijk wonder, het andere als een moreel verhaal over de grenzen van de technologie als het gaat om de echte kracht van naties: dat is wat mij betreft wat het meest opvalt. Het is een tekst die heel bewust is geschreven, zodat ons begrip ervan zich kan verdiepen naarmate we ouder worden, en we niet langer zo geïnteresseerd zijn in de techniek van wonderen, maar meer geïnteresseerd zijn in hoe vrijheid wordt verkregen of verloren gaat.
Het is dus goed om te weten hoe de splitsing van de zee is gebeurd, maar er blijft een diepte in het Tora-verhaal die nooit uitputtend kan worden behandeld door computersimulaties en ander historisch of wetenschappelijk bewijs, en in plaats daarvan afhankelijk is van het gevoelig zijn voor de opzettelijke en delicate dubbelzinnigheid ervan. Net zoals roeach, een fysieke wind, water kan scheiden en land eronder kan blootleggen, zo kan roeach, de menselijke geest, onder de oppervlakte van een verhaal een diepere betekenis daaronder aan het licht brengen.