Parsja Metsora 5782

Rabbijn Shimon Evers

Wajikra / Leviticus 14:1-15:33

Deze parasja is een vervolg op de vorige parasja en gaat verder over de wetten van tsara’at. Wanneer iemand een vlek constateert op een muur van zijn huis, dan moet hij contact opnemen met de kohén. Voordat de kohén komt om vast te stellen of het daadwerkelijk tsara’at is, kan iemand zoveel mogelijk spullen uit huis verwijderen. Dat kan niet meer na de komst van de kohén. Dan vallen alle spullen in het huis onder een embargo. En mocht het inderdaad tsara’at zijn dan moeten de spullen vernietigd worden.

Het lijkt een aandoening.

Opmerkelijk is de formulering die de Torah voorschrijft wanneer iemand contact zoekt met de kohén. Hij zegt niet: “Er is een aandoening in mijn huis, maar hij zegt keneĝa, het lijkt op een aandoening.” Rabbijn Bogomilski leert een belangrijke les uit deze formulering. Wanneer we iets zien bij een ander dat niet juist lijkt, dan moeten we niet te snel een conclusie trekken en zeggen dat het fout is. Het lijkt fout, maar laat eerst een specialist ernaar kijken, oftewel probeer eerst goed te doorgronden wat er aan de hand is alvorens een voorbarige conclusie te trekken.

Een helder oordeel

In de misjna wordt een aantal voorwaarden genoemd waaraan voldaan moet worden bij de beoordeling van tsara’at. Het mag niet te vroeg op de dag, niet midden op de dag en niet op het einde van de dag. Maar in de tussenliggende uren. Dan heeft men het meeste profijt van het zonlicht. Het oordeel moet objectief zijn, vandaar dat een kohén geen oordeel mag uitspreken over een mogelijke aandoening op zijn eigen lichaam of in zijn huis. Hier leren we een tweede belangrijke les. Alvorens überhaupt te kunnen oordelen, moet je een zaak heel goed bekijken en zo objectief mogelijk zijn

Meerdere invalshoeken

De misjna stelt ook als voorwaarde dat de kohén met beide ogen moet kunnen zien. Indien hij blind is aan één oog, dan is hij niet gekwalificeerd om te oordelen of een aandoening daadwerkelijk tsara’at is. Toen de vorige Lubavitcher Rebbe nog jong was, vroeg hij een keer aan zijn vader: “Waarom heeft Hashem mij met twee ogen geschapen? Als ik één oog dichtknijp, dan kan ik net zo goed zien!”

Zijn vader legde hem uit waarom een mens twee ogen heeft. Er zijn dingen die je met een rechteroog moet bekijken en er zijn dingen die je met een linkeroog moet bekijken. Wanneer je naar een ander kijkt, dan moet je kijken naar diens goede eigenschappen, kijk met het rechteroog. Het linkeroog is bedoeld om te kijken naar die zaken die van minder belang zijn. En soms moet men zelfs het linkeroog dichtknijpen.

Wanneer het gaat om een oordeel over een ander is het van groot belang dat we proberen te kijken naar het positieve en niet naar het negatieve. Natuurlijk, er moet een balans zijn, maar al te vaak is er de neiging om meer naar het negatieve te kijken, zeker als er al sprake is van een ‘vlekje’

De fysieke aandoening tsara’at is er momenteel niet, maar er zijn nog genoeg vlekjes weg te werken. Deze sjabbat is de sjabbat voorafgaande aan Pesach. Pesach is een periode zonder chamets. Chamets staat symbool voor het opgeblazene, het hoogmoedige in de mens. We hebben nog een week om ook dit vlekje weg te werken.

Reacties zijn gesloten.