Opperrabbijn mr. drs. R. Evers
Bij de Wetgeving op de berg Sinai kregen wij naast de Tien Geboden ook veel andere mitswot. Wat vormt de achtergrond van onze mitswot en wat beogen zij bij ons te bereiken ?
Sefer Hakoezari (I:109) – het filosofische werk Koezari van Rabbi Jehoeda Halevi, stelt dat het volvoeren van de geboden uit de Tora de ziel, de nesjomme, tot het diepste beroert en ons tot ongelooflijke spirituele hoogten verheft op onze zoektocht naar het G’ddelijke in de wereld. Met veel volharding en doorzettingsvermogen kan men – volgens Maimonides (1135-1204) zelfs een vorm van profetie gewaar worden wanneer men de weg van de mitswot maar consequent volgt.
Nachmanides (1194-1270, Spanje) gaat nog een stapje verder: de mitswot kunnen onze aangeboren of aangeleerde minder fraaie karaktereigenschappen ten goede veranderen en sublimeren (vgl. Ramban op Dewariem 22:6). Maimonides belicht in zijn grote halachische werk Misjne Tora ( hilchot loelav 8:15) het simcha-aspect, dat wij ervaren bij het vervullen van de mitswot. Zich verbonden voelen met de Allerhoogste is dusdanig verheffend, dat wij van vreugde (simcha) een toestand van extase bereiken. Deze simcha sjel mitswa – diepe, intens vreugdevolle opwekking – die wij ervaren, helpt ons te beschermen tegen alle aanvallen op onze persoonlijke, psychische integriteit door de jetser hara, de materiële neiging in onze persoonlijkheid (ibid. hilchot temoera 4:13).
Rabbi Joseef Albo en Rabbi Eliezer van Mainz vermelden deze gedachte in hun hakdamot (inleidingen) op Sefer haIkkariem – het boek over de hoofdzaken des geloofs – en Sefer Jere’iem – het boek der G’dsvrezenden: de mitswot zijn de instrumenten om in onze binding aan het Opperwezen liefde en ontzag voor HaSjeem te ontwikkelen.
Maar hoe zit het met de – helaas – vele mitswot, die wij vandaag de dag niet meer kunnen vervullen, zoals de offerwetten ?
Rabbi Mosje van Coucy, de auteur van Sefer Mitswot Gadol (13e eeuw) en Rabbi Jitschak van Corbeil, auteur van Sefer Mitswot Katan, gaan in op deze vraag in hun hakdamot – inleidingen. Mitswot kennen twee aspecten – na’ase wenisjma: doen en begrijpen. Bij vele mitswot hebben we gelukkig het zechoet – de verdienste – om beide aspecten te kunnen vervullen: we leggen bijvoorbeeld tefillien en kunnen ook de halachot en diepere betekenissen ervan doorgronden. Maar bij andere mitswot kunnen we alleen de voorgeschreven handeling doen – omdat de achtergronden ons verstand te boven gaan, zoals bij sja’atneez (het verbod om wol en linnen samen in de kleding te dragen) – of kunnen wij alleen de halachot en betekenis bestuderen, omdat de praktische uitvoering niet meer mogelijk is (vgl. Ktav Sofeer Dewariem 7:12). Toch bevatten alle opdrachten van HaSjeem diepe achtergronden, die met het oog op het verleden – als dierbare herinnering aan een verleden vol ontzag en liefde in de tijden, dat wij de Tora nog ten volle konden vervullen – en met ons vizier op een glorieuze toekomst in de dagen van de Masjie’ach alle morele, opvoedkundige en religieuze waarde hebben. Omdat HaSjeem oneindig is, zijn alle aspecten van Zijn ge- en verboden dat ook en overstijgen zij tijd en plaats! De kedoesjat hamitswot – de heiligheid van de mitswot – is niet aan aardse omstandigheden gebonden. Onder alle denkbare omstandigheden behouden zij hun waarde en betekenis, altijd – waar dan ook !
Rabbi Sa’adja Ga’on (882-942, Babylonië) onderscheidt twee categorieën mitswot. Sommige mitswot zijn bijna direct te begrijpen maar andere zijn bijna niet te vatten. Toch moet de mens HaSjeem met “heel zijn vermogen dienen” en ook van de niet of bijna niet te bevatten voorschriften de achtergronden proberen te achterhalen.
Hier geldt echter een caveat: toch mag de ta’am – de schijnbare reden van de mitswot – nooit richtsnoer voor ons dagelijks leven worden. Rabbenoe Bachja ibn Pakoeda schrijft in zijn Chowot haLewawot (I : jichoed, 3), dat wij ons niet moeten blindstaren op de redenen, bedoelingen en achtergronden van de mitswot. Studie van de betekenis van de mitswot is een grote mitswa maar bepaalt niet hoe en wanneer een mitswa al dan niet geldig is.
Tora en mitswot zijn onder andere gegeven “letsareef et haberijot” – om de mensheid in de gelegenheid te stellen het karakter te verbeteren. Dit verklaren wij ook bij de uitvoering van alle mitswot: asjer kidesjanoe bemitswotaw – HaSjeem heeft ons geheiligd met zijn mitswot. Klal Jisra’eel wordt op een hoger plan getild door hun aanhankelijkheid aan de mitswot. Dat vormt de kern van de mitswot. Dat is kedoesjat hamitswot – omdat de mitswot zelf boven het hier en nu staan, hebben zij datzelfde effect op ons.