Parasja Sjoftiem 5782

Rabbijn Shimon Evers

Dewariem/Deuteronomium 16:18-21:9

Het soepbord

Een leraar wilde een keer een klein experiment doen met zijn leerlingen. Hij had een mooi wit soepbord van thuis meegenomen. In het midden van het bord tekende hij een zwarte stip. Vervolgens vroeg hij aan zijn leerlingen wat ze zagen. Een zei: “Een zwarte stip.” Een tweede dacht dat het een soort schietschijf was. Een derde opperde dat het bord vies was, enz…Uiteindelijk vroeg de leraar: “Is er niemand die een soepbord ziet?”

Rechters en agenten – joods recht

Een parabel met een belangrijke les, die te maken heeft met het begin van onze parasja. “Rechters en agenten moet u aanstellen bij al uw poorten van al uw stammen die Hashem u geeft. Zij moeten het volk op een rechtvaardige manier berechten.” Hier ligt de basis voor het principe van een Beth Dien, een rabbinale rechtbank.

Joods recht gaat over veel meer zaken, dan alleen de ‘zuiver’ religieuze zaken, zoals de kosjere status van een product of het geoorloofd zijn van een bepaalde handeling op sjabbat. Vrijwel alles in het maatschappelijk verkeer tussen mensen, tussen partijen in een zakelijk conflict kan te maken hebben met joods recht. Zo las ik een verhaal over een vervoerder V die namens partij A spullen ophaalt bij partij B. Hij stuurt zijn mannetje M. Die krijgt toestemming van partij B om de lift te gebruiken. Uiteindelijk blijkt dat het gewicht van de spullen te veel is voor de lift en gaat de lift kapot. Wie is aansprakelijk? De vervoeder V, zijn werknemer M, de opdrachtgever A of heeft de eigenaar B van de lift gewoon pech? Allen joodse partijen en zij hebben dit probleem voorgelegd aan een rabbinale rechtbank, die in dezen uitspraak heeft gedaan. Een ‘gewoon’ maatschappelijk probleem, dat voorgelegd wordt aan een rabbinale rechtbank. Het belangrijkste punt in dezen was de overbelasting van de lift. Dat was een fout van werknemer M van de vervoerder. Maar als de lift kapot was gegaan bij normaal gebruik was het pech voor de eigenaar.

Bij al uw poorten

Terug weer even naar de zin, rechters en agenten bij al uw poorten. In overdrachtelijke zin, kan hier ook veel van geleerd worden. In ons gezicht hebben we vele poorten: ogen, oren, neusgaten een mond. Ook hier geldt de verplichting om rechters aan te stellen. Heel goed na te denken over alles wat we tot ons laten komen en vooral (en dan denk ik vooral aan de mond) heel goed na te denken over alles wat we naar buiten brengen.

De positieve blik

En dan terug naar het verhaal van het bord. Laten we vooral ons best doen om niet te kijken naar die ene zwarte stip, dat vlekje. Laten we kijken naar een mooi wit bord. Anders gezegd, laten we ons niet focussen op het negatieve, maar op het positieve. Het Ivriet woord voor compliment is ‘machma’a’, afgeleid van het woord ‘cham’ dat ‘warm’ betekent. Het woord voor kritiek is ‘bikoret’ afgeleid van ‘kor’ ‘koude’. Laten we elkaar een warm gevoel geven door complimenten te geven.

Reacties zijn gesloten.