Parsja Kedosjiem 5782

Rabbijn Shimon Evers

Wajikra / Leviticus 19:1-20:27

Geen wraak

In de parasja van deze week lezen we een beroemde zin uit de Torah: “Neem geen wraak en koester geen wraakgevoelens. Houd van je naaste zoals van je zelf. Ik ben G’d.” (Wajikra 19,18)

Laten we eerst even kijken naar het eerste gedeelte van deze zin; geen wraak en geen wraakgevoelens. Wat wordt hiermee bedoeld in de praktijk? Twee voorbeelden om het duidelijk te maken.

‘Neem geen wraak.’ Jakov vraagt aan David of hij van hem een zaag kan lenen. David weigert. De volgende dag vraagt David aan Jakov of hij van hem een hark kan lenen. Hierop antwoordt Jakov: “Jij wilde mij gisteren geen zaag lenen, dan  leen ik jou vandaag geen hark!” Dat is wraak.

‘Koester geen wraakgevoelens.’ Jakov vraagt aan David of hij van hem een zaag kan lenen. David weigert. De volgende dag vraagt David aan Jakov of hij van hem een hark kan lenen. Hierop antwoordt Jakov: “Ik ben niet zo als jij, je mag gerust mijn hark lenen.” Dat zijn wraakgevoelens.

Liefde voor een ander

En dan het tweede deel van deze zin, houd van een ander zoals je van je zelf houdt. Dit lijkt een schier onmogelijke opdracht. Is het echt mogelijk om net zo veel te houden van een ander als van je zelf? Nog sterker, onze grote geleerde rabbi Akiva zegt dat dit een hoofdregel uit de Torah is! En een ander groot geleerde Hilleel doet daar niet veel onder. Hij werd geconfronteerd met een uitdaging. Iemand vroeg hem om de gehele Torah uit te leggen, terwijl hij op één been staat. Hilleel ging de uitdaging aan en zei: “Waar jij een hekel aan hebt, doe dat ook een ander niet aan. De rest is uitleg, ga leren.” Twee opmerkelijke uitspraken van deze twee topgeleerden.

Het antwoord op bovenstaande vraag ligt besloten in het laatste deel van deze zin uit de Torah: “Ik ben G’d.” Wanneer het ons lukt om naar de ander te kijken als een G’ddelijk schepsel, dan kunnen we een innerlijke verbondenheid met die persoon voelen, immers beiden zijn we een schepsel van G’d. Dat is de diepere achtergrond van de uitspraken van rabbi Akiva en Hilleel. Het doel van de Torah is om ons verbonden te voelen met G’d. Tegelijkertijd is de Torah heel praktisch ingesteld en geeft meteen een voorbeeld hoe we de liefde en de gevoelens voor een ander in praktijk kunnen brengen, door geen wraak te nemen en geen wraakgevoelens te houden.

Reacties zijn gesloten.