Parsja Behar 5782

Rabbijn Shimon Evers

Wajikra / Leviticus 25:1-26:2

Het zevende jaar – het sjemita jaar

In de parasja van deze week, Behar, staat de verplichting tot het houden van het sjemita-jaar, het zevende jaar. Gedurende dit jaar zijn vrijwel alle activiteiten in de landbouw verboden. De belangrijkste 2 verboden zijn: 1. Het niet bewerken van het land, niet ploegen, niet snoeien, niet zaaien, enz. 2. Het niet (commercieel) oogsten van de opbrengst van het land. In principe mag iedereen van de opbrengst van het land nemen voor privé doeleinden. Het sjemita-jaar geldt alleen in Israël. Wij hebben er indirect mee te maken, aangezien veel fruit, dat in Nederland te koop is, afkomstig is uit Israël. In dit artikeltje wil ik niet ingaan op de technische details van het sjemita-jaar, maar meer op de achtergronden van dit bijzondere jaar. Het is een simpel rekensommetje om vast te stellen of een jaar een sjemita-jaar is. Indien het joodse jaar deelbaar is door 7, dan is het een sjemita-jaar. Dit jaar 5782 is deelbaar door 7. Het is dus een sjemita-jaar.

Verklaringen: mens-gericht

Hoewel de Torah geen reden geeft voor het sjemita-jaar, vinden we verschillende verklaringen bij onze geleerden. Opmerkelijk is wel, dat alle verklaringen gericht zijn op de mens en niet op de aarde. Dat wil zeggen, dat het sjemita-jaar niet zozeer gericht is op behoud van de landbouwgrond, maar veeleer de mens iets komt leren. En ook voor diegenen die niet werkzaam zijn in de landbouw valt er veel te leren van de achtergronden van het sjemita-jaar.

Sefer HaChinoeg is een boek geschreven in de 13e eeuw door een onbekende auteur. Sommigen noemen de naam van Rabbi Aharon HaLevie uit Barcelona, maar dat is niet zeker. Het boek is een klassieker geworden, geaccepteerd in alle kringen. In dit boek noemt de auteur alle 613 mitswot (ge- en verboden) in de volgorde waarin ze in de Torah worden genoemd. Per mitswa geeft hij een korte toelichting van de regels van de mitswa en ook een mogelijke verklaring. Hieronder een aantal van zijn verklaringen. Sommige verklaringen liggen dicht bij elkaar.

1. Geloof in de Schepper van deze wereld. Hashem heeft de wereld in 6 dagen geschapen en de 7e dag heeft Hij bepaald als rustdag. Zo vergeten we niet dat er een Schepper voor deze wereld is. En net zoals we wekelijks de sjabbat als rustdag hebben, zo hebben we om de 7 jaar een rustjaar.

2. Er is een baas voor deze wereld. In dit sjemita-jaar moet de landeigenaar afstand doen van de opbrengst van zijn land. Zo komt de boer tot het besef dat het uiteindelijk niet zijn eigen inspanningen zijn, waardoor het land opbrengst heeft, maar dat dankzij de G’ddelijke zegen het land zijn producten voortbrengt.

3. Het leert ons de eigenschap van vrijgevigheid. Doordat de boer zijn land openstelt voor iedereen om van het land te nemen, wordt de bewustwording om te geven en af te staan van de eigen verworvenheden groter.

4. Vertrouwen in Hashem en bescheidenheid. Door het land een jaar braak te laten liggen versterkt het vertrouwen van de boer in de Hogere Macht die ervoor zorgt dat zijn inspanningen succesvol zijn.

In andere verklaringen wordt nog toegevoegd dat de boer op deze wijze beter kan invoelen wat een behoeftige ervaart. Dit jaar heeft hij net zoveel rechten als ieder ander om van de opbrengst van zijn land te eten. De opbrengst is voor iedereen.

Tot slot nog een aspect dat door velen genoemd wordt en dat ook geldt voor de wekelijkse shabbat. Door de dagelijkse beslommeringen te laten liggen blijft er meer ruimte over voor spirituele ontwikkeling.

Reacties zijn gesloten.