Parsja Pinchas 5782

Rabbijn Shimon Evers

Bemidbar/Numeri 25:10-30:1

De claim van de dochters van Tselofchad

Mosje heeft de verdeling van het land Jisrael onder de stammen besproken. Hij heeft uitgelegd hoe deze verdeling uitgevoerd moet worden, zodat iedereen het stuk krijgt waar hij recht op heeft. Nadat Mosje deze verdeling bekend heeft gemaakt, werd hij benaderd door de dochters van Tselofchad, Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirtsa. Zij legden een verzoek neer bij Mosje en Elazar: “Onze vader Tselofchad is gestorven vanwege zijn eigen zonde. Hij behoorde niet bij de opstandelingen van Korach. Straks worden alle gebieden verdeeld onder de stammen en de families, alles naar de vaderlijke afstamming. Aangezien onze vader niet meer leeft zou dat beteken dat er voor hem (en indirect dus voor ons) geen erfdeel in het land Israel is. Waarom zou zijn naam verwijderd moeten worden uit het volk Jisrael?” Mosje heef hun vraag voorgelegd aan Hashem.

De speciale verdienste van deze vrouwen.

Rasji verklaart waarom Mosje bij Hashem moest vragen, wat hij moest doen. Waarom heeft Hashem niet direct aan Mosje verteld wat er moet gebeuren indien er geen mannelijke erfgenamen zijn? Waarom moest dit wachten tot de vraag van de dochters van Tselofchad? Hij legt uit dat deze 5 dames met hun verlangen om een deel van het land Jisrael de krijgen, het verdiend hebben, dat deze informatie pas bekend zou worden nadat zij hun verzoek hadden ingediend. Dit gedeelte van het erfrecht is voor eeuwig gekoppeld aan de dochters van Tselofchad.

Boerendochters

Het gaat nog verder, het verzoek van de vijf dochters van Tselofchad wordt gezien als een ondersteuning van de stelling dat het land Jisrael zeer geliefd was bij de vrouwen van het joodse volk. Bij een artikel dat ik las over deze vrouwen stond een illustratie. Daar staan ze afgebeeld als 5 struise boerendochters, met hooivork en zeis, met aardappel- en melkemmer, met de handen in hun zijen en klompen aan hun voeten. In eerste instantie bevreemde me dit plaatje een beetje. Maar erover nadenkend, vermoed ik dat ik de gedachte van de schrijver en de illustrator heb begrepen. Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirtsa hielden echt van het land Jisrael. Zij wilden niets liever dan het land met hun eigen handen voelen en bewerken. Vandaar de boerendochters.

Het verzoek is terecht

Mosje kreeg antwoord van Hashem. Met recht hebben de dochters van Tselofchad gesproken. Het is inderdaad zo dat in een geval wanneer er geen zonen zijn, de erfenis over gaat naar de dochters. Het valt buiten het bereik van dit artikel om uit te leggen hoe het erfrecht werkt, maar neem gerust aan dat in het totaalplaatje de rechten van de dochters goed gewaarborgd zijn. En, zoals hierboven geschreven, dit stukje van het erfrecht is vernoemd naar de dochters van Tselofchad.

Enige beperking in hun huwelijkskeus

In een later stadium zijn de leden van de stam Menasje bij Mosje komen klagen. Indien Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirtsa trouwen met iemand van een andere stam en hun erfdeel meenemen in het huwelijk dan kan er een probleem ontstaan. De kinderen behoren tot de stam van hun vader en dat zou beteken dat na hun overlijden en het overlijden van hun echtgenoot het erfdeel toekomt aan de kinderen en dus ‘ontvreemd’ wordt van het gebied van hun stam. Het antwoord kwam al snel. In de eerste 14 jaar van de verovering en verdeling van het land Jisrael mochten meisjes die van hun vader erfden alleen trouwen met iemand van hun eigen stam. De dochter van Tselofchad hebben dit opgevolgd en alle 5 zijn ze getrouwd met iemand van de stam Menashe, zodat hun erfdeel bewaard bleef binnen de grotere context van de hele stam Menashe.

De drie weken

Vrijwel altijd wordt de parasja Pinchas gelezen in de periode van de drie weken tussen de vastendagen van 17 Tammoez en 9 Aw. Niets is toevallig, dus dit ook niet. Een van de verklaringen ligt in het bovenstaande verhaal. Het verlangen naar Erets Jisrael en de liefde voor dit land is altijd een onlosmaakbaar deel geweest van de beleving van het joodse volk. Juist nu we in een treurperiode zijn van verdriet over de verwoesting van de beide tempels en het daaruit voorvloeiende ballingschap is het goed om dit te benadrukken onze liefde voor Erets Jisrael en onze behoefte om allen daar te wonen, bimhéra wejaménoe, spoedig in onze dagen.

Reacties zijn gesloten.