Opperrabbijn Raphael Evers
Wat kunnen wij, in de huidige gespannen situatie in de wereld, leren van de Exodus?
Wat kunnen wij van Mosje (Mozes) leren en zelf in praktijk brengen? Van de Exodus uit Egypte leren we dat we nooit moeten buigen voor tirannen. Van Mosje leren wij om zelfs de grootste heersers onbevreesd tegemoet te treden als het gaat om de essentie van ons Joodse leven en geloof.
Uit het hele verhaal van de Exodus leren wij dat G’d de hele wereldgeschiedenis heeft gepland en stuurt, dat wij nederig moeten buigen voor de G‘ddelijke Voorzienigheid, dat ons Joodse bestaan bovennatuurlijk van karakter is, en dat het Jodendom zal blijven bestaan, zelfs wanneer wij het zelf misschien niet meer mee mogen maken.
Am Yisrael Chaj!
Binnenkort is het weer Pesach (vrijdagavond 15 april a.s.). We vieren dan Sederavond waarin wij de hele Exodus uit Egypte weer opnieuw moeten beleven. Wat betekent dit?
Met Pesach deed het Joodse volk zijn intrede in de geschiedenis. Op Seideravond beleven wij ons bovennatuurlijke volksbestaan opnieuw. De ontstaansgeschiedenis van het Joodse volk was uniek. Onder de meest uitzichtloze omstandigheden werd een natie geboren, die bestand bleek te zijn tegen alle sociologische conventies. Israël werd een volk in een vreemd land, onder een drukkende slavernij waarin ons alle rechten werden ontzegd. De toekomst leek verloren. De baby’s werden in de Nijl geworpen. Wij werden geboren in bloed en zouden blijven voortgaan te leven bij bloed. Het symbool van een leven vol zelfopoffering en zelfverloochening ter verkondiging van de enige waarheid. Het was de profeet Jechezkeel die de geboorteweeën van het Joodse volk in Egypte zo treffend schilderde: “Ik trok over u heen en zag u wentelen in uw bloed en ik zei tegen u: In uw bloed zal u leven, bedamajich chaji”.
Het uitverkoren volk was voorbestemd voor een totaal andere levensdimensie dan de rest van de mensheid. Bij de doortocht door de Schelfzee schrijft de Tora dat de Joden “wejàminoe baSjeem oeweMosjé awdo” – geloofden in G’d en in Mosje, zijn dienaar. Ook de Joodse slaven in Egypte hielden zich staande door hun geloof. Maar het geloof na de bovennatuurlijke bevrijding had een heel ander karakter.
Enige echte realiteit
Wat is geloof? Sommigen geloven dat G’d de wereld heeft geschapen. Anderen gaan ervan uit dat G’d nog steeds ingrijpt in het wereldgebeuren. De hoogste vorm van geloof is dat G’d de enige echte realiteit is. De geschiedenis heeft de realiteit van G’ds Tora als het transportabele vaderland van het Joodse volk bewezen. Op Seideravond zingen wij de lof van G’d die ons wegvoerde uit Egypte. Een vreemde zaak. G’d brengt ons eerst naar Egypte en laat de Egyptenaren ons verdrukken. Daarna verlost hij ons en eist van ons, dat wij hem dankbaar zijn. Het lijkt een paradox maar op Seideravond vieren wij zowel de ellende als de verlossing.
Seideravond is een herbeleving van de totale Egyptische ‘experience’. Deze dubbelheid ligt reeds verankerd in de matsa. De matsa wordt zowel het ‘brood der armoede’ als het ‘vrijheidsbrood’ genoemd. Juist in de eenvoud van ons geloofsbestaan ligt onze vrijheid en veerkracht. Ellende en verlossing tegelijkertijd zijn onze identiteit geworden.
Wat is het verschil tussen Chameets, gerezen brood, en matsa? Matsa bestaat alleen uit water en meel, het is vrijwel smakeloos. Door toevoeging van gist ontstaat een rottingsproces dat een veel smakelijker brood produceert. Op Pesach mogen wij gerezen producten zelfs niet in ons bezit hebben. We moeten dit alles tot stof verklaren. Het Chameets-verbod betekent dat wij ons eens per jaar volledig moeten losmaken van iedere gebondenheid aan onze aardse genietingen en onze materiële neigingen. Verslaving is slavernij – vrijheid is nergens aan gebonden zijn. Ons brood van vrijheid is ons brood. Onze rechteloze positie bleek onze kracht. Omdat wij niet gebonden waren aan land, status of maatschappelijke positie konden wij G’d onvoorwaardelijk volgen.
Ware vrijheid
Het probleem van de vrije wil heeft filosofen uit alle eeuwen beziggehouden. Moderne mensen zoeken ongeremde vrijheid. We voelen ons vrij als we onze eigen levensdoelen mogen kiezen. Een beperking in middelen noemen wij geen onvrijheid. Toch is het fysieke lichamelijke leven zeer beperkend. Er bestaat een prijs voor alles. Iedere menselijke keuze is een afweging van het doel en de middelen. Wat doet een mens als hij zich alles kan veroorloven? Dan kiest hij alleen datgene wat hij werkelijk wil. En wat indien hem vrijwel niets kan schelen? De enige die werkelijk vrij kan kiezen is degene die nergens aan gebonden is. Op Seideravond vieren wij de matsa, ellende en vrijheid ineen. Want de matsa is ‘lechem onni’ ‑ brood der ellende, maar ook ‘lechem sjeoniem alav dwariem harbé’ – brood waar we veel over vertellen, over onze vrijheid. Matsa is ellende en vrijheid ineen, ontzegging van alles en tegelijkertijd onze vrijheid. Hij, die zonder iets kan, is het meest vrij. De aantrekkingskracht van Pesach ligt juist in de ontmoeting met onszelf en onze oorsprong: vrijheid door gebondenheid aan het Hogere.